Een fout uitgepakte grap, gevoelige thematiek: als sportjournalist word je zomaar meegezogen in een draaikolk van boze reacties

Hoe schrijf je als sportjournalist over gender in tijden van polarisatie? Het IOC ontwierp richtlijnen. „Iedereen maakt fouten, iedereen heeft vooroordelen”, zeggen ze daar.

featured-image

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Hoe schrijf je als sportjournalist over gender in tijden van polarisatie? Het IOC ontwierp richtlijnen. „Iedereen maakt fouten, iedereen heeft vooroordelen”, zeggen ze daar. Maar steeds meer journalisten zijn bereid zichzelf onder de loep te nemen.



Als het niet de media had gehaald was het me niet opgevallen. Maar die paar woorden van de Britse sportjournalist Bob Ballard, na de 4×100 meter vrije slag in Parijs, gingen viral . Toen de Australische zwemsters na hun gouden olympische race wegliepen van het zwembad, zei de Eurosport-commentator dat de vrouwen „aan het afronden waren”.

Je weet hoe vrouwen zijn, zei hij, „ze hangen rond, doen hun make-up”. „ Outrageous ”, reageerde zijn co-commentator, oud-zwemster Lizzie Simmonds. „Sommige mannen doen dat ook.

” Een dag later maakte Eurosport bekend dat de uitspraken van Ballard „ongepast” waren en dat hij per direct uit het commentatorenteam was gezet. Ballard doet al sinds de jaren tachtig verslag van sportwedstrijden. Via X zei hij dat het nooit zijn bedoeling was geweest iemand te beledigen of te kleineren.

„Als ik dat heb gedaan, dan spijt me dat. Ik ben een groot voorstander van vrouwensport.” Er zijn in deze rubriek wel ergere voorbeelden voorbijgekomen.

Zoals de uitspraken van Patrick Lefevere, teambaas van wielerploeg Soudal-Quickstep. Die zei dat het vrouwenwielrennen „artificieel gepusht” wordt en dat sommige rensters het minimumloon niet waard zijn. Ik beschreef ook de kift tussen LA Times - verslaggever Ben Bolch en Kim Mulkey, coach van het vrouwenbasketbalteam van Louisiana State University.

Zij deed haar beklag over de manier waarop hij haar speelsters in een krantencolumn getypeerd had. Dirty debutantes en hot sauce , zoiets zou je toch ook niet over mannelijke basketballers schrijven? Lefevere moest van wielerbond UCI zijn excuses aanbieden voor „kleinerende opmerkingen tegenover vrouwen”, op straffe van een boete. Het stuk van Bolch werd aangepast met excuses voor „ongepast en aanstootgevend” taalgebruik.

Terecht, lijkt me. Maar bij Ballard dacht ik: zo ken ik er nog wel een paar. Wat te denken van de NOS-commentator die tijdens het EK voetbal, afgelopen zomer, de Italiaanse speler Riccardo Calafiori typeerde als „de man die voetbal ook voor vrouwen leuk maakt” – alsof vrouwen zonder uiterlijk schoon geen voetbalwedstrijden kijken.

Had Ballard niet de kans moeten krijgen om in een volgende uitzending terug te komen op zijn uitspraken? Zo van: „Beste kijkers, wat ik gisteren zei was ongepast. Ik versla al heel lang met veel plezier vrouwensport, maar maakte een grap die fout uitpakte. Stom, stom, stom.

Sorry als ik iemand heb beledigd.” Ik vermoed dat dat meer indruk had gemaakt dan zijn wegbonjouren. Nu leidde zijn straf tot felle uithalen op sociale media, tot polarisatie.

En daar is al geen gebrek aan, bleek maar weer eens uit de rel rond de Algerijnse boksster Imane Khelif. Khelif heeft een ‘V’ in haar paspoort staan en neemt al jaren deel aan toernooien in het vrouwenboksen. „Ik ben een vrouw en zal dat altijd blijven”, zei ze zelf.

En toch wordt haar vrouw-zijn openlijk in twijfel getrokken. Dat het gevoelige thematiek is wist ik, maar nooit eerder heb ik zóveel boze reacties ontvangen op een stuk als dat over Khelifs deelname aan het olympisch bokstoernooi voor vrouwen. Alsof ik in een draaikolk werd meegezogen.

