
Dat blijkt uit een gisteren openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Den Haag. De inmiddels 35-jarige man werd in 2013 beroepsmilitair bij de Koninklijke Landmacht. Eind 2015 werd in zijn huurauto vijf gram cocaïne aangetroffen.
Op basis daarvan werd hij in maart 2016 door Defensie ontslagen. De militair nam echter geen genoegen met het ontslag, en spande een reeks bezwaar- en beroepsprocedures aan. Uiteindelijk oordeelde de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in september 2023 dat de militair destijds ten onrechte was ontslagen, omdat Defensie niet met zekerheid kon bewijzen dat de cocaïne in de huurauto van hem was geweest.
Als gevolg van die uitspraak moest Defensie de ex-militair maar liefst bijna acht jaar aan achterstallige salarissen betalen. Bij een conservatief geschat maandinkomen van 2500 euro gaat het al snel om een kwart miljoen euro. Die betaling is des te pikanter omdat de ex-militair inmiddels een veroordeling wegens betrokkenheid bij drugs-gerelateerde delicten aan zijn broek had hangen.
Eind 2020 had de rechtbank Noord-Nederland hem veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur, omdat hij zich schuldig had gemaakt aan cocaïnehandel en hennepteelt, en bezit van hennep en xtc-pillen. Omdat de man inmiddels zijn eigen drugsverslaving had overwonnen, het drugsmilieu achter zich had gelaten en een gezinsleven had opgebouwd, bleef een gevangenisstraf hem bespaard. Wél bood deze veroordeling Defensie echter de kans op de man opnieuw te ontslaan.
Direct nadat de CRvB eind 2023 een streep door het eerste ontslag had gezet, werd de ex-militair opnieuw op straat geknikkerd, nu als gevolg van de veroordeling wegens betrokkenheid bij drugscriminaliteit. Ook tegen dat tweede ontslag protesteerde de man, met een gang naar de rechter. Volgens de ex-militair had Defensie moeten kiezen voor een mildere ontslaggrond, namelijk 'ongeschiktheid voor zijn functie'.
Dan zou namelijk geen sprake zijn van een verwijtbaar ontslag, en zou hij een werkloosheidsuitkering kunnen aanvragen. Dit keer was het protest van de ontslagen ex-militair niet succesvol. De rechtbank Den Haag oordeelde onlangs namelijk dat het tweede ontslag wel terecht is.
Op basis van de veroordeling uit 2020 constateert de rechter dat de man zich 'vergaand en gedurende geruime tijd met drugscriminaliteit' heeft ingelaten, en dat dit 'onverenigbaar is met het militair ambt'. Ook vindt de rechter de straf en de ontslaggrond niet te streng. "De consequentie van oneervol ontslag en de gevolgen daarvan voor aanspraken op werkloosheidsuitkeringen waren voor de man te voorzien en komen voor zijn risico.
" Dat de voor drugshandel veroordeelde ex-militair bijna acht jaarsalarissen opstreek, liet de Haagse rechter meewegen in haar oordeel. "Er is verder niet gebleken dat de man financieel op onevenredige wijze door het ontslag wordt getroffen, waarbij opmerking verdient dat hij door de vernietiging van het eerdere ontslag loon ontvangt over de periode van maart 2016 tot en met december 2023." Ook wijst de rechter erop dat de ex-militair gewoon een andere betaalde baan kan zoeken.
De advocaat van de man reageerde nog niet op een verzoek om toelichting op de uitspraak. Woordvoerder Klaas Meijer van het ministerie van Defensie laat weten dat de werkgever 'in deze de uitspraak van de rechter volgt' en zich neerlegt bij de betaling van de achterstallige jaarsalarissen. "Er bestaat voor eventuele terugvordering geen rechtsgrond.
".