Dit is de stad over een paar jaar: een robot die jouw pizza bezorgt en een praatje met je maakt

Een robotbezorger die door de wijk rijdt en je pakketje thuisbezorgt en een automatische straatveger die de stad schoonhoudt. Over een paar jaar zou het in Rotterdam zomaar de normaalste zaak van de wereld kunnen zijn. Hoe bereiden we ons voor op een stad vol robots? En willen we dat eigenlijk wel?

featured-image

TECHNOLOGIE Dit is de stad over een paar jaar: een robot die jouw pizza bezorgt en een praatje met je maakt Meike Schipper Vandaag, 09:01 • 6 minuten leestijd Binnen een aantal jaar zou het in de stad kunnen krioelen van de robots, zoals bezorgrobots of EHBO-robots. © Freepik Een robotbezorger die door de wijk rijdt en je pakketje thuisbezorgt en een automatische straatveger die de stad schoonhoudt. Over een paar jaar zou het in Rotterdam zomaar de normaalste zaak van de wereld kunnen zijn.

Hoe bereiden we ons voor op een stad vol robots? En willen we dat eigenlijk wel? Robots zijn al overal om ons heen. Het zijn apparaten die zelfstandig te werk gaan, zonder dat je ze hoeft te bedienen. “De toekomst is al lang begonnen”, grapt Tomasz Jaskiewicz, onderzoeker en lector aan de Hogeschool Rotterdam.



“Denk aan een keukenrobot of een wasmachine met een AI-functie.” De technologie bestaat dus al. “In de Verenigde Staten zijn er veel tests met zelfrijdende karretjes en drones, die boodschappen of pakketjes bezorgen.

In Nederland heb je meerdere restaurants met robotische obers. Op vakantieparken zijn er ook robotvoertuigjes die lakens, handdoeken en bestellingen aan de huisjes bezorgen.” Ook pizzarestaurants en universiteitscampussen testen bezorgrobots.

'De toekomst is al begonnen' Het zal niet lang meer duren voordat het in de stad wemelt van de robots. “Heel waarschijnlijk zijn er binnen een paar jaar honderden of duizenden van dit soort apparaten op straat”, zegt Jaskiewicz. De robots kunnen dataverzamelende monsters zijn of juist sociale, behulpzame buurtgenoten.

Daar hebben we zelf invloed op, vertelt Iskander Smit, oprichter van Cities of Things. Samen met Jaskiewicz organiseert hij workshops in Rotterdamse wijken om buurtbewoners te betrekken bij de ontwikkeling van robots. “We kunnen nu al bedenken wat voor toekomst we willen, als bewoners van de stad.

” Zo zou een robot eruit kunnen zien die zwerfafval opzuigt op straat. © Freepik Deelscooters en fatbikes Rotterdam moet zich goed voorbereiden op de komst van robots, vinden de onderzoekers. “Wij vermoeden dat je anders een beetje dezelfde problemen krijgt als met deelscooters, of dark stores (magazijnen van bezorgwinkels, red.

), of fatbikes. Dan ontstaat er opeens iets en heeft iedereen daar een mening over”, voorspelt Jaskiewicz. Net als bij de deelscooters die overal geparkeerd worden, kunnen robots de vraag opwerpen wie er recht heeft op de stoep.

“Stel, je stuurt een groepje schoonmaakrobots de stad in. Wie heeft dan het recht om de stoep te claimen als je erlangs wil?” vraagt Smit zich af. De komst van stadsrobots is nog veel complexer dan het deelvervoer.

“Het gaat niet over maar één soort voertuig, maar over heel veel verschillende soorten. Het kunnen bestelkarretjes zijn, maar ook veiligheidscamera’s op wielen of advertentieborden.” Misbruik, hacken en stelen Net als elke technologie kent het gebruik van robots bepaalde risico’s.

“Bijvoorbeeld dat de robot iemand niet ziet en er tegenaan rijdt, en dat diegene een been breekt. Maar het gevaar kan ook zitten bij mensen die zo’n ding gaan misbruiken, bijvoorbeeld hacken of data stelen. Het zou zelfs voor terroristische doeleinden gebruikt kunnen worden.

