WESTLAND - Jaap Dijkshoorn (83) heeft zelf nooit een auto gehad. Toch is hij een van de eersten die een rit door de twee tunnels van de Blankenburgverbinding heeft mogen maken. De aanleiding is helaas minder feestelijk: hij heeft niet lang meer te leven.
Des te meer geniet hij van deze unieke kans. 'Er was weinig kleur vandaag, maar dit was een lichtpuntje.' De regen komt met bakken uit de lucht vallen als Jaap met dochter Linda en schoonzoon Michel bij het informatiecentrum van de Blankenburgverbinding komt aanrijden.
'Je ziet het niet aan hem, maar mijn vader is heel ziek', vertelt Linda. 'Daarom blijft hij in de auto zitten, anders is het veel te vermoeiend allemaal.' Vooral de laatste zes jaar hebben zijn tol geëist, zegt ze.
'Nu heeft hij niet meer zo lang. Maar hij wilde zo graag nog eens door de tunnel. Dat wilde ik graag voor hem regelen.
De open dag vorige week was veel te druk en zelfs gisteren was het nog twijfelachtig of het qua energie kon doorgaan. Maar als je hem nu ziet, denk je: die man is 70, hij kan nog jaren mee.' Jaap zelf zit trots te glimlachen in de auto.
Hij vindt het één groot spektakel allemaal, zegt hij. Hij woont met zijn vrouw twaalf hoog in een flat langs het Scheur (een tak van de delta van de Rijn en de Maas) en heeft de werkzaamheden aan de tunnel vrijwel dagelijks gevolgd. Eerst op de fiets, later ging hij er met de scootmobiel op uit.
'Ik had soms weken waarin ik 250 kilometer reed. Lekker naar buiten, allerlei projecten bekijken. Dat maakte mijn hoofd leeg en gaf me weer energie voor de volgende dag.
' Zijn interesse komt voor uit het werk dat hij 43 jaar lang deed bij scheepswerf De Hoop tussen Schiedam en Rotterdam Overschie. 'Daar heb ik alle lagen van het bedrijf gezien: timmeren, schilderen, alles. Behalve op kantoor.
Ik heb meegebouwd aan de Rotterdamse politieboten, havenboten. Toen ik klaar was, ging ik bij grote projecten kijken.' Aanvankelijk was hij tegen de komst van de Blankenburgverbinding, want dat ging ten koste van het groen in Vlaardingen.
'Ze hebben mijn bos gesloopt, dat vond ik het ergst. Als je wind mee had, liep ik langs het water. Met wind tegen nam ik het bos.
Dat kan nu niet meer.' Ook had de fanatieke fietser liever gezien dat er ook een fietstunnel zou komen, net als bij de Beneluxtunnel. 'Maar nu begrijp ik dat de tunnel dertig meter diep ligt.
Dat is levensgevaarlijk om met de fiets in af te dalen. Dan ga je veel te hard.' Tijd om op pad te gaan.
Een medewerker van Rijkswaterstaat rijdt met haar auto voorop. Via een zijingang rijden we stapvoets de A24 op. Boven de weg zijn rode kruizen te zien.
Jaap: 'Zo stil heb je een snelweg nog nooit gezien.' Vlak voor de ingang van de tunnel maken we een tussenstop voor een foto met de fotograaf van Rijkswaterstaat. Jaap steekt zijn duim omhoog en tovert een glimlach te voorschijn.
'Als ik zit, heb ik nergens last van. Ik vind het leuk dat ik als een van de eersten door de tunnel mag.' Het is maar een kleine rit van nog geen kilometer, waarna schoonzoon Michel weer omdraait voor de weg terug.
Als we de tunnel weer uitrijden, wijst Jaap naar de tijdelijke fietsbrug over de tunnelbak. 'Daar reed ik elke dag overheen, hij leidt je om de tunnel heen. Maar straks kun je gewoon weer naast het water vanuit Vlaardingen naar Maassluis rijden.
' Jaap zal dat zelf niet meer meemaken. Zelfs de opening van de tunnel op 7 december maakt hij niet meer mee. Zijn einde heeft hij zelf bewust gekozen.
'Zijn lichaam is op', zegt zijn dochter. Spijt van dat besluit heeft hij niet. 'Als ik mocht kiezen, zou ik het zo weer doen.
Als ik op bed ga liggen kom ik er haast niet meer uit.' 'Als je dan dit meemaakt en bewust afscheid kan nemen van al je vrienden en familie, dan is dat toch mooier dan een plotseling overlijden.' Na het ritje door de tunnel keren we terug naar het informatiecentrum.
'Een dikke duim omhoog voor alle medewerkers', zegt hij, duidelijk onder de indruk van alles. 'Ik heb een hele fijne middag gehad. Prachtig dat ze dit voor iemand over hebben.
Er was weinig kleur vandaag, maar dit was een lichtpuntje.' Dan ineens wordt er op het raam geklopt. Het is Onur, de voorlichter van het informatiecentrum, met een grote fotolijst in zijn handen.
'Wij doen alles weg, want het project is hier klaar. Maar uw fietspad staat op deze luchtfoto, kijk maar. U mag hem hebben, want misschien is het ook een mooie herinnering voor uw kinderen.
Dit zegt iets over uw dromen en uw geschiedenis.' Jaap is duidelijk verrast en hij bedankt de voorlichter met een warme kneep in zijn armen. 'Ik ga hem ophangen op de plek waar ik nu verblijf', zegt hij met een trilling in zijn stem.
Ook Onur is geraakt. 'Al is het maar een week, zorg er goed voor', zegt hij enigszins geëmotioneerd. Hij weet dat Jaap niet lang meer heeft.
Toen hij hoorde dat 'de man met de scootmobiel die altijd komt kijken' een laatste bezoek zou brengen, wilde hij maar wat graag afscheid nemen. Jaap kan de actie zeer waarderen. 'Ik ben er hartstikke blij mee.
Echt. Ik zeg niet tot ziens, maar heel erg bedankt.'.
Bovenkant
Doodzieke Jaap wil als laatste wens door gloednieuwe tunnel rijden: 'Dit was een lichtpuntje'
Jaap Dijkshoorn (83) heeft zelf nooit een auto gehad. Toch is hij een van de eersten die een rit door de twee tunnels van de Blankenburgverbinding heeft mogen maken. De aanleiding is helaas minder feestelijk: hij heeft niet lang meer te leven. Des te meer geniet hij van deze unieke kans. 'Er was weinig kleur vandaag, maar dit was een lichtpuntje.'