Hij zat al in de zaal, tijdens de zittingen in april. Zonder dat veel aanwezigen het door hadden en zonder dat hij officieel deel uitmaakte van de verdediging van Shell: advocaat Freerk Vermeulen van de Amsterdamse firma NautaDutilh. Wie zijn aanwezigheid wel had opgemerkt, had toen al kunnen zien dat Shell nog lang niet van plan was de strijd op te geven.
Ook niet als het in hoger beroep weer zou verliezen. Vermeulen is namelijk hoofd van de cassatiepraktijk van NautaDutilh. En in cassatie gaan, is wat je doet als je ook in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, en het daarmee oneens bent.
Shell had hem toen al ingehuurd voor een eventuele cassatieprocedure. Het is typisch Shell. Als er iets op het spel staat, denkt het altijd twee stappen vooruit, en bereidt het zich voor.
De zaak zelf is die tussen Shell en Milieudefensie. Die dateert van 2018 en gaat over de volgens Milieudefensie ernstig tekortschietende vergroeningsambities van het olie- en gasbedrijf. In april dit jaar diende het hoger beroep in deze internationaal spraakmakende zaak.
Shell had dit beroep aangespannen nadat het drie jaar eerder op vrijwel alle punten had verloren van de milieuorganisatie, tijdens de eerste behandeling van de zaak. De rechtbank legde Shell toen een fikse reductieplicht op voor zijn eigen CO 2 -uitstoot én die van zijn klanten, van 45 procent (ten opzichte van 2019). Dat reductiedoel moet uiterlijk in 2030 zijn gehaald.
Het was een baanbrekend vonnis. Voor het eerst legde een rechtbank een reductieplicht op aan een individueel bedrijf. En dan ook nog eens aan het soort bedrijf dat door velen – wetenschappers, politici en milieuactivisten – in zeer hoge mate verantwoordelijk wordt gehouden voor gevaarlijke klimaatverandering: een producent van fossiele brandstoffen.
De CO 2 die vrijkomt bij de verbranding van onder meer diesel, benzine en kerosine geldt als belangrijkste veroorzaker van het broeikaseffect. En Shell is met zijn totale uitstoot daarvan goed voor 3 procent van de wereldwijde uitstoot. Dat is een uitstoot waarbij die van menig land verbleekt.
Volgens Milieudefensie stoten alleen China, de VS, Rusland en India meer uit. Mensen die het vonnis toejuichten, zoals de voormalige Amerikaanse vicepresident Al Gore, zagen er een keerpunt in voor de strijd tegen klimaatverandering. En in het bijzonder voor de verantwoordelijkheid van de fossiele industrie daarin.
Milieudefensie-advocaat Roger Cox werd door Time uitgeroepen tot een van de honderd meest invloedrijke mensen ter wereld. Anderen, met name mensen in het bedrijfsleven, schrokken zich juist rot. Het was toch niet aan de rechter om dit soort regels aan bedrijven op te leggen? Dat horen politici te doen.
Voor alle duidelijkheid: ook Shell betwist niet dat er een klimaatcrisis is en dat daar dringend actie tegen moet worden ondernomen. Maar het verschilt wel fundamenteel van mening met Milieudefensie over hoeveel daarbij van oliebedrijven mag worden gevraagd, door wie, en hoe snel het moet gebeuren. Vandaar het hoger beroep – en wellicht dus straks ook cassatie.
In Nederland geldt de klimaatzaak als de belangrijkste sinds het Urgenda-vonnis van 2019, waarin de staat ook een CO 2 -reductieplicht opgelegd kreeg. Ook die zaak was aangespannen door advocaat Cox, namens de stichting Urgenda toen. Pikant detail: Shells cassatieadvocaat Vermeulen werkte in die zaak nog voor het team-Urgenda.
Hij deed het hoger beroep . Ook die zaak was gebaseerd op dezelfde juridische argumenten die Cox nu tegen Shell gebruikt. Vermeulen kent die redenering dus door en door – en de zwakke plekken vast ook.
Komende dinsdag doet het gerechtshof in Den Haag de langverwachte uitspraak. Wat het oordeel precies gaat worden, is afwachten. Maar beide kampen, ook Milieudefensie, hebben zich de afgelopen tijd voorbereid op verschillende mogelijke uitkomsten.
Dat het vonnis opnieuw bekrachtigd wordt dus. Of misschien toch van tafel gaat. Of wellicht iets ertussenin.
In alle gevallen zal de betekenis opnieuw groot zijn. Als Milieudefensie weer wint, zal dat een nog sterker signaal zijn dat olie- en gasbedrijven (en andere ondernemingen) niet zomaar hun eigen gang kunnen gaan en (aanzienlijk) meer moeten doen dan ze zelf willen. Maar als Shell alsnog gelijk krijgt, zal dat een klap zijn voor de klimaatbeweging.
