Doodslag Annie De Poortere is verjaard, ex-man wordt wel verwezen voor valsheid in geschrifte

In de zaak van de dood van Annie De Poortere in 1994 in Sint-Martens-Latem gaat het om doodslag maar is het dossier verjaard. Dat heeft de Gentse raadkamer vrijdag beslist. De man wordt wel verwezen naar de correctionele rechtbank voor valsheid in geschrifte.

featured-image

In de zaak van de dood van Annie De Poortere in 1994 in Sint-Martens-Latem gaat het om doodslag maar is het dossier verjaard. Dat heeft de Gentse raadkamer vrijdag beslist. De man wordt wel verwezen naar de correctionele rechtbank voor valsheid in geschrifte.

Op zaterdag 27 april 2024 werden in de Kerkstraat in Sint-Martens-Latem de stoffelijke resten van een lichaam teruggevonden bij verbouwingswerken naast de vroegere woning van Annie De Poortere, die verdween op 12 november 1994. De echtgenoot van De Poortere, de nu 79-jarige H.D.



, werd opgepakt en uitgebreid verhoord. De nabestaanden van de vrouw kregen te horen dat de man had toegegeven dat hij het lichaam verborgen had, maar dat hij ontkende dat hij de vrouw om het leven bracht. De man werd aangehouden voor moord en onder elektronisch toezicht geplaatst, maar eind mei werd hij vrijgelaten door de onderzoeksrechter.

Hij bleef wel verdacht van moord en het parket stelde dat de speurders “alles op alles zetten om een zo snel mogelijk onderzoek te garanderen”. Door de recente wetswijziging rond de verjaringstermijn voor misdaden die bestraft kunnen worden met levenslange opsluiting, die van 20 naar 30 jaar gebracht werd, zou een verjaring vermeden kunnen worden, maar dat geldt alleen als hij verwezen zou worden voor moord. Het openbaar ministerie vroeg aan de raadkamer om de verjaring vast te stellen voor de feiten die geleid hebben tot de dood van De Poortere.

Het parket-generaal meende dat er geen aanwijzingen zijn van voorbedachtheid en dat het daarom om doodslag gaat. Onder die kwalificatie zouden de feiten al op 12 november 2014 verjaard zijn, en de raadkamer oordeelde vrijdag dat de strafvordering voor doodslag inderdaad vervallen is door verjaring. Het parket-generaal vroeg en kreeg wel de verwijzing naar de correctionele rechtbank voor H.

D. “wegens valsheid in geschriften namelijk door valselijk een burgerlijke procedure tot afwezigheidsverklaring van wijlen zijn echtgenote te hebben opgestart, wat ook in een burgerlijk vonnis resulteerde waarbij de afwezigverklaring rechterlijk werd vastgesteld”. Omdat de valsheid zou blijven duren zijn tot het lichaam van de vrouw gevonden werd, zou die valsheid in geschrifte nog niet verjaard zijn.

Voor die tenlastelegging riskeert de man theoretisch vijf tot tien jaar cel. Alle partijen kunnen nog in beroep gaan bij de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling, die dan opnieuw over de mogelijke verjaring moet oordelen. De verdediging van de man had gepleit dat ook de feiten van schriftvervalsing verjaard zouden zijn.

H.D. was niet aanwezig voor de raadkamer, maar zijn advocaat Ashley Bickx bekijkt nog of er beroep wordt aangetekend.

“De vordering van het parket is volledig gevolgd. We moeten de motivering van de raadkamer nog bekijken, maar er is wel discussie over het gebruik van het valse stuk, en hoe lang dat geduurd heeft. Ik moet het nog bespreken met mijn cliënt.

Wat de doodslag betreft hebben we altijd gezegd dat de feiten verjaard zijn en de raadkamer is daarin gevolgd.” H.D.

had verklaard dat hij het lichaam van De Poortere vond nadat ze zelfmoord gepleegd zou hebben. Hij weigerde in september aanwezig te zijn bij de reconstructie van de dood van Annie De Poortere. Uit de resultaten van de autopsie op de overblijfselen van De Poortere viel geen doodsoorzaak af te leiden, maar de speurders en de nabestaanden hoopten dat een wedersamenstelling meer duidelijkheid kon brengen.

De medewerking van de verdachte was daarbij van doorslaggevend belang, omdat zijn verklaring centraal staat en er geen getuigen zijn die de man kunnen tegenspreken..