Twee handen reiken boven de golven uit, ze houden een bos witte bloemen vast. Zo lijkt het. Rozen? Nee, het zijn katoenpluizen.
Het is een beeld dat tot nadenken stemt. Rondom de handen golft een eindeloze zee. Is degene van wie de handen zijn een drenkeling? De geënsceneerde foto is van Lisandro Suriel (1990), een magisch-realistische fotograaf uit Curaçao.
De onschuld die de foto uitstraalt is schijn, in werkelijkheid gaat er een drama achter schuil. Werk van Suriel is te zien als openingsbeeld van de tentoonstelling Schaduwen op de Atlantische Oceaan in het Scheepvaartmuseum, Amsterdam. Met deze nieuwe, semi-permanente expositie kiest het museum voor een rigoureus andere aanpak.
In plaats van de maritieme trots van weleer, met schepen van onder meer de West-Indische Compagnie (WIC) als symbolen van de Europese macht, laat het museum de schaduwkant zien van juist diezelfde maritieme macht. De schepen heten ‘oorlogsmachines’, gereed om geweld te gebruiken en tot slaafgemaakten te vervoeren, vastgeketend in het ruim. Videobeelden van animaties met bloedspetters laten die oorlogsbodems zien: er zijn masten met rood-wit-blauwe wimpels, geschut, kruitdampen trekken op.
Slavernij, trans-Atlantische scheepvaart en kolonialisme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Schaduwen op de Atlantische Oceaan schetst aan de hand van nieuwe kunst – de prachtwerken van Suriel en indringende zelfportretten van de Zuid-Soedanese fotograaf Atong Atem (1994) – en met archiefmateriaal zoals slavenregisters, foto’s en modellen van schepen waarop tot slaafgemaakten op onmenselijke wijze werden vervoerd, een heftig beeld van het kolonialisme. ‘Ons’ zeevaartverleden krijgt een kritische zeggingskracht die past bij het heden.
Gesproken teksten vormen daarbij eerder het uitgangspunt dan de objecten. Bij zo goed als elk onderwerp geeft een audiotour toelichting, bijvoorbeeld over de aankoop van Manhattan voor een paar gulden door de Nederlanders. De oorspronkelijke bewoners, de Lenape, beschouwden land als door goden gegeven.
Land kón in hun overtuiging niet van iemand zijn; iedereen zorgt er immers voor. Maar volgens de westerse mens kun je alles kopen en bezitten: land, dieren en ook mensen. Om zichzelf te beschermen bouwden de kolonisten een muur rondom hun pas verworven bezit, de huidige Wall Street.
Opnieuw roepen rood bespetterde animaties een schrikwekkend beeld op. De expositie kiest verhalen tot nadrukkelijke invalshoek, passend in een orale traditie. Hiermee breekt het museum met het idee dat „witte mannen museumzalen wetenschappelijk-inhoudelijk bepalen”, zoals de toelichting schrijft.
Hieraan zijn minpunten verbonden: de pratende hoofden gooien de woorden er in één stroom uit, er wordt enorm veel overhoop gehaald, zoals bijvoorbeeld dat de West-Europese kunststroming van de renaissance kon bestaan dankzij het goud van Latijns-Amerika. Afgezien of het waar is of niet, zonder context is het betekenisloos en extreem veel boetedoening. Hier had de interviewer een tegenvraag moeten stellen.
Bovendien: wat betekent zo’n mededeling nu, moet je de renaissance dan afdoen als uitbuiting? Ook de eindeloze monoloog over de huidige containerschepen heeft geen kern. Hiermee overtroeft de gesproken aanklacht de museale vormgeving. De tentoonstelling toont de zwartste kant van het Nederlandse maritieme en koloniale verleden.
Cruciaal zijn begrippen als ontmenselijking, slavernij als het wegnemen van identiteit, moord, verkrachting, geweld en de impact van dit alles op het heden. Gelukkig maken de schitterende fotowerken veel goed, zoals de zelfportretten van Atam die een van de slavenschepen, een driemaster, in haar wang heeft gekerfd. Of Het altaar van de rematriatie , van de terugkeer.
Een geheimzinnig, met bladgoud belegd voorouderbeeld omringd door historische foto’s van tot slaafgemaakten. Het staat precies tegenover de poort waardoor in vroeger tijd de wapens voor de oorlogsvloot werden vervoerd. In dit rituele beeld komt alle tragiek van toen samen, en vooral de nietsontziende wijze waarop mensen uit het land van oorsprong, Afrika, werden ontvoerd.
.
Vermaak
De tentoonstelling ‘Schaduwen op de Atlantische Oceaan’ toont de zwartste kant van het Nederlandse maritieme en koloniale verleden
De semi-permanente tentoonstelling ‘Schaduwen op de Atlantische Oceaan’ schetst aan de hand van nieuwe kunst en archiefmateriaal een heftig beeld van het kolonialisme. ‘Ons’ zeevaartverleden krijgt zo een kritische zeggingskracht.