In een voormalig schoolgebouw, goed weggestopt in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer, zitten een stuk of vijftien kledingmakers behendig achter hun naaimachines te stikken. De kasten aan de muur puilen uit met plastic dozen waarop in grote letters de namen van allerlei kledingmerken staat geschreven. Van sportmerk The North Face tot de eco-kleding van Patagonia en het Italiaanse herenmerk C.
P. Company. Als de 39-jarige Thami Schweichler – de ondernemer achter dit alles – over de werkvloer loopt, maakt hij met de vele kledingmakers een praatje.
Deze vaklui, veelal vluchtelingen of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, kunnen bij Schweichler een cursus volgen tot reparatiemedewerker, legt de ondernemer uit. Na tien weken zijn ze klaargestoomd om eigenhandig kleding van grote merken te repareren. Reparaties voor 25 modemerken Met zijn United Repair Centre (URC) laat van origine Braziliaanse Schweichler kleding repareren voor 25 grote modemerken.
Terwijl kledingmakers uit het straatbeeld verdwijnen en de Sheins van deze wereld de markt bombarderen met wegwerpkleding voor een paar euro, is er ook een andere ontwikkeling gaande: kledingmerken die hun klanten reparatiediensten bieden, zodat die langer met hun kleding kunnen doen. Schweichler en sindsdien is het voor hem en zijn compagnon Paul Kerssens snel gegaan. Het oorspronkelijke pand aan het Amsterdamse culturele centrum De Hallen is het bedrijf al lang en breed ontgroeid.
Inmiddels telt het URC zelfs een dependance in Londen, waar elf mensen werken. Handig vanwege de Brexit, legt Schweichler uit. "Als je kleding voor Britten in Amsterdam laat repareren, krijg je te maken met de douane.
" In twee jaar tijd repareerden de specialisten van het URC al 50.000 stuks kleding. Afgelopen jaar nam het aantal reparaties dat het bedrijf uitvoerde met een factor 2,5 toe, zegt Schweichler.
Ook het aantal afnemers neemt in recordtempo toe; sinds afgelopen najaar kwamen er liefst negentien bij, vertelt de ondernemer. Hoe Schweichler het succes verklaart? "Er is druk vanuit consumenten", begint de ondernemer. "80 procent van de Generatie Z wil duurzamere kleding kopen.
Merken concurreren bovendien met elkaar rondom circulaire innovatie. Als het ene merk zo'n reparatiedienst aanbiedt, kan het andere niet achterblijven." Wetgeving blijkt stok achter de deur Ook een steuntje in de rug voor het URC: wetgeving.
Met houdt de Nederlandse overheid producenten er sinds kort voor verantwoordelijk dat zij het afval van hun producten inzamelen en hergebruiken. Het Europees Parlement die fabrikanten verplicht betaalbare reparatiediensten voor hun producten op te tuigen. Uiterlijk medio 2026 moet de wet in lidstaten van kracht zijn.
"Merken zijn naarstig op zoek naar een oplossing, want als de wet er straks komt, hebben zij een groot probleem. Wij hebben in twee jaar tijd nog geen enkele keer acquisitie hoeven doen." Om als modemerk zelf een faciliteit te bouwen zoals het URC is ingewikkeld, hoor je hier van zowel medewerkers als afnemers.
Het vergt een serieuze investering en goede kledingmakers zijn schaars. "Het is vakmanschap, dat in Nederland is verdwenen. Wij hebben hier bovendien alle mogelijke apparaten staan voor reparaties.
" Toch, waarom zou je als consument niet gewoon naar de kledingmaker om de hoek gaan? "Doe dat vooral", zegt Schweichler. "Vanuit mijn filosofie moét je gewoon repareren, dus wij moedigen dit alleen maar aan. Het voordeel zit hem er bij ons in dat veel kledingreparaties gratis zijn voor de klanten.
Ook weet je bij ons zeker dat je een bepaalde kwaliteit krijgt. Van verschillende merken krijgen wij bovendien specifiek materiaal, waardoor we gespecialiseerde reparaties kunnen uitvoeren." Het URC opende in 2022 zijn deuren, omdat de Amsterdamse ondernemersorganisatie Amsterdam Economic Board naar manieren zocht om lokaal vaart te maken met de circulaire economie.
Hierbij krijgen materialen na gebruik een nieuw leven. Nederland wil in 2050 een bereiken. In 2030 moeten er in ons land de helft minder grondstoffen worden gebruikt - ten opzichte van welk jaar is overigens onduidelijk.
Nederland is bepaald nog niet op koers om die doelen te halen, het Planbureau voor de Leefomgeving dit najaar. De berg aan weggegooide kleding groeit ieder jaar en in Amsterdam leek het ze dus verstandig om binnen dat circulaire verhaal eens te kijken naar textielafval. Kledingmerk Patagonia zocht indertijd naar een ruimte in Nederland waar het merk kledingreparaties kon laten uitvoeren.
