De ‘Oekraïnescholen’ zijn nu ‘nieuwkomersscholen’: ‘Met tolk Olga snapte ik veel meer’

Sinds dit schooljaar mogen van het kabinet geen ‘Oekraïnescholen’ meer bestaan, waar alleen uit Oekraïne gevluchte kinderen naartoe gaan. Voor Oekraïense kinderen is het flink wennen.

featured-image

„Ik steek het vuur aan en ik pak een pan...

”, zegt juf Joanne Kompagnie terwijl ze het aan de klas uitbeeldt. „Hoe noemen we dit, waar we koken?” „Ah!” De Oekraïense Dana (12) gaat iets rechterop zitten. „ Forrr .



.. forza !” „Fornuis”, zegt juf Joanne duidelijk articulerend.

„Die kennen we dus nog niet helemaal. En als ik een brief stuur naar mijn moeder en ik breng hem naar de brievenbus. Is alleen een postzegel genoeg op mijn envelop of moet er nog iets anders op?” Lour (10) uit Syrië steekt haar vinger op.

„Adres!” „Ahh”, knikt Dana. „Cóóól.” Er is iets veranderd op deze school in Vilsteren, een dorp nabij Dalfsen (Overijssel).

Sinds dit schooljaar mogen van het kabinet geen ‘Oekraïnescholen’ meer bestaan, waar alleen uit Oekraïne gevluchte kinderen naartoe gaan. Daarom is deze voormalige Oekraïneschool nu een reguliere nieuwkomersschool, waar ook asielzoekers uit andere landen worden verwelkomd. Op nieuwkomersscholen zitten leerlingen die nog geen Nederlands spreken en taallessen krijgen om door te kunnen stromen naar een reguliere basisschool.

Op de school in Vilsteren zitten 44 leerlingen. In het gebouw zat vroeger een reguliere school. In Dalfsen worden zo'n 300 Oekraïense vluchtelingen en zo’n 150 asielzoekers opgevangen.

In juf Joannes klas, die ze op school „de bovenbouw” noemen, zitten nu negen kinderen uit Oekraïne. De andere zeven leerlingen komen uit landen als Turkije, Syrië en Irak. In de middenbouwklas zitten zes Oekraïeners en tien kinderen uit andere landen.

In de onderbouwklas is dat respectievelijk zes en zes. Juf Joanne loopt naar een aantal platen die in plastic hoesjes aan een muur in het lokaal hangen. Buiten spelen kleuters op de schommels, het schoolplein is bezaaid met herfstblaadjes.

Elke plaat aan de muur gaat over een bepaald thema, zoals de keuken. Er staan afbeeldingen op met de bijbehorende woorden. „Willen jullie je vinger opsteken welke plaat weg mag? Ik wijs er drie aan.

” De meeste vingers gaan omhoog bij ‘materialen’, dus die haalt Joanne uit het hoesje. Straks stopt ze er weer nieuwe woorden in, maar die gaat ze nu eerst uitbeelden. Op een A4’tje heeft ze een blaadje van een boom getekend.

Voorzichtig scheurt ze daaromheen. „Wat ben ik nou aan het doen?” „Kapotmaken”, zegt Robn (9) uit Irak. „Nou, ik doe het wel heel netjes, dus het is niet écht kapot.

Ik wil graag sch...

.” „Scheuren?”, zegt Dana voorzichtig. „Ja! Kijk, mijn blaadje is gescheurd.

Vinden jullie het mooi?” „Hm, ja, beetje!” zegt Dana. Als juf Joanne de Dalfser Courant uitdeelt om een hoedje van papier mee te vouwen, stijgt een opgewonden geroezemoes op. Het Oekraïens overheerst.

Twee jongens slaan elkaar voor de grap met de krant op het hoofd en zeggen iets in het Oekraïens. Ook Dana, die achter in de klas zit, en Nikita (12), voorin de klas, praten Oekraïens met elkaar. Ze hebben sinds kort verkering.

Elke pauze haalt Nikita de tas van Dana van de kapstok, zodat zij niet op en neer hoeft te lopen. Nikita heeft zijn hoed als een van de eersten af en zet ’m op zijn hoofd. Hij gooit zijn handen in de lucht.

„Hoera!”, zegt hij in het Oekraïens, wat klinkt als „ Ura !” Dat de Oekraïneschool in Vilsteren nu een reguliere nieuwkomersschool is, komt doordat de overheid de TOV-regeling vanaf dit schooljaar heeft stopgezet. TOV staat voor tijdelijke onderwijsvoorziening. De regeling werd in 2022 kort na de uitbraak van de Oekraïneoorlog in het leven geroepen om snel onderwijs te kunnen regelen voor de vele Oekraïense kinderen die plotseling naar Nederland kwamen.

Een TOV mocht afwijken van wettelijke eisen waar reguliere (nieuwkomers)scholen wél aan moeten voldoen. Zo mochten kinderen minder lesuren krijgen, was het toegestaan om in het Oekraïens les te geven en konden er onbevoegde leraren voor de klas staan. De Oekraïneschool in Vilsteren heeft van die laatste optie nooit gebruik gemaakt, benadrukt de directeur.

