/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127873139-c34d9b.jpg)
„Jij knoeide een heel leven aan elkaar”, krijgt het personage Rob de Nijs te horen in Malle Babbe, de musical die over hem gaat. De carrière van de vertolker van hits als Banger hart en Zondag kent ups en downs, maar deze kritiek slaat toch vooral op zijn onstuimige liefdesleven. De Nijs deelde het bed met talloze vrouwen, zo vertelt de voorstelling, trouwde met iemand uit medelijden, dook tussen de lakens met zijn tekstschrijver.
In de nieuwe productie, geschreven door Dick van den Heuvel ( De Hospita, Tina, Was getekend Annie M.G. Schmidt), wil De Nijs’ huidige echtgenote zijn verleden leren kennen.
De oude zanger zit in een rolstoel en kan weinig meer. Echtgenote Jet wil zijn jonge jaren meemaken, het succes, de hoogtepunten, maar ze blijkt ook benieuwd naar die andere vrouwen, haar voorgangers, en wil uitvinden of zij De Nijs’ grote liefde is. In de musical is het leven van de 82-jarige zanger, die lijdt aan de ziekte van Parkinson en al een paar jaar niet meer optreedt, vormgegeven als een excentrieke circusact, compleet met een spreekstalmeester (een leuke Bart van Veldhoven) die het publiek door de scènes gidst.
Binnen het geel-rode tentdoek is alles mogelijk: daar stapt De Nijs zomaar uit zijn rolstoel, reist terug door de tijd, helemaal naar zijn jeugd en het begin van zijn carrière, langs muzikale successen en wilde nachten. Twee personages uit zijn hits, Malle Babbe en Zuster Ursula ( geweldige rollen van Sanne Franssen en Renée de Gruijl) spelen de vrouwen uit zijn leven. René van Kooten speelt De Nijs als een charmant-ambitieuze man; eerder een romantische goedzak dan de schuinsmarcheerder die uit Van den Heuvels tekst opdoemt.
In de scènes met partner Jet (Lottie Hellingman) spat het vuur van het toneel. Vocaal vormen zij een top-duo: er zijn mooie duetten én overtuigende solo’s. Ook tegenspeler Hellingman staat haar mannetje.
Als Jet steunt zij haar hulpbehoevende man, maar ze kiest ook haar eigen pad. Op het toneel is de band tussen de zanger en zijn vrouw romantiek in z’n puurste vorm. De chemie tussen de twee acteurs is bijzonder overtuigend.
Malle Babbe blijkt een verhaal over de verschillende vormen die liefde aan kan nemen: van zorg tot lust, en alles daar tussenin. Malle Babbe wordt, in regie van Carline Brouwer, nergens zoetsappig. Tussen de momenten uit het verleden zijn er namelijk steeds de circusscènes met acrobaten, een messenwerp-act en zelfs een olifant, die zomaar uit het echte leven van De Nijs gestampt blijkt.
De circussetting is een vondst die ook inhoudelijk steekt houdt, omdat het voortvloeit uit de carrière van De Nijs: hij trad in de jaren zestig op bij Circus Boltini. Soms leidt het kleurrijke entertainment af van het verdere verhaal, maar het geeft de scènes een prettige, fantasierijke dimensie. Met zijn brutale ingrepen houdt de spreekstalmeester de vaart erin en hij brengt humor tussen relationele spanningen en worstelingen.
Muzikaal is Malle Babbe een schot in de roos. Nummers van De Nijs zijn door het verhaal verweven: zij tekenen de historie uit of bepalen de sfeer in liefdesscènes. Er zijn mooie bewerkingen van hits (met arrangementen van componist Jeroen Sleyfer), zoals een fijne uptempo versie van Het ritme van de regen, waarin onder meer het geluid van tapdans door de oorspronkelijke partijen is gevlochten.
De muzikanten, die op een tribune om het speelveld zitten, spelen een cruciale rol in de voorstelling. Zij stappen scènes in en spelen steeds fris en puntig, waardoor zelfs kapot gedraaide hits fris klinken. In Malle Babbe gebeurt in iedere scène veel, soms misschien té veel, maar over het algemeen werkt de mix van theatrale en autobiografische elementen goed.
De musical is een ode vol fantasie, misschien wel het meest aan liefde in al zijn facetten..