EK in Belgisch Limburg wordt zoals Gent-Wevelgem: “Iedereen heeft een kans op dit parcours”

Kasseien, korte hellingen, maar uiteindelijk toch een sprint? Dat lijkt op dit moment toch het meest waarschijnlijke scenario voor het Europees kampioenschap wielrennen op de weg, dat half september voor het eerst in Vlaanderen plaatsvindt. Ten minste, dat is de visie van parcoursbouwer en koersdirecteur Wim Van Herreweghe (EK Limburg 2024 vzw, een samenwerking tussen [...]The post EK in Belgisch Limburg wordt zoals Gent-Wevelgem: “Iedereen heeft een kans op dit parcours” appeared first on WielerFlits.

featured-image

Interview Kasseien, korte hellingen, maar uiteindelijk toch een sprint? Dat lijkt op dit moment toch het meest waarschijnlijke scenario voor het Europees kampioenschap wielrennen op de weg, dat half september voor het eerst in Vlaanderen plaatsvindt. Ten minste, dat is de visie van parcoursbouwer en koersdirecteur Wim Van Herreweghe (EK Limburg 2024 vzw, een samenwerking tussen Flanders Classics en vzw Limburg Demarreert). De Europese kampioenschappen strijken dit najaar neer in de Vlaamse provincie Limburg.

Dat is een landsdeel dat men in België voornamelijk kent als een populaire – zo niet de populairste – regio van het land voor fietsers. Alleen, in tegenstelling tot de andere provincies van het land, worden er nauwelijks wedstrijden voor profs georganiseerd. 16 aug Lees ook EK wielrennen 2024 in Limburg, Vlaanderen: Programma en uitslagen 16 aug 0 “Nog meer dan bij het WK in Leuven van 2021 (dat ook mede door Flanders Classics werd uitgetekend en georganiseerd, red.



) zijn we van nul moeten beginnen”, aldus Van Herreweghe. ‘We hebben wel hetzelfde concept als het WK toegepast. Enerzijds wilden we graag een stadscircuit hebben.

Daarvoor hebben we gekeken naar Hasselt, de provinciehoofstad. Dat is het ideale centrum met veel winkels, veel terrassen en veel beweging onder de mensen. Daar liggen mogelijkheden.

Anderzijds wilden we ook een deel van het parcours met flandriengehalte. Als je een groot kampioenschap in Vlaanderen organiseert, dan zoek je naar elementen die typisch zijn voor het Vlaamse wielrennen zoals kasseistrookjes en Vlaamse hellingen. Dat was hier niet altijd eenvoudig, maar ik denk toch dat het een mooi, EK-waardig parcours is geworden.

” De start van alle kampioenschappen – zowel alle ritten op de weg als de tijdritten – wordt in Heusden-Zolder gegeven. Dat is een plaats die wielrennen ademt, in de eerste plaats vanwege het welbekende Circuit Zolder waar wekelijks fietssessies op het autocircuit worden georganiseerd. Maar het betreft ook het terrein waar het WK op de weg van 2002 aankwam en vooral waar jaarlijks een cross op het hoogste niveau doorgaat.

Sinds kort is daar een extra pijler bijgekomen, met de gloednieuwe Sport Vlaanderen Heusden-Zolder Velodroom Limburg; een hypermoderne wielerpiste die door ex-renner Marc Wauters is gerealiseerd. “In Heusden-Zolder heb je een prachtige site. We starten met alle wedstrijden op het Circuit en rijden vervolgens rond de Velodroom.

We wilden met de tijdritten oorspronkelijk zelfs graag ín de velodroom starten. Het was echter technisch niet verantwoord om van binnen naar buiten te rijden, omdat er enkele U-bochten in dat traject zaten. Het was de droom van Marc Wauters om binnen te starten, maar het risico was te groot en zou het sportieve te veel schaden.

We starten dus buiten, maar zorgen er wel voor dat de site de juiste aandacht en zichtbaarheid krijgt.” Vanuit Heusden-Zolder doen de wegritten vervolgens een deel van de provincie Limburg aan. “Al snel gaat het richting veldritstad Zonhoven, maar ook de Wijers – enkele prachtige groenvlaktes waar men in de regio heel enthousiast over is – komen aan bod.

Via het Openluchtmuseum Bokrijk en Genk komen er nog toeristische troeven voorbij, tot we na een veertigtal kilometer in Hasselt toekomen.” 4 jun Lees ook Aftelklok, toertocht en talkshow: zo wordt publiek warm gemaakt voor eerste EK in Vlaanderen 4 jun 2 Het is op dit circuit – de Hasseltlus – dat later ook de aankomst ligt, maar de eerste drie keer voor de mannen en twee keer voor de vrouwen zijn slechts een ‘opwarmertje’. In Hasselt krijgen we dat 14,2 kilometer lange stadscircuit waar Van Herreweghe en de EK-organisatie zo enthousiast over zijn.

