Een les waarmee Syrische christenen zich overeind hielden: heb de islam lief, maar buig niet

featured-image

Een les waarmee Syrische christenen zich overeind hielden: heb de islam lief, maar buig niet O nrust en chaos zijn altijd extra bedreigend voor minderheden. Ondanks alle geruststellingen van de nieuwe, islamistische machthebbers die dictator Assad verdreven, zullen ook nu veel christenen in Syrië hevige angsten voelen. Oude trauma’s komen weer tot leven, zoals de gruwelen tegen christenen in de nadagen van het Ottomaanse Rijk, in de Eerste Wereldoorlog.

Ze gingen de geschiedenis in als de ‘Armeense genocide’. Tot ergernis van niet-Armeense christenen, zoals leden van de Syrisch-orthodoxe kerk, die eveneens doelwit waren. Zij hebben voor de massamoorden een eigen woord: de seyfo .



In Syrië leven zo’n kwart miljoen christenen, één procent van de totale bevolking. Ze worstelden ook al voor de omwenteling met de vraag hoe je je als minderheid moet gedragen in een islamitische omgeving. In oktober hield Jihad Youssef, abt van het Klooster van de Heilige Mozes van Ethiopië, een preek over het onderwerp.

Het klooster, in een rotsgebergte in het centrum van Syrië, is beroemd vanwege unieke muurschilderingen uit de elfde en twaalfde eeuw. Lange tijd was het gebouw in onbruik. De Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio bracht het klooster weer tot leven en maakte er een dialoog-centrum van.

In 2012 verbande het regime hem. Een jaar later ontvoerde IS hem. Waarschijnlijk is hij vermoord.

Zijn opvolger zei in zijn preek dat Dall’Oglio hem had geleerd moslims niet te haten. Hij ging in op een nachtmerrie van christenen: dat ze op een kwade dag opnieuw de vernederende status van dhimmi zullen krijgen. Dhimmi is in de sharia de aanduiding voor aanhangers van andere, ‘erkende’ godsdiensten, zoals joden, christenen en mandaeërs.

Ze hebben een tweederangs status. Ze moeten een aparte belasting betalen, de djizja . In de moderne tijd viel in de meeste moslimlanden dit soort onderscheid weg.

Maar, zegt de abt, niet in het bewustzijn van veel moslims. Daarin blijven we dhimmi’s die hun plaats moeten kennen. Dat moeten we niet accepteren.

Maar we moeten ook niet concurreren met de moslims. We zijn een minderheid. Echte strijd met de moslims is zelfmoord.

Niet bukken, ook niet vechten, maar wat moet je dan? De abt gaat in op het begrip dhimmi . Hij vindt dat een prima term, zegt hij verrassend. Hij maakt er een geuzennaam van.

Waar het om gaat is de invulling van het woord. Die moet je niet overlaten aan moslims. Je moet er je eigen, christelijke betekenis aan geven.

Die is dat je het bijbelse zuurdeeg van de samenleving bent, het zout op aarde. Speel die rol en lever een positieve maatschappelijke bijdrage, als een zelfbewuste dhimmi . Haat de islam niet, heb de islam zelfs lief.

Maar buig niet. Het was de les die hij leerde van Dall’Oglio. Die was niet de enige christelijke geestelijke die in de Syrische burgeroorlog het slachtoffer werd van een ontvoering.

Hetzelfde lot trof in 2013 twee bisschoppen uit Aleppo, Paul Yazigi, Grieks-orthodox, en Yohanna Ibrahim, Syrisch-orthodox. Ze wilden onderhandelen over de vrijlating van twee ontvoerde priesters. Bij een wegversperring werden ze uit hun auto gesleurd.

Er is nooit meer iets concreets over hen vernomen. Een maand eerder was Yohanna Ibrahim in Amsterdam. Hij zei erop te vertrouwen dat strijders hem, als man Gods, niets zouden aandoen.

Dat bleek een misrekening. In de rubriek ‘ In de schaduw van de minaret ’ leest u bespiegelingen over de islamitische wereld van Eildert Mulder, arabist en oud-redacteur van Trouw. Kroonprins Bin Salman trekt een meterslange neus naar de geestelijken Met een Oekraïense achternaam ben je in Rusland al snel verdacht De bulldozers in het Midden-Oosten hebben het druk met moskeeën.