Dienstencheques duurder maken, is een goed en logisch idee. Op één voorwaarde

featured-image

Bart Eeckhout is hoofdcommentator. Duurdere dienstencheques zijn wél een goed idee, schrijft hij. ‘Partijen moeten niet zeuren, en al helemaal niet als ‘minder subsidies’ in de kern van hun programma zit.

En neen, ook burgers moeten niet klagen.’ De volgende Vlaamse regering wil de dienstencheque wat duurder maken, zo leert De Tijd uit onderhandelingsnota’s van formateur Mathias Diependaele (N-VA). De prijs van een cheque zou een ietsiepietsie verhogen en de fiscale aftrek zou verdwijnen.



Dat is een zeer goed idee, op één belangrijke voorwaarde. Dat de extra centen ten goede komen aan de mensen die werken in de sector. Over het nogal unieke Belgische fenomeen van de dienstencheque bestaat wat academische onenigheid.

De cheque werd gecreëerd om werk dat grotendeels in het zwart werd uitgeoefend – huishoudhulp, poetshulp...

– de legale economie binnen te trekken. Tegelijk kon zo ook een kwetsbare en moeilijk te activeren doelgroep – vaak kortgeschoolde vrouwen – op de arbeidsmarkt binnentreden. Daartegenover staat dat het systeem de overheid veel geld kost en dat de sector nogal wat arbeidsmigranten moet inzetten om het fysieke labeurwerk op te knappen, wat de binnenlandse activiteitsgraad dus niet altijd helpt.

Toch kan je zeggen dat de voordelen – legalisering, activering – de nadelen overtreffen. Het probleem is dat het systeem rammelt, en het rammelt steeds meer. Doordat de cheques zo goedkoop zijn en de Vlaamse regering ook de extra subsidies aftopt, zijn de marges in de sector flinterdun.

Het grootste slachtoffer zijn de naar schatting 150.000 mensen die werken in de huishoudhulp. Zij wassen, plassen en strijken aan een uurloon dat nauwelijks boven de minimumgrens zit.

Tekenend voor de precaire situatie is dat huishoudhulpen na maanden onrust en onzekerheid pas nu uitzicht krijgen op een cao die de eindejaarspremie behoudt. De goedkope en fiscaal aftrekbare cheques zijn dan ook veeleer een subsidiecadeau voor de consumerende middenklasse geworden. Ze zijn een symbool van het mattheuseffect waarvan nogal wat overheidssteun doordesemd is: wie al voldoende heeft, krijgt toch nog extra voordelen.

Dat dienstencheques duurder moeten worden, is dan ook de logica zelve. Toch aarzelen opeenvolgende (centrumrechtse) regeringen om te doen wat zo voor de hand ligt, uit angst voor de mopperende burger, die oei oei oei een paar euro meer uit eigen zak moet betalen. Ook nu staat N-VA nog op de rem, en slaat Open Vld alvast op de oppositietrommel.

Laat me daar streng voor zijn. Partijen moeten niet zeuren, en al helemaal niet als ‘minder subsidies’ in de kern van hun programma zit. En neen, ook burgers moeten niet klagen.

Zelfs als je de dienstencheque met meerdere euro duurder zou maken, blijft het een zeer genereus en betaalbaar systeem. De meeste mensen accepteren dat ook wel. Goed idee dus om op die dienstencheque eindelijk een wat realistischere prijs te zetten.

Er is nog wel een probleem. N-VA, leidende partij in de Vlaamse onderhandelingen, wil een flink deel van de extra middelen gebruiken om de begroting te verbeteren. Dat schiet niet op.

De inkomsten moeten in de eerste plaats gaan naar ademruimte voor de bedrijven en een deftiger loon voor de werknemers. Voor bedrijven en werknemers is dat, zonder veel overdrijven, een kwestie van economisch overleven. Geselecteerd door de redactie.