Dit is de Chinese strategie in de techoorlog: heel China draait straks op ‘Huawei Inside’

Vijf jaar geleden begon Donald Trump de techoorlog tegen Huawei. Afgesneden van Amerikaanse chips en software vindt de Chinese techreus zichzelf opnieuw uit, met (bijna) zelfrijdende auto’s, een eigen besturingssysteem en een sleutelrol in China’s eigen chipindustrie.

featured-image

Nee, niet negentien seconden. Negentig. „ Nine-zero ”, voegt de chauffeur er voor de duidelijkheid aan toe.

„Zo lang mag je je handen van het stuur laten, terwijl de auto zelf rijdt. Soms wel minuten achter elkaar.” Op eigen houtje voegt de oranje SUV in op een drukke vierbaansweg langs de Huawei Campus in Shenzen.



De chauffeur vermaakt zich ondertussen met het dashboard – een beeldscherm over de volle breedte van de auto. Ter vergelijking: in Europa beginnen rijassistenten meestal al na een paar seconden te piepen als je even niet oplet. Maar China geeft de zelfrijdende technologie ruim baan, en bedrijven als Huawei springen daarop in.

In een paar jaar tijd stampte de Chinese techreus ‘intelligente’ auto’s uit de grond. Huawei produceert zelf geen voertuigen, maar ontwikkelt hardware en software waarmee auto’s bijna autonoom kunnen rijden. Autofabrikanten uit China als BYD, Geely en het kersverse merk AITO ( Adding Intelligence To Auto ) rijden rond met dit systeem, dat Huawei Inside heet.

Je kunt de slimme auto’s in het straatbeeld herkennen aan de pukkel boven de voorruit; daarin huist de lidar, één van de 27 sensoren waarmee de auto andere verkeersdeelnemers waarneemt en zichzelf ertussendoor loodst. Veilig? De Huawei-software rijdt in ieder geval minder agressief dan de gemiddelde Chinese bestuurder, in de chaotische ochtendspits in Shenzhen. Huawei omarmt de automarkt omdat het nieuwe inkomstenbronnen nodig heeft sinds het getroffen wordt door Amerikaanse sancties.

Het Chinese techbedrijf (omzet 92 miljard euro, 207.000 werknemers) is een verlengstuk van de Chinese communistische partij, vinden de VS, en is daarom niet te vertrouwen. „Huawei moet kapot”, zei een van Trumps toenmalige veiligheidsadviseurs in 2020 tegen NRC .

Dat gebeurde niet. Huawei is bezig aan een comeback, al zegt het dat liever niet hardop. Dan dreigen nog strengere sancties, bovenop de importtarieven die de nieuwe regering-Trump voor China voorbereidt.

NRC reisde naar Shenzhen en Shanghai om te kijken hoe Huawei de techoorlog doorstaat en sprak met medewerkers en ex-medewerkers. Zij willen niet met hun naam in de krant, maar schetsen wel het beeld van een bedrijf dat zichzelf opnieuw probeert uit te vinden – koste wat kost. Huawei, in 1987 opgericht door de nu 80-jarige Ren Zhengfei, is wereldwijd de grootste leverancier van netwerkapparatuur.

Het was ook een toonaangevende telefoonproducent, die bijna Apple van de troon stootte. Totdat de techoorlog uitbrak; in 2019 plaatste de eerste regering-Trump Huawei op de Entity List , een lijst met Chinese bedrijven die zonder vergunning geen Amerikaanse technologie mogen kopen. De exportmaatregel is getroffen om te voorkomen dat Huawei geavanceerde chips in handen krijgt.

Het mag die chips sinds 2020 ook niet meer laten maken in Taiwan, bij de toonaangevende fabrieken van TSMC. Sommige westerse landen haalden Huaweis apparatuur uit de kern van het netwerk. Ze zijn bang voor cyberspionage of sabotage van cruciale mobiele infrastructuur (roepnaam: 5G).

Huawei spreekt die verdenkingen steevast tegen en stelt dat het als private onderneming geen banden heeft met de Chinese staat. In Nederland schroefde T-Mobile (tegenwoordig Odido) de Huawei-spullen uit het mobiele net. KPN gebruikt het Chinese merk nog wel voor zijn zendmasten.

