Een hockeyhal van 1 miljoen euro: 'Kunnen we 15 jaar mee vooruit'

REGIO - Elke jaar kreeg hockeyclub Roomburg uit Leiden te maken met hetzelfde probleem: een frustrerende zoektocht naar sporthallen in de wijde omgeving om zaalhockeywedstrijden mogelijk te maken. Maar na jaren van logistieke uitdagingen besloot de club het anders aan te pakken. Met een nieuwe eigen hal is er deze winter eindelijk een vaste plek voor zowel trainingen als wedstrijden.

De afgelopen seizoenen werden de thuiswedstrijden van Roomburg afgewerkt in dorpen zoals Rijpwetering, Koudekerk of Hoogmade. Trainen konden de zaalhockeyers niet. In de wintermaanden waren de sporthallen in de regio Leiden volgeboekt.



Daarom werden afgelopen jaar bij de Leidse hockeyclub de handen ineen geslagen voor een eigen onderkomen, waarin de leden zowel konden trainen als spelen. 'De focus ligt nu op het zichtbare gedeelte', zegt voorzitter Bas Pietersen lachend over het opzetten van de hal. 'Maar het proces om de hal te kopen, kostte veel meer tijd.

Dat heeft negen maanden geduurd.' Zaalhockey is een indoorvariant van hockey met eigen spelregels. Het veld is kleiner dan bij veldhockey en een team bestaat uit twaalf spelers, waarvan er maximaal zes tegelijk op het veld staan.

Het zaalhockeyseizoen loopt doorgaans van december tot en met februari. Dat het zo lang duurde, heeft ook met het prijskaartje te maken. Het gaat namelijk niet over de aanschaf van extra ballen of een nieuw doelnet.

'Als je alles meerekent, kost het ongeveer een miljoen', zegt Pietersen. 'Daarmee zijn we zo'n vijftien jaar uit de brand.' Om het bedrag met zes nullen bij elkaar te krijgen, zette Roomburg een plan op.

'We hebben een gedeelte van het bedrag via het Rijk kunnen krijgen, via de BOSA (compensatieregeling nadat in 2019 de btw-vrijstelling voor sportverenigingen verviel, red.)', licht de voorzitter toe. 'Daarnaast waren er giften, kwam er een gedeelte via de gemeente, via crowdfunding en de toeslag die we hanteren voor spelers die deelnemen aan de zaalcompetitie.

' Roomburg heeft daarmee deze winter voor het eerst een eigen hal. Een investering die het meer dan waard is, weet John van Thiel, voorzitter van de Delftse hockeyclub Ring Pass. Zijn club kocht acht jaar geleden twee opblaashallen, waar in totaal vier zaalhockeyvelden liggen.

Het huren van verschillende sporthallen in een straal van tien kilometer rond Delft was een van de redenen voor het kopen van een hal. 'Het was altijd een hoop reistijd voor de jeugd', legt hij uit. 'Vaak moesten ouders ze brengen, omdat ze niet zelf op de fiets naar een sporthal konden komen.

Ook waren vaak niet alle zalen beschikbaar.' Ring Pass had als een van de eerste clubs in Nederland de opblaashal op het eigen kunstgrasveld staan. 'We hebben het afgekeken van het tennis', verklapt Van Thiel.

'Toen dachten we: waarom doen we dit ook niet bij het hockey? Een hal op ons eigen veld.' 'Als we afbouwen, wordt ook alles op eigen terrein opgeslagen', vervolgt hij. 'Alleen de vloer niet.

Die gaat terug naar de leverancier.' De opblaashallen staan beide op één veld van de club. Het is tevens de trainingslocatie van andere hockeyclubs, zoals Pijnacker, Rijswijk, Hudito, Ypenburg en Dopie.

'Die huren het van ons voor trainingen, want nog steeds is er in de regio niet voldoende zaalruimte aanwezig.' Ook in Leiden maken andere verenigingen gebruik van de hal. Roomburg heeft één hal waar vier velden in liggen.

'Meer dan 950 mensen maken structureel gebruik van de hal', weet Pietersen. 'Hockeyclub Forescate uit Voorschoten speelt ook in de hal. Daarnaast kunnen er ook andere zaalsporten zoals volleybal en basketbal worden gespeeld.

' 'De brandweer sport er en ook studenten hebben zich gemeld', vervolgt Pietersen. 'Er is nog veel ruimte om te sporten tijdens de schooluren, dus er zijn nog meer mensen welkom.' Het grootste probleem bij de Leidse vereniging was het vinden van een goede locatie.

Over het plastic zit een netwerk van staalkabels die met ankers zijn verbonden, zodat de hal de grootste winterstormen kan doorstaan. Alleen de ankers zorgden voor problemen, want de grond die de club op het oog had, was te drassig. Zodoende kwam men uit op de Boshuizerkade.

Daar speelde tot half september LFC, maar die club moest van de gemeente vertrekken vanwege betalingsachterstanden. Op een van de voetbalvelden staat nu de hal. 'We horen vooral positieve reacties vanuit de buurt', zegt Pietersen.

'Alleen neemt de parkeerdruk wel toe, daarom zoeken we samen met de KNHB naar een oplossing daarvoor.'.