De ‘vreemdeling’ is een 11-jarige Amsterdammer

Daar gaan we weer, met het zoveelste vernederlandste vreemdelingenkind, voor wie optochten worden gehouden en petities getekend, schrijft columnist Folkert Jensma. „De ironie wil dat áls het Hoofdlijnenakkoord was uitgevoerd, we nooit van Mikael hadden gehoord.”

featured-image

Wat leer je als je de uitspraak van de Raad van State in de kwestie-Mikael leest? Het 11-jarige Nederlandse jongetje zonder paspoort, dat naar Armenië moet. Met z’n illegale moeder die er vandaan komt. Mikael komt dus uit Amsterdam en is er volledig geïntegreerd.

Daar gaan we weer, met het zoveelste vernederlandste illegale vreemdelingenkind, voor wie optochten worden gehouden en petities getekend. Denk aan Mauro, aan Howick & Lili, aan de talloze anderen die anoniem bleven – en door de mazen glippen. Of toch niet – en ‘conform’ worden uitgezet.



En voor wie ooit het kinderpardon was uitgevonden, gevolgd door de ‘Afsluitingsregeling’. Helpen doet het dus niet. Welkom in het domein van willekeur en genade, onmacht en wreedheid.

Niet álles is dus te regelen, af te wegen, te rationaliseren of domweg te slikken. Althans, mij lukt het niet. Want ja, een kind.

Dat maakt alles anders. Wat bekruipt me als ik de uitspraak lees? Een hekel aan juristerij, als ik eerlijk ben. Technisch-juridisch is het allemaal te volgen.

En bestuurlijk-politiek kan ik ook nog wel billijken dat er harde grenzen moeten zijn in de asieltombola, waarin aanvragers tot het uiterste gaan om te mogen blijven. En je ziet in de rechtszaal best wat gekkigheid, met snel ingeruilde religies, identiteiten, dubbele paspoorten en mogelijk recente getatoeëerde christelijke kruizen om uitzetting naar het islamitische land van herkomst onmogelijk te maken..

Dat zal het nodige vragen van beslissers en beoordelaars – om dan de menselijke maat te blijven zien. En tegelijk de soms absurde wettelijke criteria te kunnen wegen. Op uitkomst, op disproportionele gevolgen voor een kind dat écht nergens iets aan kon doen.

Daar faalt deze uitspraak dus. Uiteindelijk is de maatstaf toch ook of je een vonnis aan je eigen moeder kan uitleggen. Het komt er op neer dat de Raad van State de 11-jarige Mikael, ‘de vreemdeling’ geheten, toerekent dat hij gedurende zijn Nederlandse bestaan niet steeds conform de regels ‘in beeld’ was bij de Staat.

Namelijk niet altijd woonachtig in een azc, maar elders, waarbij moeder inderdaad geen adreswijziging had gestuurd. Die periode duurde voor „de vreemdeling en zijn moeder” langer dan de toegestane drie maanden, namelijk elf. De ratio is dat vreemdelingen beschikbaar voor vertrek moeten zijn.

Wie „niet in beeld” is zou zich „onttrekken aan toezicht”. Mikael ging intussen gewoon naar school en was daarmee ook niet onvindbaar. Dus of hij ‘in beeld’ was? Het lijkt me een definitiekwestie, waarmee een béétje creatieve rechter raad had geweten.

Waarbij ook de strekking van de Afsluitingsregeling (het kind niet de dupe laten worden) had kunnen helpen. Maar dat mocht hier dus niet zo zijn. Hier was het lex dura sed lex .

De wet is hard, maar het is de wet. En als de uitkomst niet bevalt, moet de politiek maar wat anders verzinnen. De rechter heeft gesproken en daar moeten we het mee doen.

Minister Faber (PVV, Asiel en Migratie) wenst intussen het strengste asielbeleid ooit en kijkt weg. Het ventiel van de rechtsstaat zit dus verstopt. Wat lees ik verder? Moeder werd in 2010 een asielvergunning definitief geweigerd.

Mikael werd in 2012 geboren, dus als kind van een illegale vreemdeling. Moet ik daar een vraagteken bij zetten? Nee, dat doe ik niet. Mensen gaan relaties aan, vluchten, migreren en scheiden om allerlei redenen.

Ieder z’n eigen zoektocht. Na 2012 begon het procederen rond Mikael. Eerst een beroep op de Afsluitingsregeling, voor kinderen.

In 2015 was de doorbraak. De vreemdelingenrechter oordeelde dat Mikael en zijn moeder mochten blijven. Hoewel ze strikt genomen te lang ‘buiten beeld’ waren gebleven.

Alleen werd hun nieuwe aanvraag in 2019 kennelijk afgewezen, waartegen het duo in beroep ging. Maar weer kregen ze gelijk van de rechtbank, nu in 2021. Of de IND maar opnieuw wilde beslissen, nu graag positief.

Daarop ging de IND naar de Raad van State. Tweeënhalf jaar later komt die tot een oordeel. En werd daarmee dus onderdeel van het probleem, zónder dat mee te wegen.

Dat Mikael in een voldongen feit is veranderd. Hij is een ingeburgerde Nederlander. Hij ís al thuis.

De ironie wil dat áls het Hoofdlijnenakkoord was uitgevoerd, we nooit van Mikael hadden gehoord. De eerste rechterlijke beslissing was dan de énige geweest. De nieuwe coalitie wenst immers hoger beroep in vreemdelingenzaken af te schaffen, dat nu is belegd bij de Raad van State.

Kost maar tijd en geld, nietwaar. En of het wat oplevert?.