Eerste gebod voor elke vrijwilliger: ‘Gij zult de placeerdoos ordentelijk achterlaten!’

Al 42 jaar is Monique Woltring een vaste bezoeker van het Festival Oude Muziek, inmiddels ook als vrijwilliger en medewerker. „Voor een hispanist is dit festival een feestje.”

featured-image

Het is vrijdag 27 augustus 1982. Als student Spaanse Taal- en Letterkunde in spe hoor ik vanuit het Academiegebouw Spaanse klanken. In de aula repeteert het ensemble Glosas liederen uit de Cancionero de la Colombina , een liedboek dat al vijf eeuwen wordt bewaard in de Biblioteca Colombina, pal naast de kathedraal van Sevilla.

Ik val met mijn neus in de boter: het eerste Festival Oude Muziek start gelijk met mijn studie in Utrecht. Tweeënveertig jaar lang ben ik een trouwe bezoeker: de laatste jaren als vrijwilliger maar ook als vertaler van de vele Spaanse liedteksten, waaronder dit jaar ook liederen uit diezelfde Cancionero . De cirkel is rond.



Vandaag heb ik maar één grote doch dringende klus: de mappen met alle concertinformatie klaarmaken voor de zes vrijwilligersteams, want morgen begint het festival. Beiaardier Frans Haagen geeft om 18.30 uur op de Domtoren het startsein voor het festival met het beiaardconcert Will you do the fandango? Maar mijn dienst begint al om 9.

00 uur. Podium bouwen in de Domkerk voor Adrián Rodriguez van der Spoel met zijn ensemble Música Temprana, die als artist in residence het – uitverkochte – openingsconcert voor hun rekening nemen. We zijn met z’n twaalven maar het is een van de grootste podia die ik ooit heb gebouwd en er moeten ook nog stoelen in vak 6 en 8 worden geplaatst, dus ik kan de generale repetitie van het satirische muziektheaterstuk Olé van Arthouse 17 in de Paardenkathedraal, waarvoor alle vrijwilligers zijn uitgenodigd, niet bijwonen.

De hele dag hou ik de buienradar angstvallig in de gaten; blijft het droog tijdens het beiaardconcert waarvoor we stoelen moeten klaarzetten op het Buurkerkhof? Gelukkig zijn de weergoden ons goed gezind, net als de aanvankelijk zeer boze bewoonster van het plein die vijftig mensen pal voor haar woonkamerraam niet zag zitten. In het zonnetje luisteren we met zijn allen naar het klokkenspel met uitzicht op een prachtige, gerestaureerde Domtoren zonder steigers. Als we de stoelen hebben teruggebracht, eten we in DUMS, waar teamleden een hap voor ons hebben warm gehouden.

Na een dagje bouwen en sjouwen, pak ik de fiets naar huis en met mijn oortjes in luister ik op Radio 4 naar de eerste klanken van Música Temprana. Kippenvel, zo mooi. Het openingsconcert zelf ga ik na het festival wel rustig op de streamingdienst EMTV terugkijken.

Overleg met team E in DUMS over het dienstrooster van dit weekend. Omdat de huisstijl van het festival dit jaar is gerestyled, kregen de bijna honderd vrijwilligers een nieuwe outfit. Helaas kloppen de opgegeven maten niet altijd, dus ontstaat er een hilarische en levendige ruilhandel van blauwe bloezen en T-shirts.

Dit jaar zou de samenstelling van de teams totaal anders zijn; toch zit ik weer met veel leuke bekenden in de groep, inclusief Ginette, Hedwig en Tineke met wie ik vijf jaar geleden de leesclub Boek & Bach ben begonnen en die ik dus ook buiten het festival regelmatig zie. Om twee uur beginnen we in de Jacobikerk met het reguliere werk voorafgaand aan de concerten, zoals lessenaars en stoelen klaarzetten op het podium, banners bij de ingang plaatsen, stands inrichten voor de verkoop van toegangsbewijzen, festivalboeken, cd’s en folders neerleggen. Het podium is al gebouwd en de plaats- en rijnummers liggen er nog van het vorige concert.

Als de musici van Accademia del Piacere arriveren, bespreek ik met muzikaal leider en gambist Fahmi Alqhai nog een aantal praktische zaken, dan gaan de kerkdeuren open en scan ik met een collega de toegangsbewijzen van de lange rij bezoekers voor de kerk. Het concert loopt nauwelijks uit, maar nu wordt het hectisch: in één uur tijd alles opruimen en dan ook nog eten. Gelukkig helpen andere teams.

Ik arriveer laat bij de centrale festivalbalie in TivoliVredenburg, waar vijftien asielzoekers op mij wachten. Dankzij ons programma De Toegift, kunnen zij gratis naar het concert van La Tempête. Met muziekliefhebbers uit allerlei culturen kijk en luister ik naar het muzikale schouwspel Azahar (‘oranjebloesem’, een Arabische woord dat het Spaans heeft overgenomen) met oude én moderne Marialiederen.

Een heet Cantiga del destierro , over hoe Maria met haar kind vluchtte voor koning Herodes. Ik zit naast de Syrische Lubna, 39 jaar, met haar twee kinderen op de vlucht voor dictator al-Assad. Oude Muziek? Ja, maar hoe wrang actueel! Voor een hispanist is dit festival natuurlijk een feestje.

Heerlijk hoe ensemble Arthouse 17 in het burleske Olé alle – van oorsprong vaak Franse – clichébeelden van stierenvechters, gitaren en flamenco doorprikt. Geweldige zangers en musici; slapstick, jongleren en dans. Zoals altijd top! Co-curator Koert Debeuf sluit met zijn lezing perfect aan: de rol van de Roma in de westerse muziek.

Samen met Basma El Husseiny onderzoekt hij de wortels van de flamencomuziek tot in India en Egypte aan toe. Zijn zaterdaglezing De Renaissance begon in Bagdad kan een zekere politicus de cuyo nombre no quiero acordarme in zijn zak steken! Met manlief Maurice bezoek ik ’s avonds het zinderende Vriendenconcert van Capella Mediterránea en het Choeur de Chambre de Namur. Een laat avondconcert met mijn favoriete zangeres María Christina Kiehr trek ik jammergenoeg niet meer.

Het eerste festivalweekend zit erop. Vele mooie concerten (La Cantoría!, Vox Luminis!) zullen nog volgen. Als woordenboekenmaker zoek ik altijd naar woorden en betekenissen die niet in de Grote Van Dale staan.

Die zijn er op het festival te over. Een kleine greep: Geertekeren: het omdraaien van podium en stoelen in de Geertekerk; ploppupiter: Vlaams voor inklapbare muziekstandaard; schriklat: lat langs het podium die moet voorkomen dat musici met hun stoel eraf kukelen; en hét woord van elk festival: de placeerdoos, waarin alle kaartjes met stoel- en rijnummers worden bewaard. Eerste gebod voor elke vrijwilliger: Gij zult de placeerdoos ordentelijk achterlaten voor het volgende concert.

Overtreding geldt als een doodzonde!.