De vogelvrije deathmetal spacerock van Blood Incantation – Schubert is bij de zussen Milstein als een reis die je opnieuw wilt maken

Het regent waardering deze week. Metalband Blood Incantation stijgt boven elke verwachting met buitengewone sci-fi spacerock, terwijl de klassieke zussen Milstein helder en intens meeslepen op hun rijke Schubert-reis.

featured-image

Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Wat als de zaadjes van onze beschaving niet in onze omgewoelde aarde liggen, maar van ver voorbij onze horizon komen? Wat als een ándere, onbekende beschaving van buiten ons zonnestelsel de touwtjes van ons bestaan in handen heeft, en onze hele geschiedenis op hun bedrog is gebaseerd? Eng idee. Maar ook wel cool. Laat het aan Blood Incantation over om rond een dergelijk scifi-concept albums te maken: beangstigend intens, vrij nerdy, maar ook ontzettend cool.

We wisten al dat dit geen gewone metalband is, hun laatste platen waren geweldig en de shows die ze gaven op Roadburn dit jaar hoogtepunten . We wisten ook dat ze een voorliefde voor psychedelische ambient hadden, zie bijvoorbeeld hun volledig gitaarloze, ambient album Timewave Zero (2022). Op het nieuwe Absolute Elsewhere verslaat de band uit Denver, Colorado evengoed elke verwachting.



In twee monolithische tracks, ‘The Stargate’ en ‘The Message’, duiken ze nog dieper in de progressieve (kraut)rock, ambient sferen en met keyboard aangetrokken trip-golven, zonder ook maar een onsje in te leveren op het soortelijk gewicht van hun snoeiharde, technische metal. Het is soms bikkelhard complex, genadeloos als het vacuüm van de ruimte. Dan weer spiritueel als jarenzeventig-prog, grenzeloos en zintuiglijk.

Het is alsof je hun muziek door een lavalamp heen hoort. Alsof Pink Floyd en Morbid Angel in een The Fly -achtige machine tot hybride zijn samengesmolten in progressieve, kosmische, vogelvrije deathmetal spacerock. Dat begint meteen na een paar minuten al, als een moeilijk te volgen, gewapend betonnen gitaarriff met de onder/bovenaardse brulzang van Paul Riedl ineens ruimte geeft aan een lange, meditatieve exploratie met orgels en pulserende synths.

Tot de muziek aanzwelt en de noten als een meteorietenstorm op je neerdalen. Als Riedl je vanuit de andere kant van een wormgat toebrult: „Into the stargate!” kun je al niet meer terug. Het briljante zit ’m niet alleen in weirde maatsoorten of onnavolgbaar gitaarwerk, maar ook (vooral) in de perfecte overgang tussen de delen mindfulness en pure agressie.

Het is ontzettend knap hoe licht verteerbaar ze zo’n zwaar album zo houden. Hun vorige plaat schreven ze voor een deel met dank aan psychedelica, het zou niet verbazen als dat nu weer het geval is, zo makkelijk trekt de band je mee naar een ander bewustzijn. In elk geval is er hulp in de vorm van een gastbijdrage van electronicapioniers Tangerine Dream, dat is al bijzonder.

Halverwege ‘The Message’ worden de stuwraketten afgeworpen, als de band definitief koers naar stelsels buiten ons zicht zet. „Can’t you hear the voices calling your name?” zingt een echoënde stem boven een loom schuifelritme en orgelbedje. Ze voeren minutenlang de spanning op, voegen belletjes en gitaartokkels toe om uiteindelijk in volle metal-gallop het laatste deel in te duiken.

Dat moet je horen om het te geloven. Een klassieke heavymetalriff die aansluit op een complex en hard deel dat op Death’s Symbolic zou passen, waarna ze er een ragfijn Simon & Garfunkel-achtige harmonie met – ik verzin dit niet – een folky fluitje infietsen. Dat kan en hoort bijna niet zo goed te werken op een metalplaat, maar wat is het mooi.

Peter van der Ploeg Franz Schubert was de jongste van veertien kinderen uit zijn vaders eerste huwelijk. Maar vijf van hen haalden de tienerjaren. In de bedompte Weense buurt waar het gezin woonde, zat de hongerige magere Hein dagelijks aan de eettafel.

„Hij was zich ervan bewust een overlevende te zijn, aan wie de dood slechts uitstel had verleend”, schreef Hans Frölich in zijn Schubert-biografie. Vergankelijkheid is nooit ver weg in zijn muziek. Op zijn achttiende werd de componist gegrepen door Goethes gedicht Erlkönig , over hoe een stervend kind zich in zijn koortsdromen belaagd waant door de elfenkoning.

Schubert zette het al even koortsachtig in luttele uren op muziek, en maakte de woorden onsterfelijk. Zelfs onder opgewekte stukken lijken altijd de rivieren van de onderwereld te stromen. Zoals de drie Vioolsonatines die hij een jaar na Erlkönig schreef.

De zussen Maria en Nathalia Milstein vertolken deze werken op hun nieuwe album met de andere drie – latere – stukken die Schubert voor viool en piano bedacht. De bekendste en rijpste is de Fantasie , voltooid in december 1827, een jaar voor zijn vroegedood op zijn 31ste. De muziek begint gesluierd en dromerig, de vleugel kruipt vanuit de diepten langzaam omhoog richting de traag zingende viool.

Na het slepende openingsdeel vinden beide musici elkaar in een speelse dialoog, een uitwisseling die steeds heftiger wordt, voordat in het ‘Andantino’ een teder afscheid nadert. En Schubert greep daarin – zoals vaker – terug op een vroegere liedmelodie: in dit geval Sei mir gegrüsst, sei mir geküsst . In het slotdeel duiken ondertonen van verscheurdheid en dood weer op.

De zussen Milstein slepen je mee in de rijke en raadselachtige gevoelswereld van Schubert. Wie de ogen sluit waant zich met hen in één ruimte door de helderheid van de opname en de intensiteit van hun spel. En ook door een bijzonder instrument: een Blüthner-vleugel uit 1857.

Violisten kunnen zich jarenlang hetzelfde instrument eigen maken, maar de meeste pianisten moeten altijd afwachten welke vleugel ze onder handen krijgen. De Milsteins gingen op zoek naar een instrument dat hun Schubert-gevoel weerspiegelt. Dat vonden ze bij de Haarlemse pianowinkel Andriessen; een Blüthner waarin de snaren parallel lopen.

In moderne vleugels kruisen ze over elkaar heen, waardoor in felle passages met veel noten klanken kunnen gaan klonteren. Het betekent dat pianisten moeten inhouden op plekken waar de componist wil dat zij voluit gaan zonder dat de stemmen ondoorzichtig worden. Door deze Blüthner bloeit in Nathalia Milsteins spel de zangerigheid van Schubert, van de breekbare intimiteit uit de vroege sonates van zijn late tienerjaren tot de diepten van de Fantasie .

De zussen maken van Schuberts werk voor viool en piano een reis die je telkens opnieuw wilt maken. Joost Galema.