De TOV’s werden vanzelf Oekraïnescholen doordat er alleen Oekraïense leerlingen op zaten. Een belangrijke reden voor het opheffen van de TOV’s is dat de overheid vindt dat Oekraïense kinderen het beste integreren in Nederland op een reguliere nieuwkomersschool. Er zitten nu ruim twintigduizend Oekraïense kinderen in het Nederlandse onderwijs, waarvan ongeveer de helft in het nieuwkomersonderwijs of een internationale schakelklas (ISK, de nieuwkomersschool voor het voortgezet onderwijs), blijkt uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Sinds 2022 zijn honderd TOV’s geopend, laat een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs weten. Van de veertig die afgelopen maart nog actief waren, gaf zo’n 30 procent aan door te willen als reguliere nieuwkomersschool of ISK. Hoewel de inhoud van de lessen zo’n beetje hetzelfde is, is er toch best wat veranderd voor de Oekraïense leerlingen in Vilsteren.

Ze moesten opeens langer naar school en ook is Olga, de Oekraïense tolk, vertrokken. De kinderen mogen in principe ook geen Oekraïens meer met elkaar praten in de les, alleen vinden ze dat vaak nog lastig om te laten. In de les valt op dat de leerlingen die niet uit Oekraïne komen beter Nederlands spreken dan de Oekraïense kinderen.

In de lerarenkamer bevestigt juf Joanne dat beeld, terwijl ze een boterham eet. „Hoewel hun passieve woordenschat oké is. Als je ze gaat toetsen, kennen ze een heleboel woorden wel.

” Ze denkt dat het komt doordat ze nog steeds de grootste groep op school vormen en dus veel Oekraïens met elkaar praten. En doordat Oekraïense vluchtelingen in Nederland als aparte groep worden opgevangen. „Perspectief maakt ook een groot verschil”, denkt Jeannette Terpstra, die lesgeeft aan de middenbouw en ook aan de koffietafel zit.

„Als Oekraïense ouders graag in Nederland willen blijven, zie je dat het beter gaat met het Nederlands van de kinderen. Maar veel ouders hebben nog geen beslissing genomen.” De ouders van leerlingen uit andere landen weten vaak al dat ze in Nederland willen blijven, zeggen de juffen.

Neem Aydin (12) uit Irak. Toen hij de eerste dag de klas van juf Joanne binnenliep zei hij dat hij graag naast een Nederlands kindje wilde zitten zodat hij sneller Nederlands zou leren. Hij werd verdrietig toen hij erachter kwam dat er geen Nederlandse kinderen in zijn klas zaten.

Eerder op de middag vertelt de Oekraïense Vasya (10) in de lerarenkamer – hij mocht van juf Joanne even de klas uit – dat hij moest wennen toen hij niet meer met alléén Oekraïense kinderen in de klas zat. Hij praat voornamelijk Nederlands tijdens het interview, af en toe gebruikt hij een vertaalapp. „Eerst kon ik vaak grappen maken met vrienden, maar veel zijn nu weg en er kwamen kinderen uit andere landen voor in de plaats”, zegt hij terwijl hij zijn papieren hoed nog op zijn hoofd heeft.

Grapjes maken in het Oekraïens is nu eenmaal makkelijker dan in het Nederlands. „Ahh, Olga, ik mis Olga!” Met gevoel voor theater doet Dana – die ook naar de lerarenkamer is gekomen – haar handen voor haar ogen en maakt huilgeluiden. „Ik snapte veel meer!” Olga was niet alleen een tolk, maar ook een soort moeder voor de kinderen.

In je eigen taal is het makkelijker uit te leggen hoe je je voelt als je net ruzie hebt gehad met een klasgenoot. Maar Dana begrijpt waarom er nu niet meer zoveel Oekraïens gepraat mag worden. „Andere kinderen snappen anders niet waar je het over hebt.

” Zoals veel van de Oekraïense leerlingen volgt ze thuis in de avonduren Oekraïense les. Dat wordt gestimuleerd door de Oekraïense overheid, met het oog op terugkeer naar het moederland. Het is best vermoeiend, zegt Dana.

„Ik doe alleen de toetsen, maar die zijn te moeilijk doordat ik het niet red om mijn huiswerk te maken.” Ze zou graag verder studeren in Nederland, maar verwacht dat haar gezin uiteindelijk terugkeert naar Oekraïne. Directeur Ellen van den Hoven vindt het goed dat de overheid de TOV-regeling heeft stopgezet, zegt ze in haar kantoor.

„Je maakte ook steeds keuzes vanuit die tijdelijkheid: bijvoorbeeld één keer per week gym in plaats van twee, je investeerde minder in methodes. Nu hebben we professionelere methodes en twee keer per week gym.” Of de afschaffing van de tijdelijke onderwijsvoorziening betekent dat de nieuwkomersschool in Vilsteren een blijvertje is, kan de directeur nog niet zeggen.

De school bestaat bij de gratie van de instroom van nieuwkomers. De achternamen van de leerlingen zijn bekend bij de redactie.