“Daar willen we echt graag de kampioenschapssfeer aanwakkeren. De lus in Hasselt kan ik omschrijven als een snelle lus, waarin de renners constant over brede wegen worden gestuurd. Vlak na de finish rijden we wel eventjes door het centrum van de stad, maar voor de rest zijn het altijd dubbele baanvakken.

” Via een verbindingsstukje – volgens Van Herreweghe niet te onderschatten door de kasseien van de 500 meter lange Printhagendreef – gaat het vervolgens voort, richting de Limburglus. Zeg maar de Flandrienlus van deze editie. “We hebben ons daarvoor een beetje gebaseerd op de bestaande Ronde van Limburg, die trouwens ook in handen van Flanders Classics is.

In de Bloesemstreek rond Borgloon en Tongeren liggen veel mogelijkheden om het lastig te maken voor de renners.” Van Herreweghe heeft het over twee kasseistrookjes – Manshoven (1300 meter) en Op de Kriezel (1550 meter) – die in het begin van het lusje liggen, gevolgd door twee nijdige hellingen; de Kolmontberg (800 meter aan 4,5%, max. 6,5%) en Zammelenberg (800 meter aan 4,3%, max.

5,4%). Die lus werken de mannen elites drie keer af en de vrouwen tweemaal. “Als je die allemaal aan elkaar kan linken, dan geeft dat best een geaccidenteerd parcours met flandriengehalte.

Deze twee hellingen zijn in de regio het meest gekend. We hebben gekozen om niet met de hellingen te overdrijven, want de Bloesemstreek is sowieso al glooiend. Trouwens, het is een heel mooie regio die mooie plaatjes gaat opleveren.

” “De kasseien zijn naar mijn mening twee mooie stroken, die ook behoorlijk lang zijn. Allebei meer dan een kilometer, een beetje oplopend en technisch. De kasseistroken zijn an sich misschien niet de allerlastigste, maar je weet hoe koersen in Vlaanderen gaat.

Typisch wil iedereen vooraan zitten om aan die stroken te beginnen. Kasseien doén koersen. De kasseien van Op de Kriezel liggen er goed bij en het is daar breed, waardoor de wind een rol kan spelen.

Bovendien is er ook meteen na de kasseien een mogelijkheid om waaiers te trekken, en dan volgen na de volgende bocht de twee hellingen al kort op elkaar. Ook daarbij hetzelfde liedje: een prof moet op die hellingen in feite twee keer rechtstaan en hij is boven. Maar de Zammelenberg is ook heel smal, dus zal iedereen voorin willen zitten.

Als er voordien al stevig gekoerst is, kan dat doorwegen. Zelfs in de Ronde van Vlaanderen vinden de renners de Oude Kwaremont ook pas de laatste keer lastig.” Na afloop van de Limburglus wacht de renners nog een veertigtal kilometer koers.

Via opnieuw een verbindingsstukje met de kasseien van de Printhagendreef, rijden de renners voor de finale opnieuw naar de reeds gekende Hasseltlus. “Daar wordt het de balans opmaken voor de sprintersploegen. Zij krijgen met de Hasseltlus wel een gedroomde finale.

In de laatste vier kilometer van de lus rijden we over een van de grote invalswegen naar Hasselt die je als de ideale aankomstweg kan zien. Negen meter breed, vrij van middenbermen. Op het einde is er wel een flauwe bocht, maar die is bijna niet te zien.

Indien we gaan sprinten, mogen de snellere mannen zich opmaken voor een zuivere sprintkans op de Koning Boudewijnlaan, vlak bij het toeristische Kolonel Dusartplein.” Conclusie: wat is volgens Van Herreweghe nu het meest realistische scenario na 220 kilometer bij de mannen en 160 kilometer bij de vrouwen? “Er liggen mogelijkheden om de koers open te breken, maar alles hangt van het weer en de renners af. Als elk groot land met een sprintploeg komt, wordt het meer gecontroleerd.

Maar ik zie dit EK eerder als een lichte editie van Gent-Wevelgem . Dat is ook zo’n typische koers waar alles kan gebeuren en waar je vaak verrassingen krijgt. Natuurlijk heb je geen monster als de Kemmelberg in het parcours, maar je krijgt wel een open koers die ook door een sprinter kan worden gewonnen.

” 5 jun Lees ook Vijf vragen over het EK in Belgisch Limburg, honderd dagen voor de start 5 jun 0.