De timmerlieden waren toch echte zzp’ers, geen loonheffing

Ze hadden eigen vervoer, werkkleding en gereedschap, maar de houthandel die hen inhuurde, deed ook veel voor de timmerlieden. De fiscus zag er een dienstverband in.

featured-image

Een houthandel maakt onder andere tuinhuisjes en overkappingen. Plaatsen en monteren bij klanten is in de periode 2013-2017 uitbesteed aan vier timmerlieden. Zij stonden als zzp’er bij de Kamer van Koophandel ingeschreven.

In 2018 legt de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffingen op van ruim 300.000 euro, plus rente en een boete. De zzp’ers zouden geen zelfstandigen zijn, maar werknemers voor wie de houthandel loonheffing had moeten afdragen.



De Belastingdienst verwijt het bedrijf grove schuld. Als de houthandel na een ongegrond verklaard bezwaar in beroep gaat bij de rechtbank, krijgt het bedrijf ook daar ongelijk. Dan volgt hoger beroep.

De belangrijkste vraag die de Belastingdienst en de houthandel verdeelt, is of de timmerlieden onder gezag van de houthandel stonden. Het gerechtshof past het Deliveroo-arrest van 24 maart 2023 toe. Aan de hand van een lange lijst gezagscriteria oordeelde de Hoge Raad destijds dat bezorgers bij Deliveroo in dienst waren.

Aanwijzingen tégen een gezagsverhouding zijn onder meer dat de timmerlieden eigen vervoer, (veiligheids)kleding, schoenen en (hand)gereedschap gebruikten. En dat ze niet werden uitgenodigd voor bedrijfsuitjes, bedrijfstrainingen of functioneringsgesprekken. Vóór een gezagsverhouding pleiten onder meer de constante werkstroom, de communicatie met de klant, en dat de houthandel de offertes verzorgde, en zorgde voor materialen en bouwtekeningen.

Voor het hof wogen die laatste kenmerken minder zwaar. De timm.