‘De grote vloed’ is kabbelend theater bij een Groningse wierde

Voor zijn derde zomerproductie strijkt Zummerbühne neer in het Groningse Oosterwijtwerd. De locatie is prachtig, maar de theatervoorstelling geen voltreffer.

featured-image

Op de geïmproviseerde parkeerplaats van De grote vloed heerst na afloop van de theatervoorstelling complete anarchie. Auto’s rijden zich klem, iemand begint razend te toeteren, voetgangers deinzen achteruit. Rijrichtingen zijn onduidelijk, paden te smal.

Onbedoeld sluit de chaos van de drommen mensen die het voorstellingsterrein proberen te verlaten, inhoudelijk mooi aan bij de nieuwe productie van Zummerbühne. In De grote vloed slaan talloze Groningers op de vlucht voor stijgend zeewater aan het begin van de 16de eeuw. Er ontstaat chaos als de dijken breken en dorpen worden verzwolgen, omdat de slecht onderhouden dijken het water niet kunnen tegenhouden.



Schrijver Tjeerd Bischoff maakt een jonge non (krachtig gespeeld door Emma Josten) tot de centrale figuur van deze ramp. Zij heeft de tragische gebeurtenissen al voorzien, wil haar visioenen delen, maar wordt verketterd als een Groningse Jeanne d’Arc. Zummerbühne strijkt altijd neer op prachtige locaties in de Groningse provincie.

Dat is nu niet anders: De grote vloed speelt op een weiland bij wierdedorp Oosterwijtwerd, naast een eeuwenoud kerkje. Daarop worden, als de nacht valt, indrukwekkende filmbeelden geprojecteerd. Het omvangrijke decor bestaat uit meerdere gebouwtjes waar zich scènes afspelen.

Dit zorgt, in de regie van Liesbeth Coltof, voor veel dynamiek: acteurs duiken overal op en groepen acteurs naderen de tribune dreigend. Een groot ensemble is onontbeerlijk in een decor van dit formaat en daarvoor zijn tientallen figuranten aangetrokken. Dat is ook meteen een manco van deze voorstelling.

In eerdere Zummerbühne-producties werkte de samenwerking met amateurs goed, maar De grote vloed rust té zeer op niet-professionele acteurs. Hun haperende spel doet afbreuk aan cruciale momenten, zoals de groots opgezette slotscène. Ook het koor heeft moeite de composities van artistiek leider Reinout Douma bij te benen.

Hij legde wel weer een fijne soundtrack onder de voorstelling, uitgevoerd door een liveorkest. In zijn toneeltekst plaatst Bischoff rijk tegenover arm, stad tegenover platteland. Macht- en geldbeluste bestuurders weigeren te investeren in het verstevigen van de dijken en bagatelliseren de problemen van burgers die kampen met ‘waterschade’.

Daarin klinkt duidelijk de echo van de Groningse aardbevingsproblematiek. Maar de schrijver focust liever op familiebanden en kalverliefde – een gemiste kans. Een prominente rol is er bijvoorbeeld voor een verliefde smokkelaar (lekker energiek gespeeld door Rabbi Jallo) en zijn compagnon (goeie komische rol van Fabian Jansen), die de non proberen te helpen.

Ook een bevriende smid (een sterke Gustav Borreman) draagt zijn steentje bij. Zo koersen we af op een ramp die een deel van de provincie zal wegvagen, maar het voelt allemaal niet heel dreigend. Dit komt ook doordat het drama steeds wordt onderbroken door een lollig liedje of circusnummer, die opzichtig voor luchtigheid moeten zorgen.

Het haalt de vaart uit de voorstelling en maakt het geheel rommelig. Waar Zummerbühne bij Hollands Hoop en Ripperda verraste met visueel spektakel en rake teksten, is De grote vloed geen voltreffer. Terwijl de avond valt over Oosterwijtwerd, dooft de voorstelling als een nachtkaars.

.