:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/taxonomy/60ebf54-Kret%2C%20Mariska%2003_2023%2015%201280%20%28homepage%29.png)
Zijn blik is intens. De ogen strak op mij gericht kleuren zijn wangen eerst roze, dan rood en vervolgens paars. Hij perst zijn lippen op elkaar.
Langzaam staat hij op, het oogcontact niet onderbrekend. Ik weet precies wat er nu gaat komen en wat er van me verwacht wordt. Ik spring op.
De ogen van de mens zijn niet alleen om te zien, maar ook om mee te communiceren. Een simpele blik naar links kan voldoende zijn om iemand duidelijk te maken het raam dicht te doen omdat buiten lawaai klinkt. Vanaf onze geboorte zoeken we de blik van anderen op om te duiden, te vragen of te versmelten.
Er is een hoop fascinerend onderzoek gedaan naar de rol van oogcontact bij baby’s. In een klassiek experiment lieten onderzoekers baby’s van een paar dagen oud twee gezichten zien op een computerscherm. Eén gezicht had de ogen afgewend, het andere keek de baby aan.
De kleintjes keken langer naar het gezicht dat hen aankeek. In een studie met iets oudere baby’s werden gelijktijdig hersengolven gemeten. De hersengolf waarvan bekend is dat hij getriggerd wordt door gezichten was groter wanneer gekeken werd naar gezichten die de blik vooruit hadden gericht ten opzichte van gezichten die opzij keken.
Onze aangeboren gevoeligheid voor oogcontact vormt de fundering voor de sociale vaardigheden die daar in de loop van ons leven op gebouwd worden. Het hormoon en de neurotransmitter oxytocine speelt een belangrijke rol in sociale binding. Het versterkt vertrouwen, empathie en helpt bij de vorming van hechte relaties zoals tussen ouders en hun kinderen of tussen partners.
Dit stofje komt ook vrij tijdens oogcontact. In een onderzoek waar werd gekeken naar interacties tussen moeders en hun baby’s, werd gevonden dat de oxytocine-waarden in het bloed van de moeder verband hielden met hoeveel oogcontact ze maakte met haar kind. Moeders met hoge waarden keken langer en lieten de blik van hun kind zelden los.
Moeders met lage waarden hadden de neiging om de blik af te wenden als hun kind over zijn toeren raakte. Ook voor andere zoogdieren is oogcontact van belang en vinden we vergelijkbare onderliggende processen. In onderzoek met zijdeaapjes werd gevonden dat een pufje oxytocine in de neusgaten de dieren langer deed fixeren op de ogen van soortgenoten die zij op een beeldscherm te zien kregen.
Toediening van een antagonist, een stof die zich aan de oxytocine-receptor bindt zonder een reactie te veroorzaken, deed dit effect juist teniet. Een andere studie met honden toonde aan dat oogcontact met hun baasje de afgifte van oxytocine in beiden stimuleerde. In eigen onderzoek met mensen zien we dat elkaar aankijken spiegelgedrag stimuleert en zelfs de synchronisatie van allerlei onbewuste fysiologische processen bevordert.
Voor sociale dieren is oogcontact belangrijk om op één lijn te komen. Een aantal jaar geleden woonde ik in Japan. Ik merkte al snel een groot verschil met Nederland.
Mijn Japanse collega met wie ik een kantoor deelde vermeed het om de grote baas in de ogen te kijken en zijn stem klonk een octaaf hoger als hij met hem sprak. Na een maandenlange samenwerking had ik een keer een ongebruikelijk openhartig gesprek met hem. Hij vertelde me dat hij erg had moeten wennen aan mijn ogen.
„Ze zijn zo licht en indringend.” In westerse samenlevingen wordt iemand recht aankijken vaak geassocieerd met eerlijkheid en aandacht, terwijl het in sommige oosterse culturen als respectvol wordt gezien om oogcontact te vermijden, vooral met autoriteitsfiguren. Ik had het helemaal verkeerd gedaan.
Zeker als vrouw was het passend geweest als ik mezelf had aangeleerd om mijn collega’s minder lang aan te kijken. Er is een verband tussen hechtingsstijl en de genetische variatie in type oxytocine-receptor die in Oost en West een uniek effect hebben op hoe we ons verbinden met anderen. Genen en cultuur kunnen samen sociale processen beïnvloeden.
Dit verklaart misschien waarom ik me soms eenzaam voelde in Japan. Juist omdat we met onze ogen zoveel gevoelige boodschappen kunnen afgeven, is nuance op zijn plek. Oogcontact kan als een teken van confrontatie of agressie worden geïnterpreteerd of als uiting van seksuele interesse.
Best ingewikkelde materie dus, en niet verwonderlijk dat kinderen die balans tussen te veel en te weinig nog moeten leren. Ze weten nog niet dat iemand aanstaren niet netjes is en dat het in bepaalde situaties gepast is om de blik af te wenden. Voor sommige volwassenen blijft het lastig.
Personen met sociale angst of autisme kijken daarom doorgaans liever helemaal niet naar de ogen van een ander en richten de aandacht liever op diens handen , die immers ook veel kunnen zeggen middels gebaren, maar niet kunnen terugkijken of oordelen. Ik loop op hem af. Niet alleen zijn ogen, maar ook zijn door de zwaartekracht naar beneden gezakte broekje spreekt boekdelen.
De zwijgende dialoog met mijn zoon wordt onderbroken door zijn stem: „ Poepie daan! Schone lui! ”.