” De indirecte gevaren zijn wat moeilijker in te schatten, zegt Jaskiewicz. “Bijvoorbeeld mensen die banen kwijtraken, of het verdwijnen van de sociale rol van de postbode. Dat kan net zo schadelijk zijn.

” Voor veel mensen is een praatje met de postbode of de pizzabezorger heel belangrijk, maar willen we dat robots dat praatje overnemen? “Stel dat je in de toekomst een robotbezorger vraagt om jou elke week twee pizza’s te bezorgen, en opeens nog maar één.” Dan geef je de robot eigenlijk informatie over je relatiestatus, legt Smit uit. “Wil je dan dat een robot vraagt: ‘Hé, ben je nu alleen?’” Koffie aanbieden Toch is de komst van robots niet per se slecht nieuws voor ons sociale leven, als het aan Smit en Jaskiewicz ligt.

Het kan ook góed nieuws zijn. Smit: “Het is niet alleen maar een ding. Het gaat interacties aan, het heeft een rol in de gemeenschap.

” Smit noemt een voorbeeld van een robot die studenten van de Hogeschool Rotterdam maakten om mensen op een volkstuin te helpen tuinieren. “Mensen gaan vaak tuinieren omdat ze in contact willen komen met andere mensen, dus zo’n robot moet dan niet in de weg gaan staan. Dus de robot was juist zo gemaakt dat hij het contact tussen tuinierende mensen versterkt, door koffie aan te bieden en zo mensen bij elkaar te brengen.

” Volgens de onderzoekers is het dus van belang dat we kijken naar de nieuwe situaties die door de robot ontstaan. “En zijn die wenselijk of waardevol?” Een zelfgemaakte EHBO-robot wordt na de workshop getest op de Coolsingel. © Iskander Smit 'Burgers zijn experts' Smit en Jaskiewicz willen het ontwikkelen van stadsrobots niet overlaten aan big techbedrijven.

“Burgers zijn experts in hun eigen leven en hun eigen wijken. Als een groot techbedrijf of de gemeente van bovenaf beslist, ‘dit moet er in de wijk gebeuren’, dan gaat het bijna altijd mis.” Dat komt doordat zij snel geneigd zijn om vanuit efficiëntie en geld te denken, zegt Jaskiewicz.

“Als je alleen naar de cijfers kijkt, dan maken die robots het misschien veel goedkoper, dan heb je al die medewerkers niet meer nodig.” Zo kan een beslissing snel gemaakt zijn, en dus hebben we volgens Jaskiewicz alternatieven nodig. Oogjes en mond Om alternatieve robots te ontwikkelen, organiseren de twee onderzoekers workshops met studenten van de Hogeschool Rotterdam en inwoners van Rotterdamse wijken, zoals de Afrikaanderwijk.

“Het eerste wat deelnemers van de workshops doen is oogjes en een mond op een apparaat plakken, want dan wordt het een robot”, grapt Jaskiewicz. De deelnemers bouwen op de basis van een zelfrijdend karretje hun eigen robot. Zo maakten bewoners van de Afrikaanderwijk bijvoorbeeld een inzamelbot om het afval van de markt te verzamelen, zodat het hergebruikt kan worden.

Die werd daarna op straat getest. “90 procent van de mensen loopt gewoon langs en kijkt er niet eens naar.” De zelfgemaakte afvalrobot benadert mensen op het Afrikaanderplein.

© Iskander Smit Robots van de mensen in de stad Het liefst zien Smit en Jaskiewicz dat robots ontwikkeld worden door de bewoners van een wijk en ook het eigendom zijn van de wijk. “En dan kan een lokale fietsenmaker de robot onderhouden.” Op die manier houden de bewoners meer controle over de robot.

Jaskiewicz: “Als die dan data verzamelt, wordt er lokaal een afspraak gemaakt over welke data verzameld wordt, waar het wordt opgeslagen en wat het doel ervan is. Verzamel data vóór de wijk.” Hoe realistisch is die toekomst? Jaskiewicz: “Het is niet alleen realistisch, maar ook heel erg wenselijk.

” Smit: “Wij vinden niet dat er zoveel mogelijk robots op straat moeten komen. Maar als er dan toch robots komen, laten we dan vooral zorgen dat het goede robots zijn. Robots van de mensen in de stad.

”.