Dit betekenen de plannen van het kabinet-Schoof voor jouw portemonnee

De plannen van het kabinet-Schoof zijn bekend. De inkomstenbelasting gaat omlaag en het eigen risico wordt bevroren. Maar enorm veel meer koopkracht levert dat niet op. We hebben de belangrijkste maatregelen waar je op financieel gebied mogelijk iets van gaat merken op een rij gezet.

featured-image

Je gaat iets minder belasting betalen over je loon vanaf volgend jaar én er komt een extra belastingschijf bij. Nu is het nog zo dat je over je inkomsten uit werk tot ruim 75.000 euro 36,97 procent belasting betaalt.

Daarboven is het tarief 49,5 procent. Volgend jaar betaal je over de eerste 38.000 euro 35,82 procent en over het overige tot 77.



000 euro 37,48 procent. Het toptarief blijft hetzelfde. Een deel van dit fiscale cadeautje komt uit eigen zak.

De algemene heffingskorting – een bedrag dat je in mindering mag brengen op het loon waarover je inkomstenbelasting betaalt – gaat met 335 euro omlaag. In 2026, dus dat duurt nog een jaartje, wil het kabinet eenmalig de kinderopvangtoeslag die ouders krijgen, niet mee laten stijgen met de kosten. Dat betekent dus dat je meer moet betalen voor de opvang.

Dat levert de schatkist ruim 100 miljoen euro op. Een administratief cadeautje: het aanvragen van de zorg- en huurtoeslag mag voortaan tot het einde van het jaar waarvoor je het aanvraagt. Dat levert je mooi drie maanden extra bedenktijd op.

Ook ondernemers of andere mensen met een aanmerkelijk belang (meer dan 5 procent) in een bedrijf hebben iets om naar uit te kijken. De belasting op hun inkomsten daaruit, zoals winstuitkeringen of verkoopwinst, wordt verlaagd van 33 naar 31 procent. Dat levert deze groep 214 miljoen euro op.

De coalitie had ook beloofd om de belasting op vermogen, of eigenlijk op het rendement op vermogen, wat te verlagen. Maar dat gaat niet door. Het kopen van een tweede woning of ander vastgoed waar je niet zelf woont, wordt voordeliger.

De overdrachtsbelasting gaat van 10,4 procent naar 8. De 'tijdelijke' accijnsverlaging wordt opnieuw niet teruggedraaid, wat al was aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord. Vorig jaar werd de korting die ingevoerd werd tijdens de energiecrisis, al verlengd.

Als die op 1 januari zou aflopen, zou een liter benzine in één klap 21 cent duurder worden, maar dat wordt dus nog een jaar uitgesteld. Elektrische rijders krijgen het voor de kiezen. Ze werden tot nu toe ontzien met wegenbelasting, omdat elektrisch rijden belangrijk is om klimaatdoelen te halen.

Maar de korting die ze jarenlang kregen op de tarieven die benzine- en dieselrijders betalen, gaat flink op de schop. Vanaf volgend jaar betalen ze 75 procent van het normale tarief. Eigenlijk was het plan om de korting geleidelijker af te bouwen , maar dat scheelt de staat te veel aan belastinginkomsten.

In 2030 verdwijnt de korting helemaal. De energiebelasting op aardgas gaat omlaag met 2,82 cent per kubieke meter. Dat levert een voordeel van 29 euro op per huishouden.

Het eigen risico in de zorg van 385 euro wordt de komende twee jaar bevroren. Dat betekent dat het dus niet omhoog gaat. Vanaf 2027 wil het kabinet het eigen risico halveren naar 165 euro.

Liefhebbers van een kansspelletje worden iets ontzien. De kansspelbelasting zou eigenlijk volgend jaar stijgen van 20,5 naar 37,8 procent. Maar die verhoging wordt iets afgevlakt, tot 34,2 procent.

Maar wat blijft er nou onder de streep over als je alles plust en mint? Een heel klein beetje meer koopkracht, berekende het Centraal Planbureau (CPB). Door de bank genomen stijgt de koopkracht voor alle huishoudens met 0,7 procent. De 20 procent Nederlanders met de laagste lonen gaan er het minst op vooruit in het eerste echte jaar van het kabinet-Schoof: 0,5 procent.

Voor de middengroepen blijft er tussen de 0,6 procent en 1,1 procent meer over..