Andere Europese landen, zoals Duitsland, zijn terughoudender met ‘ontchinezen’ en ook buiten de westerse invloedssfeer bleef Huawei doorgroeien. Het kreeg ook meer opdrachten in thuisland China. Vijf jaar nadat Trump de techoorlog heeft ontketend, is Huawei nog altijd groter dan concurrenten Ericsson en Nokia.

De grootste klap kreeg Huawei te verwerken in de smartphonemarkt. Omdat Google zijn Android-besturingssysteem niet langer mocht leveren, werden Huaweis telefoons onbruikbaar en kelderde het marktaandeel. In 2021 viel de bedrijfsomzet in één klap terug met 30 procent.

Dit dwong Huawei over te schakelen op een eigen besturingssysteem, Harmony OS, waarvan de nieuwste versie (Next) geen enkel spoortje Android meer bevat. Harmony OS is nu de drijvende kracht achter Huaweis autosoftware en belandt bovendien in laptops, als alternatief voor Windows. Deze samensmelting van voertuig, telefoon en computer is een vernieuwing die de Amerikaanse sancties eerder hebben versneld dan vertraagd.

Zodra de VS Huawei op de korrel namen, hield Ren Zhengfei op zijn eigen manier de moed erin . Hij vond op internet een afbeelding van een aan flarden geschoten Russisch jachtvliegtuig, dat toch in de lucht blijft. Al komt het plaatje vermoedelijk uit een videospel , de doorzeefde Ilyushin IL-2 (‘de vliegende tank’) werd het symbool voor Huaweis onverzettelijkheid.

De illustratie belandde in een boekje vol Ren-citaten en kwam in posterformaat in de kantoren in Shenzhen te hangen. „Helden worden gesmeed, niet geboren”, luidde de ondertitel. „Dit was Rens manier om te zeggen: we liggen onder vuur, maar we overleven dit.

Het kan wel zijn dat je wat meer moet overwerken”, legt een Huawei-medewerker uit. Een ander plaatje dat rouleerde, toonde een balletdanseres die op haar tenen een loodzware dansoefening uitvoert. Geen schoonheid zonder pijn, was de boodschap.

Voor de Huawei-werknemers is de pijngrens opgerekt en ze maken lange werkdagen. Enigszins overdreven: de maatstaf is niet ‘996’ – van 9 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds, zes dagen per week – maar ‘007’: je bent 24 uur per dag beschikbaar, elke dag. Een manager: „Dit bedrijf beloont mensen niet snel omdat ze briljant zijn of veel expertise hebben.

Het gaat erom hoe hard je werkt en hoeveel pijn je kunt lijden. Je kijkt dus niet neer op iemand die ’s middags om vier uur in slaap valt boven zijn bureau, want je weet dat die persoon de vorige nacht belachelijk lang heeft doorgewerkt.” Het toonbeeld van opoffering is Meng Wanzhou, financieel directeur en dochter van Ren.

Zij werd eind 2018 in Canada gearresteerd op verdenking van schending van de Amerikaanse sancties tegen Iran en zat duizend dagen opgesloten. In haar eigen huis weliswaar, maar die ervaring was traumatisch genoeg om haar „bijna heilig te verklaren”, aldus een medewerker. Huawei wil pracht en praal uitstralen.

In de pompeuze ontvangsthallen – veel marmer en kroonluchters – in Shenzhen worden bezoekende klanten, op weg naar de lunch, verwelkomd door een levende jukebox van vier volksmuzikanten. Dankzij strakke logistiek kunnen er acht privégroepen tegelijk aan tafel, en krijgt toch iedereen zijn eigen muzikaal welkom. De meest in het oog springende plek is de Ox Horn-campus in Dongguan, op een uurtje rijden van Shenzhen.

Daar zijn Huaweis onderzoeksafdelingen gehuisvest in een park vol replica’s van Europese steden en universiteiten. Er rijdt een Zwitsers treintje langs Duitse kastelen, Franse bibliotheken en een nagebouwde versie van de Vrijheidsbrug in Boedapest. In een koffiehoek zitten jonge Huawei-medewerkers achter hun laptops te overleggen tussen schilderijen met blozende vrouwen in dirndl , dansend in een alpenwei.

