De duistere kant van Knabbel en Babbel: Amerikaanse grondeekhoorns verslinden woelmuizen

Gewoonlijk eten ze zaden en grassen, maar de Californische grondeekhoorn vertoont ook carnivore neigingen.

featured-image

Knabbel en Babbel zijn zo onschuldig nog niet. Amerikaanse grondeekhoorns blijken niet alleen noten en zaden te zoeken maar ook actief op jacht te gaan naar levende prooien. In het Journal of Ecology schrijven Amerikaanse biologen hoe ze in de zomer van 2024 tientallen keren zagen hoe een ‘roofgrondeekhoorn’ een Californische woelmuis achternazat, doodde en verslond.

Eikels, zaden, noten, nu en dan misschien eens een ei of een insect – dat was, in biologenogen, het traditionele dieet van eekhoorns en grondeekhoorns. Halverwege de jaren negentig kwam er wel verandering in dat beeld, toen restanten van andere zoogdieren, amfibieën, vogels en vissen werden aangetroffen in de magen van diverse eekhoornsoorten. Maar of dat aas was of een zelfgevangen prooi bleef onduidelijk.



Nu blijkt in ieder geval de Californische grondeekhoorn dus wel degelijk carnivore neigingen te vertonen. De huidige observaties vonden plaats in het twaalfde jaar van een langlopend onderzoek, waarbij het gedrag van grondeekhoorns in het wild wordt gevolgd. In eerdere zomers werd niets ongewoons opgemerkt aan het eetgedrag van de eekhoorns.

Maar in juli 2024 veranderde dat. Er was die zomer sprake van een uitzonderlijk hoge ‘woelmuizenpiek’ – net als bij bijvoorbeeld lemmingen kunnen de aantallen van jaar tot jaar sterk variëren, en leiden hoge aantallen vervolgens tot een toename van predatie. Naar schatting waren er in 2024 zeven keer zoveel woelmuizen als in andere zomers.

Maar waar normaal gesproken vooral de usual suspects als haviken, uilen, wezels en reigers van die hogere muisdichtheid profiteerden, trad nu dus ook een andere vijand naar voren: de grondeekhoorn. Normaliter eten Californische grondeekhoorns zaden en grassen, die in overvloed aanwezig zijn in het onderzoeksgebied. Voedselcompetitie is daarom zeldzaam.

Toch observeerden de biologen in dit geval herhaaldelijk grondeekhoorns die met elkaar aan het bakkeleien waren over een woelmuisprooi: vermoedelijk omdat één enkele woelmuis veel energierijker is dan al die grassen en zaden, aldus de onderzoekers. Soms zagen ze wel meer eekhoorns aan één prooi knabbelen zonder dat er gesteggel was – mogelijk was er in dat geval sprake van familieverbanden. In meerdere gevallen zagen de onderzoekers hoe een grondeekhoorn stilletjes en laag bij de grond een woelmuis besloop alvorens toe te slaan.

Soms ook rende de eekhoorn de woelmuis achterna. Een gevangen prooi werd gedood door een of meerdere beten, meestal in de nek. Daarna beet de grondeekhoorn de kop van de woelmuis af, om vervolgens ofwel eerst de vacht van het slachtoffer af te stropen of direct het vlees uit de romp te trekken.

Opvallend is dat zowel jonge als oude grondeekhoorns (zowel mannetjes als vrouwtjes) bedreven lijken in de woelmuisjacht. Dat terwijl de jacht niet zonder gevaren is, benadrukken de biologen: gevangen woelmuizen bijten soms gemeen terug. Een paar keer zagen de onderzoekers dat de grondeekhoorn de prooi daardoor losliet.

Onbekend is of het jaaggedrag van de grondeekhoorns instinctief is of aangeleerd. De auteurs vermoeden het eerste, omdat het gedrag zo wijdverspreid is (in twee weken zagen ze het maar liefst 74 keer). Terloops vermelden ze dat Californische grondeekhoorns soms ook betrokken zijn in ander instinctief en dodelijk gedrag: infanticide.

Uit eerder onderzoek blijkt dat vrouwelijke eekhoorns soms de jongen van een soortgenote doodbijten, waarschijnlijk om de concurrentie voor hun eigen nakomelingen te verminderen. Een andere vraag is of (en zo ja, hoe) de predatie van woelmuizen de ecologie in het gebied zal beïnvloeden. Mogelijk neemt de populatieomvang van de grondeekhoorns toe dankzij deze energierijke extra voedselbron – zelfs als het jaaggedrag maar tijdelijk is en alleen optreedt in jaren van woelmuisoverdaad.

Van zo’n toename zouden ook dieren kunnen profiteren die zelf grondeekhoorns eten, zoals ratelslangen, vossen, dassen en wasberen. Anderzijds kan het ook zo zijn dat de grondeekhoornstand juist afneemt doordat woelmuizen vlooien bij zich dragen die builenpest bij de eekhoorns kunnen veroorzaken..