Een nieuwe route naar pesticidenreductie: de gemeente kan ingrijpen

Kunnen gemeenten iets doen tegen gebruik van toegelaten bestrijdingsmiddelen? Milieuorganisaties zien volop mogelijkheden. Hoop voor de burger die vlak bij akkers woont.

featured-image

Een nieuw hoofdstuk in het gevecht tegen inzet van bestrijdingsmiddelen? Gemeenten denken vaak dat ze gebruik van wettelijk toegelaten pesticiden niet mogen indammen, terwijl dat wel degelijk mogelijk is. Dat blijkt uit juridisch onderzoek van milieuorganisaties Urgenda en Natuur & Milieu, dat zij donderdag presenteren aan alle Nederlandse gemeenten. Hun rapport opent nieuwe routes naar inperking van pesticidegebruik, in het verlengde van een stroom rechtszaken hierover.

De laatste jaren staat de veiligheid van pesticiden geregeld ter discussie in de rechtszaal. Burgers, soms verenigd in burgerinitiatieven of actiegroepen, procederen tegen lage overheden of individuele agrariërs om pesticidegebruik tegen te gaan. Hoewel ze in feite te hoop lopen tegen legale praktijken – bestrijdingsmiddelen zijn na uitvoerige testprocedures veilig bevonden en toegelaten op de Nederlandse markt – krijgen deze burgers met enige regelmaat gelijk.



Rechters blijken niet overtuigd dat elk toegelaten middel veilig is: de gezondheid van mens en natuur zou op het spel kunnen staan. Zo wijzen wetenschappers op een mogelijk verband tussen blootstelling aan de middelen en de ziekte van parkinson. Ook de biodiversiteit kan eronder lijden: pesticiden zijn simpelweg bedoeld om plagen van insecten, schimmels of planten uit te roeien.

Tot dusver zijn twee juridische routes tegen pesticidegebruik wisselend succesvol geweest. De eerste is veelgebruikt door actiegroepen of burgerinitiatieven: bestuursrechtelijke zaken tegen lage overheden, die schade aan de natuur zouden aanrichten door pesticidegebruik toe te staan. Via die weg heeft burgerinitiatief Meten = Weten tientallen zaken lopen.

De tweede route is nieuwer. Verschillende groepen burgers die nabij bollentelers wonen, hebben de laatste twee jaar in kort geding reductie van pesticidegebruik afgedwongen via rechterlijke uitspraken of schikkingen. De eerste succesvolle zaak speelde in de zomer van 2023, in de buurtschap Boterveen, gemeente Westerveld.

Daardoor ging ook elders in Nederland het balletje rollen. Pijnlijk aan deze route is dat burgers en boeren in de rechtszaal tegenover elkaar staan – en dat boeren zich moeten verantwoorden voor pesticidegebruik dat gewoon volgens het boekje gaat. Dat vindt ook Hanneke van Ormondt, ecoloog bij Urgenda.

„Het is absurd dat bewoners tegenover telers in de rechtbank staan, omdat overheden niet doen wat ze moeten doen. Het blijkt dat gemeenten niet weten wat ze kunnen doen, of denken dat de verantwoordelijkheid bij het Rijk ligt.” En volgens het rapport van de milieugroep zit dat dus anders.

Het document, door hun juristen opgesteld, noemt wettelijke mogelijkheden voor gemeenten om pesticidegebruik in te dammen ter bescherming van de gezondheid van omwonenden. „Hiermee hopen we juist rechtszaken te voorkómen”, zegt Ormondt. Wat kunnen gemeenten precies doen? Ze kunnen bijvoorbeeld een beroep doen op het Europese ‘voorzorgsbeginsel’ en de Europese Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden, om regels op te stellen over grondgebruik.

Zolang er wetenschappelijke onzekerheid bestaat over risico’s, is Nederland namelijk verplicht met name kwetsbare groepen te beschermen, zoals kinderen, ouderen, vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven – ook tegen middelen die zijn toegelaten op de markt. „Een bekende aanname van lokale overheden is dat reguleren van bestrijdingsmiddelen in strijd is met de toelating ervan”, reageert Bente de Leeuw bij inzage van het document, dat ze „zeker juridisch gedegen” vindt. Zij is onderzoeker Europees en nationaal milieurecht aan de Universiteit Utrecht.

Die aanname van machteloosheid klopt inderdaad niet, zegt ze: Europese richtlijnen moedigen lidstaten juist aan risico’s op lokaal niveau verder te beperken. „Logisch, want bij de toelating kan niet goed rekening gehouden worden met lokale omstandigheden.” Wel zegt De Leeuw dat het voorzorgsbeginsel ruim is te interpreteren.

Daardoor is ingrijpen geen plicht, maar een politieke keuze. Het rapport richt zich ook op het omgevingsplan, en specifiek de Omgevingswet die dit jaar in werking trad. Gemeenten kunnen spuitvrije zones instellen rond kwetsbare locaties als woningen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen, kinderdagverblijven en scholen.

Ze zouden een limiet kunnen stellen aan de totale hoeveelheid of soorten bestrijdingsmiddelen. Omdat de Omgevingswet nog zo nieuw is, zijn alle mogelijkheden ervan nog onduidelijk, zegt De Leeuw. Ook jurist Sem Weinberg van Hekkelman Advocaten, met expertise op het gebied van bestrijdingsmiddelen en het omgevingsrecht, maakt dat punt: „Regulering via de Omgevingswet is nog geen gelopen route, maar vereist een zorgvuldige onderbouwing.

” Zo zal de rechter onder meer het eigendomsrecht van agrariërs meewegen, omdat het nu eenmaal hun grond is. Het ontbreekt nog aan uitspraken waaruit valt af te leiden hoe rechters die afweging bij nieuwe instrumenten van de Omgevingswet toetst. Weinberg: „We zullen moeten afwachten wat de bestuursrechter ervan vindt.

” Hanna Schebesta, hoogleraar recht aan Wageningen Universiteit, is lovend over het rapport van de milieuorganisaties. „Ik vind het een van de meest overtuigende en juridisch onderbouwde stukken die ik over dit onderwerp heb gelezen.” Een vraag die wel blijft hangen: wíllen lage overheden wel strenger optreden tegen pesticidegebruik? De eerste civiele pesticidezaak, die speelde in de Drentse gemeente Westerveld, spleet de gemeenschap.

Pogingen de provincie pesticidegebruik te laten inperken, leidden tot niets. Bewoners van het Limburgse dorp Sevenum probeerden dit jaar eveneens lokale overheden in te schakelen om pesticidegebruik tegen te gaan. Daar verwezen provincie en gemeente naar elkaar.

Wel leeft het onderwerp breed bij gemeenten. Hun koepel VNG vroeg in mei het Rijk op te helderen hoe groot een pesticidevrije ‘bufferzone’ tussen akkers en woningen moet zijn om omwonenden te beschermen. Ruim 80 procent van de gemeenten steunde bij de VNG een motie die daartoe opriep.

Voordat Urgenda en Natuur & Milieu hun bevindingen versturen naar alle gemeenten in het land, wordt hun rapport donderdag op een symbolische plek gepresenteerd. Een groep burgers overhandigt het aan de gemeente Westerveld, strijdtoneel van de eerste civiele zaak tussen burger en boer. Van Ormondt hoopt dat gemeenten voortaan zelf optreden, zodat burgers niet meer naar de rechter hoeven.

.