In de Verenigde Staten heeft het merk al verscheidene van dit soort ateliers. Patagonia en de Amsterdam Economic Board klopten allebei aan bij Schweichler. Met zijn moederbedrijf Makers Unite liet de Braziliaanse Nederlander in die jaren reddingsvesten van migranten tot tassen verknippen, om zo werk te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Schweichler wilde de klus wel aangaan, mits hij het voor meer merken dan alleen Patagonia kon doen. "Ik vind dat je kennis hierover moet delen met andere merken. Voor ons was het een mooie kans om op een duurzame wijze meer arbeid te creëren voor mensen die het nodig hebben.
" Het URC haalde begin 2022 anderhalf miljoen euro op bij een vijftal Nederlandse geldschieters, waarmee Schweichler zijn nieuwe dochterbedrijf kon opbouwen. Dit jaar verwacht de ondernemer in Nederland voor het eerst 1 miljoen euro omzet te draaien en een bescheiden winst te maken. In Londen hoopt hij volgend jaar break-even te draaien.
"Onze markt kent dunne marges", geeft Schweichler toe, "maar er zit wel groei in. Deze markt groeit naar verwachting van een omvang van 9 miljard dollar in 2019 naar een van 35 miljard in 2030, volgens de Elle Macarthur Foundation." Kledingreparatie kost gemiddeld 35 De gemiddelde kostprijs van een kledingreparatie bij URC bedraagt 35 euro.
Zou Schweichler de prijs verder omhoog brengen, dan wordt het voor merken al snel een te dure grap - vandaar de dunne marges. De helft van de afnemers van het URC, waaronder Patagonia, bieden de reparaties vanuit een duurzaamheidsoogpunt altijd gratis aan voor hun klanten, zegt Schweichler desgevraagd. De andere helft vraagt klanten er vaak geld voor.
Een van de merken in die laatste groep is Decathlon. Na een gratis garantieperiode van twee jaar kosten kledingreparaties er gemiddeld 27 euro. Reparatiemanager Nico Werkman is op het URC aanwezig om er een presentatie te houden over onder meer de samenwerking.
De meeste kleding gaat natuurlijk niet al in de eerste twee jaar kapot. Waarom zijn merk de reparaties niet blijvend gratis aanbiedt? "Een merk als Patagonia hanteert veel ruimere marges op zijn kleding dan wij", verklaart de manager. "Als we het voor niets aanbieden, vernietigen we onze marge.
We bieden de dienst nu al aan tegen de kostprijs." Toch leverde dat Decathlon in twee jaar tijd nog maar "ruim duizend" gerepareerde kledingstukken op bij het URC. Een druppel op de groeiende plaat, als je het afzet tegen de vermoedelijk miljoenen stukken kleding die Decathlon per jaar produceert.
Maakt Decathlon dus niet gewoon schone sier met zijn samenwerking met het URC? Is het, anders gesteld, niet gewoon ? Nee, vindt Werkman. Hij wijst erop dat Decathlon ook sterk inzet op bijvoorbeeld fietsreparaties en "ecodesign", waardoor producten langer mee zouden gaan. "De samenwerking met het URC komt nog maar net op gang.
Bovendien verkopen we veel kwalitatief goede producten, die minder snel kapotgaan. Voor Thami was het een verademing dat wij als bedrijf voor de gemiddelde Nederlander interesse hadden. De meeste partners van het URC zijn premium-merken zoals Patagonia, waarbij je veel meer voor je kleding betaalt.
" Schweichler zelf maakt zich geen enkele zorgen over de intenties van Decathlon of andere deelnemende merken. "We werken alleen samen met bedrijven die een langetermijnvisie hebben op het gebied van duurzaamheid. Er komen weleens merken zonder zo'n visie naar ons toe als marketingstunt.
Tegen die bedrijven zeggen we dan 'nee', omdat we twijfelen over hun einddoel." "Bedrijven zoals Decathlon hebben zichzelf strenge CO2-doelen gesteld", zegt Schweichler. "Daar houden wij ze aan en dat leggen we contractueel ook vast.
" Wat als partners zich niet aan hun groene tussendoelen houden? Dat is nog niet aan de orde geweest, zegt Schweichler. "Er is veel interesse bij de merken om hun doelstellingen te behalen, maar besef ook dat ieder bedrijf bij ons aan het pionieren is. Het is moeilijk om van tevoren te weten welke uitdagingen je als merk krijgt.
Wij nemen onze partners daarom liever bij de hand." Met stevige Europese wetgeving op komst, ontstaat er in de gehele EU een businessmodel voor de dienst van Schweichler. Zijn bedrijf wil komend jaar dan ook stevig groeien buiten de landsgrenzen.
In 2025 moeten er "drie " bijkomen, zegt de ondernemer. "Twee in Frankrijk en één in Duitsland." Om dat voor elkaar te krijgen gaat het bedrijf met de pet rond bij Europese investeerders: 4 miljoen euro moet dit opleveren, hoopt de ondernemer.
"Over vijf jaar wil ik in Europa tien van dit soort hubs hebben staan, dát is het doel." LEES OOK:.
Bedrijf
Dit Amsterdamse Repair Centre gaf al 50.000 kledingstukken een tweede leven: ‘Modemerken zoeken dringend oplossingen voor strengere regels’
Met strenge EU-wetgeving op komst, worstelen modemerken met de vraag hoe ze snel zelf kledingreparaties aan te kunnen bieden.