Maar deze campus is meer dan Europese kitsch. Dit is Ren Zhengfeis ode aan het oude continent: als student architectuur leerde hij de klassieke bouwstijlen waarderen. Al werken ze in een toeristische trekpleister – waar een kraampje zelfs ijs verkoopt in de vorm van een van de kastelen – Huaweis onderzoekers in Dongguan staan onder hoogspanning om nieuwe producten op te leveren en alternatieven te vinden voor Amerikaanse componenten.

Huawei steekt een kwart van zijn omzet in onderzoek en ontwikkeling ( Research & Development ); eerder bedroeg dit R&D-budget zo’n 15 procent. Deze cijfers krijg je meteen voorgeschoteld, op enorme schermen, zodra je de ontvangstruimte van R&D-gebouw betreedt. Daar wandel je langs Huaweis uitpuilende productportfolio, van mijnbouwrobots tot dataopslag in (kunstmatig) DNA-materiaal.

„In één gram DNA zou je wel 220 miljoen films in hoge kwaliteit kunnen opslaan”, weet een Huawei-medewerker. Het is nog pril onderzoek, voegt hij eraan toe. ICT-infrastructuur en radioantennes blijven de voornaamste inkomstenbron – 5G is inmiddels opgewaardeerd naar ‘5.

5G’ – maar het bedrijf verkoopt alles waar het stempel ‘connectiviteit’ op past: clouddiensten, digitale energie (de koppeling tussen laadpalen, batterijen en omvormers voor zonnepanelen) en kunstmatige intelligentie. Huaweis AI-model, Pangu, is vernoemd naar een goddelijk wezen dat volgens de Chinese mythologie de aarde schiep. „Pangu is bedoeld voor bedrijven en industrieën die efficiënter willen werken.

We gebruiken het niet om er gedichtjes mee te schrijven”, zegt een Huawei-medewerker, met een sneer naar ChatGPT. Chips blijven de achilleshiel van Huawei. Produceren bij TSMC mag niet, en door de exportrestricties ontberen Chinese chipfabrikanten de modernste lithografiemachines van ASML, die met extreem ultraviolet licht (EUV) werken.

Deze apparaten – ze worden alleen in Veldhoven gemaakt – zijn nodig om extra fijnmazige patronen af te drukken, onmisbaar als je krachtige AI-chips of processors voor smartphones wilt maken. Toch slaagde Huaweis dochterbedrijf HiSilicon erin een eigen 5G-chip te produceren, die vorig jaar augustus in een telefoon opdook. De processor van de Mate 60 Pro bleek gefabriceerd met 7-nanometertechniek (een nanometer is een miljoenste van een millimeter).

Ter vergelijking: TSMC maakt EUV-chips op basis van een 3-nanometerprocedé, die meer transistors bevatten en daardoor meer rekenkracht bieden. Maar ook met de wat minder geavanceerde DUV-machines van ASML kom je een eind, bewees Huawei. Samen met de Chinese chipfabrikant SMIC perfectioneert het een techniek die het chippatroon in meer stappen aanbrengt en zo extra gedetailleerde structuren creëert.

Herhaal je dit proces, dan is in theorie zelfs 3 nanometer haalbaar. In dat geval gaat deze multipatterning-methode echter met zoveel fouten gepaard dat er weinig goede chips overblijven en de productie onbetaalbaar wordt. Het nieuws over Huaweis eigen 5G-chip kwam naar buiten tijdens een bezoek van de Amerikaanse handelsminister Gina Raimondo aan China, en het leidde tot grote ophef in Washington.

Het was zeker niet de bedoeling Raimondo onder de neus te wrijven dat haar maatregelen tegen China niet werken, bezweren Huawei-medewerkers. De strategie is juist om onder de radar van de Amerikanen te blijven. De eigen 5G-chip moest de telecomklanten geruststellen: een bewijs dat Huawei zichzelf kan bedruipen en niet langer afhankelijk is van de chips die het voor de sancties wist te hamsteren.

Zo kan het antenneversterkers en netwerkapparatuur blijven leveren. Maar zo transparant als Huawei probeert te zijn over zijn netwerksoftware – westerse inlichtingdiensten krijgen alle toegang tot de code, om te bewijzen dat er geen ‘achterdeurtjes’ ingebouwd zijn – zo terughoudend is het bedrijf over de eigen chipontwerpen. Elke vooruitgang die het bedrijf deelt, roept nieuwe sancties op.