De ene lezer vond dat ik „geen fuck om vrouwen en vrouwensport” geef. De andere viel (terecht) over de bijzin dat Khelif zich ‘als vrouw identificeert’. Dat zou je namelijk kunnen opvatten als: Khelif is transgender.

En dat terwijl ik in aanloop naar de Spelen de Portrayal Guidelines van het IOC had gelezen, die ‘gendergelijke, eerlijke en inclusieve vertegenwoordiging in de sport’ moeten bevorderen. Er staan voorbeelden in van wat verslaggevers worden geacht te zeggen en schrijven – en wat niet. ‘Richt je niet onnodig op uiterlijk’, is een van de richtlijnen: make-up, haren, nagels, kleding of intieme lichaamsdelen, zeker als dat geen verband houdt met sportieve optredens.

Dus geen crotch shots, cleavage en backsides . Tijdens het lezen moest ik denken aan de speech van Pierre de Coubertin, grondlegger van de moderne Olympische Spelen, aan de universiteit van Lausanne, bijna honderd jaar geleden. Hij legde uit waarom hij geen voorstander was van een hoog percentage vrouwelijke deelnemers aan het evenement.

„Als sommige vrouwen willen voetballen of boksen, laat ze dan maar, op voorwaarde dat het evenement zonder toeschouwers plaatsvindt, want de toeschouwers die op zulke wedstrijden afkomen, zijn daar niet om sport te kijken.” Ofwel: alleen vanwege uiterlijk schoon kijken mannen vrouwensport. Maar nog even terug naar die (niet-bindende) richtlijnen van het IOC.

Wat mag wel, wat niet? Sommige richtlijnen liggen voor de hand. Zeg bijvoorbeeld niet: zij zwom als een vent bij het winnen van die race. Of: ze is de volgende Michael Phelps.

Of: dat wordt een catfight . Maar hoe kan je nou het best verslag doen van die boksrel, zonder anderen voor het hoofd te stoten? En moet een faux pas als die van sportjournalist Ballard wel tot zo’n forse straf leiden? Niet dat het IOC daarover gaat, maar je zou het als uitvloeisel van hun richtlijnen kunnen zien. Ik vraag het aan Marie Sallois, die bij het IOC verantwoordelijk is voor ‘mensenrechten en gendergelijkheid, diversiteit en inclusie’.

Ze wil niet ingaan op voorbeelden, zegt ze, maar die voorbeelden laten volgens haar wel zien dat de richtlijnen effect sorteren. Er wordt steeds meer nagedacht en gepraat over taalgebruik en beeldvorming in de sport. Steeds meer sportjournalisten (van wie 80 procent man was in Parijs) nemen zichzelf onder de loep, erkennen fouten.

„Iedereen maakt fouten, iedereen heeft vooroordelen”, zegt Sallois. De eerste editie van de richtlijnen werd in 2018 uitgebracht, vertelt ze. Dit is de derde.

De meeste sportverslaggevers omarmen de richtlijnen, alleen passages over lhbti-sporters oogsten kritiek, vooral van Britse journalisten. Sallois geeft geen voorbeelden, maar ik vermoed dat het gebruik van termen als ‘geboren man’ en ‘genetisch vrouwelijk’ niet altijd als „misstap” wordt gezien. Wordt vervolgd, zou ik zeggen.

window.nmt = window.nmt || {};window.

nmt.bottom = window.nmt.

bottom || [];window.nmt.bottom.

push(function() { $.getScript('https://static.nrc.

nl/vorm/artikel/scrolly/js/d3.v5.min.

js').done(function(s, ts) {$.getScript('https://static.

nrc.nl/vorm/artikel/scrolly/js/enter-view.min.

js').done(function(s, ts) {$.getScript('https://static.

nrc.nl/vorm/artikel/scrolly/js/honk.js').

done(function(s, ts) {$.getScript('https://public.flourish.

studio/resources/embed.js').done(function(s, ts) {$.

getScript('https://static.nrc.nl/vorm/artikel/expertcolumn/js/honk.

js').done(function(s, ts) {// Anything else?});});});});});}); Danielle Pinedo (danielle.pinedo@nrc.

nl) is sportredacteur bij NRC en schrijft op deze plek over de rol van vrouwen en topsport in de maatschappij. U kunt ons via dit formulier informeren over taalfouten of feitelijke onjuistheden, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken worden niet gelezen.

.