Ze was jong, mooi, slim en een tikje aristocratisch. Marianne Faithfull werd de personificatie van Swinging London, toen ze in 1964 de hitparade bestormde met de Jagger & Richards-compositie ‘As Tears Go By’. Als de vriendin van Mick Jagger transformeerde ze de Rolling Stones van een hardwerkende bluesrockband tot een decadent cultuurfenomeen dat opereerde in hogere sferen.
Als bekeerde junkie werd Faithfull later de Grande Dame van de Britse popmuziek, die de muziek van Brecht & Weill net zo veel recht deed als composities van Beck en Nick Cave. Ze werd 78 jaar, en stierf volgens de BBC in thuisstad Londen, omringd door haar familie. Marianne Evelyn Gabriel Faithfull werd op 29 december 1946 in de Londense upperclasswijk Hampstead geboren als dochter van Glynn Faithfull, een majoor van de Britse inlichtingendienst, en de Hongaarse barones Eva von Sacher-Masoch.
Ze was een achternicht van Leopold von Sacher Masoch, de auteur van de roman Venus im Pelz (1870) en naamgever van het masochisme. Marianne groeide op in aristocratische sferen en ontsnapte aan haar milieu toen ze als zestienjarige folk-liedjes begon te zingen in koffiehuizen. Op haar negentiende trouwde ze met de kunstkenner John Dunbar, met wie ze zoon Nicholas kreeg.
Op een feestje werd ze ontdekt door Rolling Stones-manager Andrew Loog Oldham, die haar inlijfde bij de stal van zijn Immediate-label. Oldham sloot Mick Jagger en Keith Richards op in de keuken om een lied voor haar te schrijven. ‘As Tears Go By’ was bedoeld als B-kantje, maar werd Faithfulls eerste grote hit.
‘This Little Bird’ en haar versie van The Beatles’ ‘Yesterday’ volgden. Mick Jagger viel voor haar charmes en weekte haar los bij Dunbar, nadat ook Bob Dylan een poging had gedaan de zangeres voor zich te winnen. Faithfull werd opgenomen in de entourage van de Rolling Stones en was aanwezig bij de beruchte politie-inval in de villa van Keith Richards waar drugs werden gevonden.
In de sensatiepers werd breed uitgemeten dat Faithfull daarbij slechts gehuld ging in een kleed van bont. Jagger maakte ze attent op literaire werken als De Meester en Margarita van de Russische schrijver Michail Boelgakov, dat van doorslaggevende invloed zou zijn op de tekst van ‘Sympathy for the Devil’. Zelf schreef ze mee aan de drugssong ‘Sister Morphine’, die om haar reputatie te beschermen in eerste instantie alleen werd toegeschreven aan Jagger & Richards.
„Later”, zei ze in 2014 in een interview met NRC , „werd ik de grootste junkie van het hele stel.” In de film The Girl on a Motorcycle (1968) was ze de sexy, in leer gehulde tegenspeelster van Alain Delon. Jagger verdween uit haar leven en Faithfull raakte zo stuurloos dat ze twee jaar praktisch dakloos doorbracht als heroïneverslaafde in Londen.
Haar stem veranderde: „Van een helder sopraantje werd het een doorleefd instrument.” Na het comebackalbum Broken English , met de hit ‘The ballad of Lucy Jordan’, ontwikkelde ze zich tot een geloofwaardig vertolker van het repertoire van Brecht & Weill. Het album Strange Weather werd geproduceerd door Hal Willner, die Faithfull liet aansluiten in de traditie van Lotte Lenya en Marlene Dietrich.
In 1998 verscheen haar album met Kurt Weills Die Sieben Todsünden ( The Seven Deadly Sins ) begeleid door het Weens Radio Symfonieorkest. „Sfeer en cultuur van de Duitse Weimar-republiek uit de jaren twintig zitten in mijn bloed”, zei ze in NRC, „dankzij mijn moeder en haar familie. Ik vereenzelvig me vaak met Pirate Jenny uit de Dreigroschenoper .
” Als Grande Dame van de Britse popmuziek zocht ze de samenwerking met jongere producers en songschrijvers. Beck produceerde het album Kissin Time (2002) waarop ook Billy Corgan, Jarvis Cocker en Damon Albarn meededen. PJ Harvey en Nick Cave waren de drijvende krachten op Before the Poison (2005).
Lou Reed, Dr. John en Mark Lanegan droegen bij aan Horses and High Heels (2011). Als fervent roker, later van de e-sigaret, liet ze zich op Give My Love to London in 2014 afbeelden in een wolk van sigarettenrook.
Anna Calvi, Steve Earle en Nick Cave-producer Warren Ellis droegen bij aan de eclectische sound van het album. Datzelfde jaar bracht de ‘Baroness of Bohemia’ een bezoek aan Amsterdam om te zingen bij de opening van een tentoonstelling van haar vriendin Marlene Dumas in het Stedelijk Museum. De pers ontving ze in bed, nadat ze in de maanden daarvoor eerst haar rug en later haar heup had gebroken.
Pillen hielpen haar tegen de pijn, „mijn enige verslaving op dit moment”. Na haar album Negative Capability dat met ‘They Come at Night’ refereerde aan de terroristische aanslagen in Parijs, werd ze in april 2020 opgenomen in een Londens ziekenhuis met symptomen van het Covid-19-virus. In 2021 volgde nog ‘She Walks in Beauty’, poëzie op muziek gezet, in samenwerking met Warren Ellis.
Haar stem was in de laatste twintig jaar roestig en doorleefd, getekend door oprechte pijn en levenservaring. Niemand kon ‘Working Class Hero’ van John Lennon zingen zoals zij, ontdaan van de ironie die de auteur eraan verbond. „Dahling”, zei ze in 2014, „zul je me niet afbeelden als een zeurend oud vrouwtje dat alleen over haar kwalen kan praten? Ik beloof je dat ik er weer helemaal bovenop kom.
” Als Marianne Faithfull het wilde, rockte ze harder dan de Stones..
Vermaak
Een stem getekend door oprechte pijn en levenservaring: Marianne Faithfull was de Grande Dame van de Britse popmuziek
In haar jonge jaren was Marianne Faithfull de hippe vriendin van Mick Jagger. Later, als bekeerde junkie, de Grande Dame van de Britse popmuziek.