AUTOTEST – De MINI Aceman is het derde model in de nieuwe, volledig elektrische lineup van het automerk. De wordt gepositioneerd tussen een kleiner en een groter model. Het gaat dan om respectievelijk de Cooper en de , die eerder dit jaar op de markt zijn gebracht.
Ik mocht een week met de Aceman doorbrengen. Na afloop vroeg ik me wel af op welke consument MINI zich precies richt in het ‘gat’ tussen de Cooper en de Countryman. Laten we vooropstellen dat de plaatsing van de Aceman op papier niet meer dan logisch is, maar dat geldt veel minder voor de benaming ‘compacte SUV’ die MINI voor de Acemen gebruikt.
De auto is qua formaat wellicht makkelijker te vergelijken met zijn grotere broer (de Countryman), maar qua wegligging en rijgedrag heeft hij toch echt meer weg van zijn kleinere, sportievere zusje (de Cooper). Ik zou het dan ook eerder een kart met ruimte op de achterbank noemen, dan een SUV met sportieve eigenschappen. Dat idee van een kart werd bij de eerste kilometers al bevestigd.
De wegligging van de Aceman deed me denken aan die van de Cooper SE. De nieuwste MINI heeft namelijk nagenoeg dezelfde afstelling van het onderstel. Het is vooral stug, wat zich vertaalt in een heel fijne, vlakke wegligging en scherp stuurgedrag als de wegen glad en glooiend zijn, maar kan ook met vlagen wat oncomfortabel worden als het wegdek wat te wensen overlaat.
Hoewel die kart-achtige wegligging van de Aceman best leuk is tijdens het rijden, komt het toch minder goed over dan in de Cooper. Dat komt met name door de zitpositie van de bestuurder (en de bijrijder). De stoelen voorin kunnen namelijk niet ver genoeg omlaag.
Toegegeven, ik ben wat lang, maar ik kon mezelf geen goede positie aanmeten omdat er simpelweg te weinig ruimte was tussen de bovenkant van mijn rechterbeen, de onderkant van het stuur en de zijkant van de middenconsole. Vreemd, omdat het in de kleinere Cooper zonder problemen wel lukte. Het deed me denken aan de zitpositie die ik in de Countryman had.
In die MINI zat ik hoger, maar daar kon het stuur verder omhoog, waardoor er dus geen probleem was. Daarnaast is hoger zitten in een SUV sowieso acceptabeler, omdat dat zoiets bij dit soort auto’s en het bijbehorende formaat past. In de Aceman werd ik gedwongen tot de SUV-zitpositie, terwijl de auto dat in het weggedrag allesbehalve communiceert.
Opmerkelijk is wel dat de Aceman SE die ik reed, af en toe moeite had om zijn 258 pk via de voorwielen op het wegdek te plaatsen. In vochtigere omstandigheden leverde het al wielspin op bij het niet al te hard optrekken vanuit stilstand. Bij het optrekken in bochten was het nog wat spannender.
Nu treedt dit fenomeen wel vaker met voorwielaangedreven elektrische auto’s, maar de Aceman vertoonde het gedrag ook bij droge condities en zelfs hier en daar bij tussenacceleraties, en dat terwijl hij met bijna 1.700 kilo op de weg drukt. Hoewel MINI het kart-achtige gedrag hoog in het vaandel heeft staan, kun je je afvragen of het ook bij de auto past.
Mijn gevoel zegt namelijk dat ik bij een ‘compacte SUV’ iets meer vergevingsgezindheid in de vering mag verwachten, iets meer comfort. Als ik de wegligging van een kekke racemonstertje had gewild, dan lijkt het me logischer om voor de Cooper te kiezen. Maar misschien kijk ik wel helemaal verkeerd naar de Aceman.
Misschien is het helemaal geen compacte SUV, zoals MINI hem graag noemt. Als je het ziet als een Cooper met wat meer ruimte, is het ineens een logischere verpakking. Niet alleen qua wegligging, maar ook qua formaat.
Bij een SUV, hoe compact hij ook is, verwacht je toch dat je als volwassene achterin kunt zitten. Dat lukte bij de Aceman niet. Kinderen krijg je er wel in.
Of je kunt de achterruimte gebruiken als een plek voor je jas en tas (daarvoor is de achterdeur een waardevollere toevoeging dan je misschien denkt). Ook bij de achterklep is het niet bepaald een SUV qua laadruimte, al is het een stuk beter dan de Cooper. In de Aceman kun je toch zeker twee koffers in kwijt voor een weekendje weg.
Bij de Cooper is dat al een uitdaging. Op andere fronten is de Aceman eveneens eerder een Cooper dan een Countryman. Denk aan actieradius en laadsnelheden.
Die zijn vrijwel één op één over te nemen (95 kW-piek laadsnelheid en ruwweg 400 kilometer actieradius). Ik had ervaringen dat ik de 95 kW niet haalde, maar stabiel rond de 72 kW laadde en dat 300 kilometer tot 350 kilometer actieradius toch echt wel het maximum bleek, al was het tijdens deze testperiode wel aanzienlijk kouder dan toen ik de Cooper reed. Qua interieur is de Aceman perfect in lijn met zijn kleinere en grotere familieleden.
Het iconische ronde scherm is exact hetzelfde als in de andere MINI’s, en ook de speelse knoppen eronder zijn zo overgenomen. Daarmee kun je ook nu weer kiezen uit heel veel rijmodi waaronder de Go-Kart-modus. Je kunt via het infotainmentsysteem ook weer de kleuren en vormen van de verlichting aanpassen.
Het kenmerkende MINI-sausje is weer dik aanwezig, en dat is goed ook, want het geeft de auto een beetje een persoonlijkheid. Sterker nog, je kunt hem een bij jou passende persoonlijkheid geven. Iets wat nogal eens mist bij hedendaagse elektrische auto's.
Als je dan naar het totaalplaatje kijkt, dan is het duidelijk dat MINI hier en daar wat opmerkelijke keuzes heeft gemaakt voor de Aceman. Het is een kwestie van hoe je hem bekijkt. Zie je de Aceman als een compacte SUV, zoals MINI het graag wil, dan is de auto lastig te begrijpen.
Zie je dit model als een ruime kart, dan is het ineens logische keuze voor degene die sportief wil rijden, maar ook af en toe wat spullen of kleinere mensen mee wil nemen. Al moet je in dit geval daarbij wel op de koop toenemen dat de zitpositie meer op die van een SUV lijkt. Toch blijft de Aceman, als je het mij vraagt, een beetje een model voor wie niet kan of wil kiezen.
Als je dat namelijk wel kunt, dan kom je uit bij een van de andere twee modellen die MINI aanbiedt en die beter zijn in hetgeen waarvoor ze ontworpen zijn. De Cooper is veel beter uitgewerkt als sportieve kart en de Countryman doet veel beter dienst als ruimtelijke SUV. De Aceman valt daartussen.
De MINI Aceman is wellicht het best te vergelijken met de all-seasonband: hij is nergens het beste in, maar presteert overal prima en is bovenal lekker praktisch. Als je die dan om een MINI-wiel wikkelt, heb je een best aantrekkelijke combinatie. LEES OOK:.
Bovenkant
De MINI Aceman is leuk, maar niet wat je ervan verwacht
MINI maakte enkele aparte keuzes bij de Aceman als tussenmodel, merkte autoredacteur Dennis Wilman op tijdens zijn test met de auto.