Een Finse piste door alle provincies, de Chinese wolhandkrab en een telescoop onder de grond: ook dit staat in het Vlaams regeerakkoord

featured-image

Een Finse piste door heel Vlaanderen, de strijd tegen de wolhandkrab, een gigantische telescoop onder de grond nabij het drielandenpunt. Sommige passages in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord doen de wenkbrauwen fronsen. Of zijn ze toch niet zo gek als ze op het eerste gezicht lijken? 123 kilometer lang zou ze kunnen zijn, die fameuze Finse piste.

Zet op Google Maps het vertrekpunt nabij Scherpenheuvel, op de kruising van de provincies Limburg, Vlaams-Brabant en Antwerpen, en plaats het eindpunt in Maldegem, net over de grens tussen West- en Oost-Vlaanderen. Zo krijg je (allicht) de kortste route die alle Vlaamse provincies te voet aandoet. Leg daarover een Finse piste aan en die zou goed zijn voor 36.



900 kubieke meter aan houtschors en een kostprijs van 550.000 euro, aan materiaal alleen al. Dat berekende de firma Eyrde, gespecialiseerd in de aanleg van Finse pistes.

En dan vergeten we nog dat de bovenlaag van de houtschors minstens één keer per jaar aangevuld moet worden. Hoewel het Vlaamse regeerakkoord stelt dat deze regering mikt “op ambitieuze, opvallende projecten die verbinden en tot de verbeelding spreken”, moeten we de ambities van die Vlaamse Finse piste niet letterlijk nemen, zo geeft het kabinet van minister van Sport Annick De Ridder (N-VA) aan. Eerder is het de bedoeling om de verschillende pistes die er over heel Vlaanderen zijn, ‘virtueel’ met elkaar te verbinden.

“Zodat je je looptochtje niet telkens over hetzelfde parcours moet doen”, zegt woordvoerder Xavier Lesenne. In Vlaanderen zijn er nu al een kleine 200 Finse pistes, verspreid over 145 gemeentes. De helft van de gemeentes heeft dus al zo’n baantje liggen.

Er kan effectief een link worden gelegd in houtsnippers, geeft Lesenne aan, maar evengoed kan men je de weg wijzen naar de volgende looppiste met een infobord of pijltjes onderweg. “Een beetje zoals er nu ook al mountainbike- en wandelnetwerken bestaan.” Helemaal geen slecht idee, zegt sportsocioloog Jeroen Scheerder (KU Leuven).

“Een Finse piste biedt mensen de kans om op een laagdrempelige manier te sporten, vaak vlak bij huis”, zegt hij. “Je hoeft geen lid te zijn van een club of entreegeld te betalen, en hop, je bent weg, veilig en in het groen.” Dit project kan enthousiasmeren, meent hij.

“En je kan zoals in Nederland experimenteren met verlichting die reageert op sensoren, zodat ook de steeds talrijkere sportende vrouwen zich op hun gemak voelen.” De kostprijs is relatief laag vergeleken met pakweg een nieuwe topsporthal. Al staan er nog wel praktische bezwaren in de weg: waar moeten die verbindingswegen dan komen? Moet er gronden worden onteigend? Wie staat er in voor het onderhoud? En, zo voegt Scheerder toe: “Lopen is de vierde populairste sport, maar ook typisch iets voor de vaak al actieve middenklassers.

Moet je niet net proberen de moeilijkere groepen te bereiken?” De Chinese wolhandkrab moet, net als andere invasieve exoten, bestreden worden, staat in het regeerakkoord. Waarom eigenlijk? Al in de jaren 30 van de vorige eeuw kwamen de Chinese wolhandkrabben via de internationale scheepvaart in onze wateren terecht. Tegenwoordig overspoelen ze, bij gebrek aan natuurlijke vijand, onze waterlopen.

Hun aanwezigheid wordt volgens experts op ‘miljoenen’ geschat. Om een idee te geven: in 2019 werden er 714.000 exemplaren gevangen op één plek: in de Kleine Nete in Grobbendonk.

Dat aantal daalde wel gestaag tot ruim 100.000 in 2023. Niet alleen kunnen ze geurhinder veroorzaken als ze uit het water komen, ze bedreigen vooral onze biodiversiteit.

In de Grote Nete was op een gegeven moment het aantal waterplanten gedecimeerd, wat werd gelinkt aan de krabben, die alles kaalvreten. Sinds er een val staat, is de situatie sterk verbeterd. Al die wolhandkrabben gewoon opeten - in China zijn ze een lekkernij - is geen goed idee.

Vaak zitten er door milieuvervuiling zware metalen in. Wel wordt een deel van de gevangen krabben verhakseld tot dierenvoeder voor een lokale zoo. Waarom de Vlaamse regering specifiek de wolhandkrab vermeldt, is zowel Natuur en Bos als de Vlaamse Milieumaatschappij een raadsel.

Ook andere exoten, zoals de woekerplant Japanse duizendknoop, of soorten die recent hun intrede maakten, zoals wasberen of muntjaks, verdienen aandacht. 200 miljoen euro reserveert de Vlaamse regering voor een telescoop..

. onder de grond. De Einstein-telescoop zou, simpel gesteld, een gigantische driehoek, 250 meter diep onder het aardoppervlak worden, in de buurt van het drielandenpunt.

Elke zijde zou 10 kilometer meten. De structuur zal zwaartekrachtgolven kunnen waarnemen, waardoor we een beter beeld krijgen van ons heelal, tot in de verste uithoeken. Naast Vlaanderen zetten ook Wallonië, de federale overheid, Nederland én Duitsland hun schouders onder het project.

Om te tonen dat het menens is, zet Vlaanderen alvast een som opzij. Nederland reserveerde overigens al 870 miljoen euro. Dat vormt de basis voor verdere gesprekken om de financiering rond te krijgen.

Het project moet het wetenschappelijk onderzoek en innovatie in de hele regio een boost geven. We zijn trouwens nog niet zeker van de telescoop. Pas tegen 2026, ten laatste 2027, beslist Europa waar die komt te liggen.

Ook Sardinië heeft zich kandidaat gesteld. De bouw zou zo’n tien jaar in beslag nemen. “We gaan na of het concept ‘schoonheid van verval’ kan worden geïntroduceerd”, zo staat te lezen in het hoofdstuk Cultuur.

Neen, de nieuwe Vlaamse regering wil onze historische gebouwen niet laten verkommeren. Ook is het niet de bedoeling om zoals in de Romantiek ruïnes verheerlijken. Wel stelt de regering een meer pragmatische aanpak voor van het beheer van waardevolle gebouwen.

Omdat bij onroerend erfgoed nu vaak erg strenge regels gelden, stellen heel wat eigenaars renovatiewerken uit of laten ze het gebouw in kwestie op termijn verkommeren. Het idee zou zijn dat, onder bepaalde voorwaarden, de bestaande situatie in eerste plaats wordt geconserveerd en het gebouw nog tegen een redelijke kostprijs een nieuwe bestemming krijgt. Denk aan een historische fabriekshal die niet wordt overgelaten aan urban explorers noch helemaal wordt opgekalefaterd, maar in een ruwe staat kan hergebruikt worden als evenementenlocatie.

Geselecteerd door de redactie.