De rechtszaken van Cox hebben internationaal navolging gehad. De olie- en gasindustrie zal een overwinning vieren als bewijs dat de wereld voorlopig echt niet zonder fossiele energie kan – een argument dat Shell frequent in de rechtszaal aanvoerde. De sector heeft wat dat betreft de wind toch al in de rug, omdat sinds de energiecrisis van 2022 ‘energiezekerheid’ weer hoog op de politieke agenda staat in veel landen.
Wie krijgt gelijk? Wat zegt het gerechtshof dinsdagochtend? En wat gebeurt er daarna? Een vooruitblik aan de hand van drie scenario’s. Eén ding is al (vrijwel) zeker: het eindigt hier niet. Dit is de uitkomst waarvan ze bij Shell het meest gruwen en waar ze bij Milieudefensie het vurigst op hopen.
Bij het gerechtshof schetste Shell begin dit jaar een zwart beeld van wat bekrachtiging van het vonnis precies zou betekenen: risico’s voor het voortbestaan van Shell, voor andere bedrijven in Nederland, voor het vestigingsklimaat in Nederland en – opmerkelijk genoeg – ook voor het klimaat zelf. Shell redeneert daarbij, in hoofdlijnen, als volgt: de oorspronkelijke uitspraak verplicht Shell ook de uitstoot van zijn klanten (verreweg het grootste deel van het totaal, meer dan 90 procent ) terug te dringen. Shell zegt daarvoor geen andere route te zien dan die klanten minder fossiele brandstoffen te verkopen, want er zouden onvoldoende schonere (en betaalbare) alternatieven zijn.
En dat betekent dus onvermijdelijk krimp voor de onderneming. Als het bedrijf maar klein genoeg wordt, riskeert het vanzelf een keer overgenomen te worden. Klanten, zoals KLM, krijgen juist een groot probleem, stelt Shell.
Er zijn bijvoorbeeld nog geen vliegtuigen die op stroom kunnen vliegen. En landen als China, waar Shell nu veel vloeibaar gas (lng) aan levert, zullen weer naar kolen moeten grijpen, die nog veel slechter voor het klimaat zijn. Concurrerende oliebedrijven zullen in het gat springen dat Shell achterlaat, waardoor het klimaat ook niet geholpen is.
Als die nog ‘viezer’ werken dan Shell, dan werkt het vonnis zelfs „contraproductief”, aldus Shell. Shell waarschuwt ten slotte dat dit soort klimaatzaken slecht zijn voor het ‘vestigingsklimaat’, een waarschuwing die door werkgeversorganisatie VNO-NCW wordt geëchood . Vanwege het risico op dit soort zaken zouden bedrijven huiverig zijn om te investeren, of zelfs overwegen te vertrekken naar het buitenland.
Milieudefensie gaf in de rechtbank verschillende redenen waarom het allemaal wel mee zou vallen met die risico’s. De milieuorganisatie stelt onder andere dat concurrenten helemaal niet zo gemakkelijk de plek van Shell zouden kunnen innemen, omdat de eigen productie verhogen bijvoorbeeld lang duurt. Het ‘risico’ van fossiele brandstoffen verkopen wordt bovendien groter, want andere oliebedrijven hangen dan ook rechtszaken boven het hoofd.
Het wees verder op ogenschijnlijke tegenstrijdigheden in de redenering van Shell. Dat klanten van Shell niet én in problemen kunnen komen doordat Shell hun niets meer kan verkopen, én concurrenten van Shell tegelijkertijd de verkoop van Shell zouden kunnen vervangen. Shell gaat bij verlies niettemin in cassatie.
Shell-baas Wael Sawan kondigde dit afgelopen zomer ook nog expliciet aan, in een interview met NRC . Hij wees daarbij ook op een mogelijke rol voor het Europese Hof van Justitie, de allerhoogste rechtbank in de EU. Alles bij elkaar kan zo’n traject zomaar meerdere jaren duren.
Misschien wel meer dan er resteren voordat het vonnis daadwerkelijk uitgevoerd moet zijn. Een vertragingstactiek? Bij Shell ontkennen ze dat met klem. Het bedrijf zou al „in lijn” met het vonnis handelen, met allerlei reductieplannen.
Maar in het interview met Sawan werd wel duidelijk dat Shell tot het allerlaatst wacht om de bulk van de ingrepen te doen om aan de zwaarste bepaling van het vonnis te voldoen: de reductie van de uitstoot van zijn klanten. Directeur Donald Pols van Milieudefensie zei tijdens een ‘briefing’ voor journalisten deze week dat Shell juist steeds minder snel vergroent. Over de uitspraken van Sawan zei hij dat hij het „schokkend” vindt „dat een bedrijf dat zo’n grote rol speelt in het veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering op voorhand al zegt de uitspraak naast zich neer te leggen”.
Voor Milieudefensie zou dit een enorme nederlaag zijn. En voor het klimaat vooral ook, denken ze daar. Milieudefensie vreest dat deze uitkomst ertoe zal leiden dat Shell zijn vergroeningsplannen verder gaat afzwakken, omdat er dan helemaal geen enkele reductieplicht meer zou zijn (Shells eigen doelen zijn niet bindend).
