Eigen schuld, dikke bult? Nee, de overheid moet ingrijpen om obesitas te voorkomen

Hoogleraar Jaap Seidell heeft veertig jaar geroepen dat ongezond eten en overgewicht weinig te maken hebben met vrije wil. Hij blijft hangen in die groef, ook nu hij met pensioen gaat.

featured-image

Het begon met een rol koekjes van 49 cent. Jaap Seidell vroeg zich een jaar of tien geleden met een collega af hoe het mogelijk was dat haar dochter voor 49 cent een hele rol koekjes kon kopen waaraan kennelijk iedereen, van palmolieproducenten tot Action, kon verdienen. Dat kon alleen omdat bedrijven die in arme landen palmolie, suiker, soja en rijstmeel produceren op geen enkele manier betalen voor de schade die ze aanrichten, was de conclusie.

Simpel gezegd is dit wat Seidell bedoelt als hij het heeft over de vernietigende uitwerking van de uitputtingseconomie. Intensieve landbouw en veeteelt zijn niet alleen schadelijk voor natuur en biodiversiteit, maar liggen ook aan de basis van het feit dat de wereld een miljard mensen met obesitas telt. „In de VS bijvoorbeeld is het de overheid die massale maisproductie stimuleert.



De industrie stopt de goedkope fructosestroop uit mais vervolgens in alle voeding.” Ironisch genoeg zijn het de minst welvarende mensen die welvaartsziekten krijgen, omdat inferieur gemaksvoedsel goedkoper, gemakkelijker en lekkerder is dan spinazie en volkorenbrood. Jaap Seidell nam 1 november afscheid als hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Duurzame voedselproductie is zijn expertise niet, krijgt hij vaak te horen. Maar als je kijkt naar de oorzaken van de oorzaken van de oorzaken (en dat moet om complexe problemen als overgewicht te snappen) kom je daar vanzelf uit, zegt hij. Hij vertelt erover in de kantine van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, waar de workshop ‘Voedsel als gemeengoed’ op de agenda staat.

Voedsel als publiek eigendom, in plaats van alleen als handelswaar. De wetenschappelijke loopbaan van Seidell loopt min of meer parallel aan de veranderde kijk op overgewicht. Hij promoveerde in 1984 op buikvet, toen het nog simpel was: als je meer calorieën binnenkrijgt dan je verbrandt, word je dik.

En dat is je eigen verantwoordelijkheid. Als jonge epidemioloog ging hij bij gezondheidsinstituut RIVM werken en zag hij dat mensen met een lager opleidingsniveau veel vaker obesitas en chronische ziektes hebben. Nu 16 procent van de bevolking obesitas heeft , is dat een open deur.

Maar toen was dat nog maar 5 procent. Toch zagen ze de groei wél aankomen. „Ik moest voor een toekomstverkenning iets over overgewicht schrijven.

We zagen minder rokers, minder vaak hoog cholesterol, minder hart- en vaatziekten. En tegelijk kregen we de cijfers van de GGD’s over lengte en gewicht en zagen we het overgewicht stijgen.” Er kwamen toen al rapporten met maatschappelijke verklaringen.

„Gezond leven is als een bal die je tegen een helling opduwt, en die helling wordt steeds steiler.” Met weinig tijd, geld, kennis en vaardigheden is het ondoenlijk om in een steeds ongezondere omgeving gezonde keuzes te maken. Niet alleen in het rijke Westen.

In de jaren negentig zagen onderzoekers overal ineens een enorme groei van obesitas in de grote steden. Johannesburg, Mexico-Stad, New Dehli. Seidell: „Overal kregen ze de welvaartsziekten die wij hier al kenden.

Dan kom je dus niet zo ver met de biologie van de energiebalans. Er is geen andere verklaring voor die wereldwijde groei dan dat de omgeving is veranderd.” Seidell gaf les in New Dehli.

„Als je in die hitte onder een dak van golfplaat woont zonder koelkast, is het enige goede overheidsadvies: eet geen verse groenten, fruit, salades, vis en vlees, en drink geen water. Dan kiezen mensen voor gefrituurd eten en houdbaar fabrieksvoedsel, met weinig voedingswaarde en veel calorieën. Hoe meer je beseft hoe het werkt, hoe holler dat klinkt, die eigen verantwoordelijkheid.

” Eerst uitzoomen. En dan weer inzoomen. Dat was de reis die Seidell maakte.

Hij kwam naar de VU en wilde met de lokale GGD bekijken wat in Amsterdam beter kon. Rond 2010 trof hij Eric van der Burg als zorgwethouder, een VVD’er. „Die was eerst ook helemaal van eigen schuld, dikke bult.

We gingen naar scholen en zeiden: een echte liberaal is van de vrije keuze, toch? Kijk, je kunt niet eens een waterflesje onder het fonteintje in de wc houden. Toen is hij heel on-VVD-erig overal waterkoelers neer gaan zetten en kindermarketing gaan weren.” Van der Burg gaf ook de aanzet voor de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht , die op alle fronten de omgeving van kinderen gezonder moest maken en wereldwijd het nieuws haalde — omdat in 2015 in Amsterdam voor het eerst het aantal kinderen met overgewicht afnam, De voedingsindustrie ging intussen door met lobbyen.

Dat zag Seidell ook toen de overheid met gezondheidsorganisaties, wetenschappers en bedrijven in 2018 het Nationaal Preventieakkoord sloot. „Dan kwam ik in Den Haag voor de rondetafelgesprekken, en telkens zag ik die meneer of mevrouw van de levensmiddelenindustrie net uit de kamer van de staatssecretaris komen. Die had al vooroverleg gehad.

” Als je Jaap Seidell een poosje volgt, heb je soms het gevoel dat de naald van de platenspeler in de groef is blijven hangen: mensen hebben geen vrije keuze zolang de industrie hen stuurt, de overheid moet ingrijpen. Hij moet het wel blijven herhalen, zegt Seidell, want die andere plaat blijft ook hangen: preventie is staatsbemoeienis, en: maak fout voedsel niet duurder, maar laat mensen met een ongezonde leefstijl meer zorgpremie betalen. „Dat was meteen de eerste reactie toen mijn afscheidsrede online kwam.

” Waarom is dat verzet tegen ‘betutteling’ zo hardnekkig? „Ik heb het er weleens met een psychiater over gehad. Als je tegen mensen zegt: je denkt dat je zelf kiest, maar je hebt helemaal geen vrije wil, je wordt gestuurd door factoren die buiten jezelf liggen, dan is dat natuurlijk vreselijk deprimerend. Daar willen mensen gewoon niet aan.

En sturen op menselijk gedrag, weten politici, is nu eenmaal heel impopulair.” Juist nu overal programma’s draaien om de omgeving van kinderen gezonder te maken, bezuinigt het kabinet op preventie . „Ze zeggen: we zien de zorgkosten niet dalen, we zien nog steeds diabetes.

Dat is zó simplistisch. Van der Burg trok twintig jaar uit voor de Aanpak Gezond Gewicht. Hij wist dat je het lang moet volhouden.

Als je het nu afbreekt, moet je straks helemaal opnieuw beginnen.” Maar de gratis schoolmaaltijden, die blijven toch? Jawel, zegt Seidell, maar het kwartje is nog niet gevallen dat dit dan ook gezónde maaltijden moeten zijn. „Er kwam geld toen in Rotterdam een jongetje in de klas flauwviel van de honger, en niet omdat zoveel kinderen in die wijken overgewicht hebben.

De neiging is: vullen in plaats van voeden.”.