Deze trucs worden gebruikt op etiketten in de supermarkt

Fabrikanten verleiden je maar al te graag om iets te kopen. Dit zijn een aantal van de trucs die daarbij worden gebruikt op etiketten.

featured-image

Schreeuwerige claims en dubieuze keurmerken zijn geen uitzondering op de etiketten in de supermarkt. Fabrikanten verleiden je maar al te graag om een voedingsmiddel in je winkelmandje te gooien. Dit zijn een aantal van de trucs die daarbij worden gebruikt.

Helaas: niet alles wat je leest op een verpakking is waar. Laat je niet misleiden door deze trucs op etiketten Op een etiket is lang niet altijd duidelijk hoeveel suiker er in een product zit. Als je op de ingrediëntenlijst op zoek gaat naar alleen het woord ‘suiker’, kom je er namelijk niet.



Volgens het Diabetes Fonds zijn er ruim , wat ervoor zorgt dat mensen geen idee hebben hoeveel suiker ze eigenlijk eten. Om suiker te herkennen, moet je letten op woorden die eindigen op -ose, zoals dextrose, of -stroop en -siroop. Een aantal van schuilnamen zijn bijvoorbeeld fructose, glucosestroop, dadelstroop, invertsiroop en kokosbloemennectar.

Is suiker genoemd als een van de eerste ingrediënten? Dan is er naar verhouding veel van gebruikt. Volgens moet je oppassen voor loze kreten. Denk aan ‘ambachtelijk’, ‘goed voor de weerstand’ of ‘vers’.

„Soms klopt zo’n claim inderdaad. Maar meestal zijn het loze kreten om jou te verleiden het product te kopen”, stelt het instituut. „Het zegt niets.

Zo kan een ‘ambachtelijk’ brood net zo goed in de fabriek zijn gemaakt.” Fabrikanten mogen de voedingswaarde per portie op het product zetten. Dat kan echter nogal verwarrend en misleidend zijn, omdat zij zelf bepalen hoe groot een portie is.

Ze kunnen dus een kleine portie kiezen, waardoor het lijkt alsof het allemaal wel meevalt met de calorieën. Het maakt twee producten vergelijken ook lastig. Dan kun je beter de voedingswaarde per 100 gram vergelijken en niet per portie, want daarbij weet je dus niet of dit dezelfde hoeveelheid is.

Het Voedingscentrum waarschuwt ook voor verwarring door de referentie-inname (RI) die op veel verpakkingen staat. De RI geeft aan hoeveel een gemiddelde volwassene per dag nodig heeft óf wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past. Het probleem? „Bij vitamines is het prima als je de 100 procent haalt.

Maar voor zout en verzadigd vet geldt juist: hoe minder, hoe beter.” Het kan verleidelijk zijn om voor een product te kiezen als er light op staat. Maar goed om te weten is dat light .

Hoe zit het dan? Light-producten bevatten minimaal 30 procent minder energie in de vorm van kilocalorieën, vet of suiker, vergeleken met het gewone product. Het kán dus een betere keuze zijn, maar het houdt zeker niet in dat een product niet nog steeds bomvol calorieën kan zitten. Ook omdat de kans bestaat dat je er meer van eet of drinkt, waardoor je uiteindelijk toch evenveel calorieën binnenkrijgt.

E-nummers zijn kunstmatige kleur- en smaakstoffen en conserveringsmiddelen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd. Soms zetten fabrikanten de uitgeschreven naam van een stof op het etiket in plaats van het E-nummer, omdat dit beter klinkt. Als je wilt weten of een stof in de ingrediëntenlijst een E-nummer heeft, kun je dit opzoeken in de E-nummerzoeker van het Voedingscentrum.

Overigens zijn niet alle E-nummers slecht. Tegenwoordig zijn er apps die je simpelweg vertellen of een E-nummer groen, oranje of rood is. Fabrikanten schermen graag met gezondheidskeurmerken op hun producten.

Maar niet alle keurmerken zijn even betrouwbaar. Sommige zijn simpelweg bedacht door merken en op verpakkingen geplempt. Laat je hier dus niet zomaar door in verleiding brengen.

Weten of een keurmerk betrouwbaar is? Gebruik dan bijvoorbeeld de van Milieu Centraal. Het beste van Metro in je inbox 🌐 Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen. Reacties.