De troost van drogend wasgoed: Anika Mariam Ahmed geeft gloed aan het alledaagse

In de schilderijen van Anika Mariam Ahmed krijgen de plant in de vensterbank en het wasgoed aan het rek iets warms en troostrijks. Nog iets minder Instagrampost-achtig zou haar ook moeten lukken.

featured-image

Het dagelijks leven: je moet er maar net zin in hebben. Nee hè, denkt menigeen bij het opstaan, daar gaan we weer. De zoveelste dag vol dingen die gedaan moeten worden.

En natuurlijk houd je van je kind, maar je houdt ook heel erg van een extra halfuurtje slaap, en dat krijg je niet nu dat jochie in alle vroegte naast je bed staat met zijn speelgoed en zijn praatjes. In dit verband is de schilder Anika Mariam Ahmed (1988) iemand om een voorbeeld aan te nemen. Ze heeft plezier in het alledaagse en maakt er wat van.



Zelfs dat moment met het klaarwakkere kind naast de ontwakende ouder wordt onder haar handen een gezellig schilderij, waarin een groot deel van de compositie is ingeruimd voor het warme nest van stof en veren. Dat dikke roze dekbedlandschap is aantrekkelijk. Je begrijpt waarom de ouder zich er nog even in schuilhoudt, maar het kind staat er toch ook aandoenlijk en sympathiek bij.

Je kunt het niets kwalijk nemen. Het is zoals het is, en het is goed. In 2016 maakte Ahmed, toen net afgestudeerd aan het Frank Mohr Instituut in Groningen, indruk op een tentoonstelling van winnaars van de Buning Brongersprijs, een aanmoedigingsprijs voor jonge schilders, in de Amsterdamse kunstenaarssociëteit Arti et Amicitiae.

Daar hingen onder meer een levensgroot dubbelportret van haarzelf en haar vriend naakt, een schilderij van een kapper aan het werk en een drukbevolkte caféscène. De kleuren en vormen waren nog wat wilder en karikaturaler, wat meer losgezongen van de realiteit dan in haar recente werk, dat nu te zien is bij Galerie AdK in Amsterdam. Dat nieuwe werk geeft een ingetogener beeld van een misschien ook wel kalmer dagelijks leven.

We zien de vriend van het dubbelportret terug in een zonnige tuin. Een stilleven van pannen en deksels in de gootsteen. Een spiegelende regenplas.

De baby onder een rek rammelaars, de peuter spelend op een balkon. Een potplant in de vensterbank. Wasgoed dat hangt te drogen aan een rek.

Voor de gemiddelde heteroseksuele dertiger – partner gevonden, huis betrokken, kind gekregen – zijn het herkenbare, aansprekende, bemoedigende beelden. Voor anderen is er ook wel wat verzoening met of verwondering over de dagelijkse onbelangrijkheden uit te halen. Behalve plezier in de dingen die ze opmerkt en schildert heeft Ahmed ook zichtbaar plezier in het schilderen zelf.

Het gelige eten in een zwarte pan op het aanrecht is niet tot op het gerecht te determineren, maar wel heel smakelijk gepenseeld. Een bloeiende forsythiastruik op een regenachtige voorjaarsdag is een explosie van gele verf geworden, een bigger splash van kleur en beweging die zich niets aantrekt van de grauwe nieuwbouwstraat en uit het gareel van de voorstelling breekt. De tentoonstellingstitel Gloed slaat op dergelijke oplichtende vormen in haar schilderijen, maar zou ook kunnen verwijzen naar de warme gronderingen waarop Ahmed schildert en die overal – zowel in de licht– als in de schaduwpartijen – langs omtreklijnen op kieren en door kleurvlakken heen schemeren.

Die gekleurde ondergrond is de vloerverwarming onder de beelden. Het enige jammere bij dit alles is dat Ahmed, net als de meeste andere figuratieve schilders van haar generatie, niet rechtstreeks naar de waarneming werkt maar altijd met een telefoonfoto ertussen, die ze later en elders naschildert. Daardoor krijgen de verbeelde sensaties iets tweedehands, iets plaatjesachtigs, terwijl je juist van zo’n sensitieve en begaafde kunstenaar graag de meest directe observatie zou willen zien.

Het weglaten van de foto als tussenstop zou haar getuigenissen doorleefder maken, meer schilderij en minder Instagrampost. Direct naar het leven tekenen en schilderen is wat moeilijker, het vergt meer snelheid en concentratie in het kijken en noteren, maar met haar talent zou het Ahmed moeten lukken. Onder de schilders die naar de directe waarneming werken zou ze een aanwinst zijn, want de opmerkzaamheid, de levensvreugde, de technische soepelheid en het gevoel voor stilering die nu al uit haar werk spreken kom je onder jonge schilders niet zo vaak tegen.

.