Een manager: „We waren zelf ook verrast door het nieuws over de chip. Holy shit , wat is dit, dachten we. Daarna hield iedereen zich muisstil.

” Bij Huawei werken afdelingen wel vaker langs elkaar heen, is zijn ervaring. „Vanuit de hogere regionen komen wat algemene richtlijnen en Chinese wijsheden. Daar moet je dan zelf invulling aan geven.

” Huaweis 5G-chip loopt qua fabricagemethode een paar jaar achter, maar de Mate-telefoon won wel terrein op de Chinese smartphonemarkt. Het jongste pronkstuk is de Mate XT, die je in drie delen kunt uitklappen tot een flinterdun 10-inchscherm. Het toestel voelt toch stevig aan, net als het prijskaartje: vanaf 2.

550 euro. Mogelijk komen deze Harmony-toestellen ook in Europa op de markt. „Ze zijn in China niet aan te slepen”, zegt een Huawei-medewerkster, „want geen enkele fabrikant maakt zo’n apparaat.

” Tegelijkertijd bladert ze van een afstandje door TikTok-filmpjes: de telefoon reageert op haar handgebaren. Smartphones zijn leuk voor consumenten, de echte groeimarkt voor techbedrijven is kunstmatige intelligentie. Chinese bedrijven als Baidu en Alibaba zitten te springen om rekenkracht voor hun datacenters, om hun AI-modellen fijn te slijpen.

Huawei bouwt de Ascend AI-chip als alternatief voor de populaire Amerikaanse Nvidia-producten en gebruikt daarvoor ook de multipatterning-techniek. Waarschijnlijk door de vele onbruikbare chips bij dit proces leunen Huaweis producten nog niet volledig op fabricage in China. Het Canadese onderzoeksbureau Techinsights vond componenten in een Ascend-chip die uit een TSMC-fabriek leken te komen – sinds 2020 verboden terrein voor Huawei.

Huawei ontkent dat het na de sancties nog chips bij TSMC heeft laten produceren. Wellicht gaat het om oude voorraad, maar volgens Reuters zou een andere Chinese chipontwerper, Sophgo, als tussenpersoon gediend kunnen hebben. Zo’n constructie staan de Amerikaanse exportregels ook niet toe.

De ophef hierover heeft meteen gevolgen. TSMC staakt deze week de levering van alle geavanceerde AI-chips voor Chinese bedrijven. Daarmee loopt het vooruit op nog strengere chiprestricties die de VS willen invoeren, nog voordat Donald Trump opnieuw president wordt.

Een meer zelfstandige Chinese halfgeleiderindustrie, dat was het doel van Xi Jinpings Made in China-plan uit 2015. Voor de VS was het een van de aanleidingen om de ‘techoorlog’ te beginnen en China knipt zich nog sneller los van westerse toeleveranciers. Huawei zou het liefst zijn wereldwijde toeleveranciersketen in stand houden, onder meer met 27 onderzoekscentra en 13.

000 werknemers in Europa. Maar door de geopolitieke druk van de VS komen de commerciële belangen van het bedrijf parallel te liggen met die van de Chinese overheid. Huawei speelt daarom een sleutelrol in die speurtocht naar een ‘ontwestersde’ productieketen voor chips.

Via Huaweis Hubble-investeringsfonds, in het leven geroepen net voordat de sanctiemaatregelen ingingen, steekt het bedrijf geld in AI-start-ups, chipbedrijven en technologie voor chipproductie . Het bouwde ook een nieuw onderzoekscentrum bij de stad Suzhou, ten westen van Shanghai, omdat de bestaande huisvesting uitpuilde. Tussen de meren en de rijstvelden verrees het 1,4 miljard dollar kostende Lianqiu Lake R&D Center.

Het is een megacomplex, een mini-stad die straks 35.000 onderzoekers huisvest. Aan ingenieurs en technisch talent heeft China geen gebrek; in 2020 rondden bijvoorbeeld 3,6 miljoen Chinese studenten een technische opleiding af.

Ter vergelijking: in de VS waren het er 820.000. De vlag met „Grand Opening” wappert nog bij de zuidelijke entree.

