‘Eerlijke politieke ideeënstrijd cruciaal’

Van een onzer verslaggevers Willemstad - Gouverneur Lucille George-Wout hoopt en rekent tijdens deze verkiezingsperiode op een eerlijke politieke ideeënstrijd. ,,Zodat we de volgende stap kunnen zetten in de vormgeving van de toekomst van het land, ten behoeve van het volk dat we tezamen zijn”, aldus de gouverneur die in haar toespraak op de nieuwjaarsreceptie stilstond bij dit verkiezingsjaar. De gouverneur refereerde aan de verkiezingen als het moment dat we ‘het feest van onze democratie vieren’.

Een belangrijk proces waar ze vanuit haar functie per definitie niets over kan zeggen. George-Wout: ,,Dan is het woord aan de bevolking; en zo hoort het ook, in een parlementaire democratie. Wel kan ik zeggen; we zijn een lerend land; waarin we, mede dankzij de checks en balances die zijn ingebouwd in ons staatsbestel, met vallen en opstaan komen we verder; daar heb ik alle vertrouwen in!” Het zullen de eerste verkiezingen zijn die door de onafhankelijke Electorale Raad georganiseerd zullen worden.



,,Laten we hen vooral steunen in dit belangrijke werk”, riep de gouverneur de aanwezigen op. De gouverneur blikte in haar toespraak ook terug op 2024, waarbij ze de viering van 70 jaar Statuut, hier op Curaçao, persoonlijk als een van de hoogtepunten van haar ambtsperiode beschouwt. Ze sprak een bijzonder welkom uit naar haar gasten die hebben bijgedragen aan de viering van dit jubileum.

Voor deze gelegenheid opende George-Wout eind vorig jaar de deuren van het Gouverneurshuis voor het Curaçaose volk. Zo maakte de minister van Onderwijs en zijn ministerie het mogelijk dat ruim 600 schoolkinderen van de groepen 8 en leerlingen van de Joseph Civilis school het Gouverneurshuis hebben kunnen bezoeken. Verschillende staatsorganen droegen bij aan de bewustwording door tijdens de open dagen toelichting te geven op hun rol binnen ons staatsbestel.

Daarnaast hield de Electorale Raad een expositie over de historie van de vrije verkiezingen op Curaçao en was Museo Mongui Maduro aanwezig met een bijzondere collectie over de totstandkoming van het Statuut. ,,En last, but not least, onze minister-president, de voorzitter van de Staten en de president van het Hof, als vertegenwoordigers van de trias politica zorgden samen met de minister van OWCS en oud-rector, de heer De Lanoy, voor een gedenkwaardige afsluiting van de openstelling van het Gouverneurshuis op koninkrijksdag. Door hen werd gereflecteerd op het Statuut en op de toekomst van de autonomie van Curaçao in dat kader.

Dit gebeurde aan dezelfde ronde tafel waar 70 jaar geleden de voorbereidingen werden getroffen voor het Statuut, onder andere door Dr. Da Costa Gomez, te Landhuis Rooi Catootje.” Ze vervolgt: ,,Dames en heren, het Statuut leeft! En als er iets duidelijk is geworden tijdens de openstelling van het Gouverneurshuis dan is het wel dat er veel behoefte is aan informatie over het Statuut, maar vooral ook over de geschiedenis en de werking van ons constitutioneel en bestuurlijk stelsel.

Bij de rondleidingen die gegeven zijn tijdens de openstelling is dan ook uitgebreid aandacht geschonken aan de herschikking van de portretten van de oud-Gouverneurs in het Gouverneurshuis en de achterliggende gedachte daarvan. Met deze dagen hebben wij, op bescheiden wijze, kunnen bijdrage aan meer kennis over ons openbaar bestuur en dat is met name te danken aan de enthousiaste bijdrage van alle samenwerkingspartners. Maar daarmee is het werk niet klaar.

Want voor elke volgende generatie is het weer van belang om te weten waar we vandaan komen; en om mede op basis van dat besef, te bepalen waar we naartoe willen gaan.” Volgens George-Wout heeft het Statuut, zoals elk levend wezen aandacht en verzorging nodig. ,,En het voortbestaan is niet vanzelfsprekend.

Het Statuut is als een huis; ons gemeenschappelijk huis, van de landen van het Koninkrijk. Het biedt geborgenheid en veiligheid. Maar in zo’n huis gelden ook huisregels.

En zoals in elk familiehuis, is er ook wel eens gedoe in het huis. Maar ik heb de overtuiging dat we zullen groeien in het hanteren en benutten van onze autonomie; en de mogelijkheden die het biedt voor samenwerking in het verband van het Koninkrijk; want dat was de gedachte van de grondleggers van het Statuut. En het is de opdracht aan ons om dat gedachtengoed verder te brengen, met het oog op het welzijn van onze bevolking.

”.