Een extra Franstalige minister in ruil voor een fusie van politiezones?

Volgens een onderzoek van de Universiteit Gent levert het samenvoegen van de zes lokale politiezones van Brussel geen enkele meerwaarde op. Maar kloppen die conclusies wel?

featured-image

‘t Is weer voorbij die mooie zomer. Tijd om de lange broek weer uit de kast te halen, en eeuwenoude discussies uit hun zomerslaap. Dat moeten ze althans bij De Tijd/L’Echo gedacht hebben.

“Fusie Brusselse politiezones dichterbij dan ooit,” kopten de zusterkranten vorige week. Tot die conclusie kwamen ze omdat de toekomstige Brusselse regeringspartijen MR en Les Engagés hun verzet tegen zo’n fusie lijken te staken. Traditiegetrouw antwoordden tegenstanders dat zo’n fusie helemaal niks oplevert.



Daarbij haalde zowat iedereen een studie uit 2019 aan. Zo schreef de Everse burgemeester Ridouane Chahid (PS) op X “dat uit een onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat het samenvoegen van de zes lokale politiezones van Brussel geen enkele meerwaarde zou opleveren”. Gewezen Défi-voorzitter François De Smet gebruikte de studie om aan te tonen dat zijn weerstand tegen een fusie niet anti-Vlaams is, maar objectief en wetenschappelijk, gezien die studie ook Vlaams is.

Burgemeester Philippe Close (PS) noemde fuseren “curieus” omdat het probleem volgens hem elders ligt. En ook burgemeester Vincent De Wolf (MR) verwees in het verleden al meermaals naar die studie. De studie is dus dé troefkaart, maar kloppen de conclusies wel? Wat met de eenheid van commando? De doorstroom van gegevens? Het coördineren van grootschalige acties? De lagere overhead­kosten? Dat zijn toch evidente voordelen van een eengemaakte zone? Even telefoneren met de UGent dus.

En dat telefoontje was hoogst interessant. “Onze studie heeft helemaal niet aangetoond dat een fusie niet werkt,” zegt Jelle Janssens, die meeschreef aan de studie. “De vraag was: is men bereid om naar een schaalvergroting te gaan en zo ja, in welke vorm: een fusie of een associatie?” Korpschefs, burgemeesters en politiedirecteurs zeiden daarop dat een fusie niet nodig was.

Er waren al samenwerkingsverbanden, beklemtoonden ze, en die werken goed.” “Maar de voorbije zes jaar hebben we gezien dat er nog veel werk aan de winkel is,” zegt Janssens. “Als ik zie wat er gebeurt op het vlak drugsgeweld, schietpartijen, hoe de stationsbuurten eraan toe zijn .

.. De samenwerking loopt niet van een leien dakje.

Schietpartijen verplaatsen zich, drugsoverlast beperkt zich niet tot één zone. Wie stuurt dan aan?” De studie is dan ook gedateerd, stelt de criminoloog. “Mijn lezing is dat men de samenwerkingsverbanden wel heel rooskleurig inschatte – net om een fusie of een hervorming te vermijden.

” Anders gezegd: het rapport herhaalt gewoon wat burgemeesters en korpschefs zeiden. En hun antwoord op de vraag of ze hun macht als ‘hoofd van’ wilden afstaan, was ‘neen’. “In 2023 voerden we een fusiestudie uit, en daaruit bleek heel duidelijk dat het wel voordelen oplevert,” zegt Janssens.

De grote meerwaarde is de eenheid van commando. Tijd dus voor Franstaligen om intellectueel eerlijk te zijn. Het is gewoon belachelijk dat er zes zones zijn in één stad.

Van Buenos Aires tot Bangkok hebben steden maar één zone en dat heeft een reden, dezelfde trouwens als waarom ze in Brussel van negentien naar zes politiezones zijn gegaan. Wijkagenten op gemeente- of districtsniveau zijn in buitenlandse steden vaak behouden. Er is dus nog nabijheid.

Wel klopt het dat de aansturing niet evident zou zijn. Negentien burgemeesters voor één zone, dat is veel. De politiezone Arro Ieper omvat tien gemeenten en daar zijn weleens strubbelingen.

“Maak het een bevoegdheid van de minister-president,” zeggen Nederlandstaligen. “Of fuseer de gemeenten.” Maar dan moeten ook wij intellectueel eerlijk zijn.

Voor Franstaligen betekent dat een verlies aan macht, een ‘verstoring’ van het taalevenwicht. Zijn wij bereid om dat verlies te compenseren? Bijvoorbeeld door een extra Franstalige minister of staatssecretaris aan te stellen? Of door een vermindering van het aantal Nederlandstalige parlementsleden of Brusselse regeringsleden? Het zijn heikele punten, waarover wij dan weer weigeren te praten. Maar zolang taboes niet besproken worden, verandert er nooit iets, en dat kunnen we ons niet langer permitteren.

Daarvoor wordt er in Brussel op dit moment net iets te veel heen en weer geschoten. En dat hebben Les Engagés en MR alvast goed begrepen..