Er zijn ook aandeelhouders die willen dat Shell minder snel vergroent, omdat groene investeringen minder rendement zouden opleveren dan ‘fossiele’ projecten. Onder die druk heeft Shell eerder al enkele doelen afgezwakt. Het ‘verdwijnen’ van een juridisch precedent maakt het winnen van andere klimaatzaken mogelijk ook lastiger.
Wereldwijd groeit het aantal klimaatzaken snel, inmiddels zijn er ruim tweeduizend zaken aangespannen tegen bedrijven en overheden. Milieudefensie vraagt zich ook af wie, als de rechter het niet doet, dan nog grote multinationals zoals Shell kan dwingen om meer te doen tegen klimaatverandering. Shell is de afgelopen decennia zo groot en machtig geworden (meer dan duizend vennootschappen in zeventig landen), dat zowel nationale als internationale overheden het bedrijf eigenlijk niet meer kunnen reguleren, zegt de milieuorganisatie.
De rechter is dan „het laatste bastion” om Shell tot de benodigde klimaatactie te dwingen. Dat Milieudefensie in dit scenario in cassatie gaat, lijkt voor de hand te liggen. De milieuorganisatie heeft (net als Shell) veel tijd en geld gestoken in de zaak.
Maar directeur Pols wilde vorige week niet in zijn kaarten laten kijken. „Wij gaan niet op de zaken vooruitlopen.” Shell zal deze uitkomst in elk geval toejuichen.
En ook bij veel andere hoofdkantoren zal er opluchting zijn. Niet in de laatste plaat bij ING, waar Milieudefensie inmiddels ook tegen wil procederen . Het kan ook zijn dat het Gerechtshof het vonnis een beetje, of veel, afzwakt.
Mogelijk blijven de eisen voor de reductie van de eigen uitstoot van Shell bijvoorbeeld overeind, maar wordt de verplichting om die van zijn klanten terug te dringen geschrapt. Of die verplichting (nu dus 45 procent) wordt verlaagd, naar bijvoorbeeld 25 procent. Er zijn tal van variaties denkbaar.
Maar ook dan is de juridische strijd naar alle waarschijnlijkheid niet voorbij. Shell wil sowieso de verplichting om de klantuitstoot te verlagen van tafel. Maar ook als de andere eisen blijven staan, overweegt het in cassatie te gaan.
Omdat Shell dan een juridische plicht heeft om die reductie te realiseren. Shell is goed op weg om zijn eigen uitstoot (een zeer klein deel van de totale uitstoot, 5 procent ) te verminderen, zegt het. Maar het wil liefst geen dwang om dat te doen.
Voor het geval er zich in de toekomst omstandigheden voordoen waardoor Shell juist denkt dat het weer even meer moet uitstoten. De energiecrisis in 2022 zag ook niemand aankomen, maar leidde wel tot een schreeuwende behoefte van overheden aan extra olie en gas. Of afzwakking van de eisen rond de klantuitstoot voor Milieudefensie een ‘rode lijn’ is, en dus tot cassatie leidt, is onduidelijk.
Directeur Pols wilde hierop geen antwoord geven tijdens de briefing deze week. Maar deze eis is wel altijd ontzettend belangrijk geweest voor Milieudefensie, omdat zoveel van de uitstoot van oliebedrijven nou eenmaal bij klanten ‘zit’. Zelfs de manier waarop aan de eisen moet worden voldaan, zou kunnen veranderen dinsdag.
Shell heeft volgens het eerdere vonnis veel vrijheid gekregen om te bepalen hoe het precies aan de eisen gaat voldoen, zegt het. Dat zou dus ook kunnen door kort voor de deadline, in 2030, een aantal olie- en gasvelden te verkopen. Dan daalt Shells CO 2 -uitstoot snel, maar is het klimaat niet geholpen.
Die velden worden dan door een ander oliebedrijf overgenomen. Sawan zei in het interview met NRC dus al dat Shell pas op het allerlaatste de bulk van de maatregelen gaat nemen. Milieudefensie is bezorgd hierover en vroeg in de rechtszaal om „verduidelijking” van het hof over welke vrijheid Shell precies heeft.
Het zou voor het klimaat beter zijn als Shell velden sluit in plaats van doorverkoopt, aldus Milieudefensie. Vond de rechter dat ook? Shell zelf vindt dat een juridisch affront, een oprekking van het eerdere vonnis. In hoger beroep mag je immers nooit slechter af zijn dan daarvoor.
Aan het hof om daar al dan niet iets over te zeggen. Alsof het nog niet spannend genoeg is. Illustraties Pepijn Barnard.
Bedrijf
De hele wereld kijkt in spanning mee met klimaatzaak
Dinsdag volgt de langverwachte uitspraak in het hoger beroep dat Shell aanspande nadat het bedrijf was veroordeeld tot vergaande milieumaatregelen. De zaak is van groot belang en zal hier niet eindigen.