Die is bewaakt, want anders dan de campussen in Shenzhen en Dongguan is Lianqiu Lake hermetisch afgesloten voor de buitenwereld. Langs de Huawei Avenue staat een politiebusje met camera’s op het dak, om pottenkijkers af te schrikken. Het ziet er nu nog verlaten uit, maar Lianqiu Lake wordt Huaweis grootste onderzoekscentrum, met een oppervlakte van duizend hectare.

Belangrijke partners zitten – voor Chinese begrippen – om de hoek: de meest geavanceerde fabrieken van SMIC staan in Shanghai, en chipmachinemakers als SMEE en AMEC hebben er hun hoofdkantoor. De Financial Times berichtte dat Huawei, samen met andere chipbedrijven, meer invloed gekregen hebben om overheidsgeld naar strategische onderzoeksprojecten te dirigeren. In het verleden ging veel Chinese staatssteun verloren door corruptie en steun aan onrendabele chipfabrieken.

Het moet doelgerichter, besefte Beijing. China’s to-do-list is geen geheim: Huawei ontwikkelt eigen ontwerpsoftware voor chips, want die programmatuur komt nu nog hoofdzakelijk van Amerikaanse bedrijven. Een andere afhankelijkheid waar Huawei vanaf wil is de instructieset; de verzameling codes waarmee je een processor opdrachten kunt geven.

De meest gebruikte varianten, x86 (van de pc’s met ‘Intel Inside’) en ARM (uit je telefoon), vallen onder exportrestricties . Vandaar dat Huawei veel energie steekt in de openbronversie RISC-V , die tot teleurstelling van Amerikaanse politici niet onder de exportregels valt. Maar China’s grootste bottleneck is het gemis van de meest geavanceerde lithografiemachines – zoals ASML die in Veldhoven maakt.

Het is het enige chipgereedschap dat nog niet vervangen kan worden door Chinese alternatieven. Dat kun je bijvoorbeeld zien in de chipfabriek van Fujian Jinhua, die voor Huawei werkt aan geheugen voor AI-chips. Daar geldt sinds 2018 een verbod op inzet van Amerikaanse apparatuur.

De laatste westerse chipmachines die er draaien, zijn lithografiesystemen van ASML. Amerikaanse analisten vermoeden dat Huawei samen met SMEE, de Chinese concurrent van ASML, een volledig ‘lokale’ productielijn probeert te ontwikkelen, die chippatronen van 28 of 14 nanometer oplevert. Qua technologie ligt SMEE zo’n tien jaar achter op ASML.

De exportrestricties dwingen Chinese fabrikanten echter alternatieven te onderzoeken die ze anders links zouden laten liggen. China concentreert zich vooralsnog op oudere chiptechnologie, in combinatie met het verbinden van meerdere chip-onderdelen tot één krachtige processor. Maar de aanval op ASML’s monopolie in EUV-machines is ingezet.

Uit patentaanvragen blijkt dat zowel SMEE als Huawei werkt aan EUV-lithografie. Het kostte ASML meer dan vijftien jaar om de complexe EUV-machine enigszins werkend te krijgen. Het is een samenspel van bruut geweld (de lichtbron) en atomaire precisie (spiegels en snel bewegende onderdelen) en concurrenten haakten af omdat ze de techniek te moeilijk vonden.

Maar China heeft diepe zakken en gebruikt alle middelen om meer informatie te krijgen; in 2022 nam een Chinese oud-medewerker van ASML bedrijfsgeheimen mee en werkte na zijn vertrek enige tijd bij Huawei. Sindsdien heeft ASML zijn interne beveiliging opgeschroefd. Knowhow laat zich echter lastig inkapselen.

In de chipsector draait het om kennis en ervaring en die verdwijnt zodra iemand van baan verandert. Dat hoort bij het spel, vinden ze bij ASML: de enige remedie is zelf sneller te innoveren. Een vondst in het laboratorium of een EUV-patent levert niet zomaar een machine op, laat staan rendabele chipproductie.

Vooral het optische systeem, dat het Duitse Zeiss alleen aan ASML levert, is een struikelblok. Maar Chinese onderzoekers denken dat ze EUV onder de knie kunnen krijgen, dit decennium of het volgende. Het doel van het Lianqiu-megalab is helder: hier wil Huawei zijn eigen technologie ontwikkelen om niet langer afhankelijk te zijn van de allermodernste chips uit de VS.

Als dat lukt, draait straks heel China op Huawei Inside..