De Donald Duck Wetenschaps-Special is zo rolbevestigend als de Duckstadse Damesclub

Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: wetenschap in een vrolijk weekblad.

featured-image

Hoeveel procent van de wetenschappers zou af en toe (of óóit), in een witte jas een felgekleurde vloeistof van het ene reageerbuisje in het andere overgieten? Het goede antwoord zal dichter bij nul dan bij honderd procent liggen; de wetenschapper met de witte jas en het labglaswerk is een beeldtaalcliché. En dus is Donald Duck op de voorkant van de nieuwe Donald Duck Wetenschaps-Special ook zo afgebeeld. Achter hem kijkt zijn verre oom, professor Otto van Drakestein, tevreden naar een atoom tussen zijn handen dat even groot is als die handen zelf.

Op de grond een papiertje met „E(end) = mc 2 ”, in de prullenbak een papiertje met de identiteit van Euler ( e i p + 1 = 0). Het is allemaal een perfecte opmaat voor wat je binnenin krijgt: veel stereotiepe ideeën over wetenschap en de mensen (in Duckstad: eenden en honden) die wetenschap beoefenen. In negen van de veertien verhalen is de wetenschapper bijvoorbeeld dezelfde oude witte woerd met verstand van álles.



Natuurlijk, Otto van Drakestein was al bedacht, hij maakte in 1961 zijn debuut als Donalds geniale, maar verstrooide oom. Ze konden hem hier zo voor inzetten. Maar hij is wel een waggelend cliché.

De special telt sowieso maar twee verhalen met vrouwen in de hoofdrol en dat zijn geen wetenschappers, hoe knap de pulletjes Lizzy, Juultje en Babetje ook een alarmsysteem in elkaar weten te knutselen voor tante Katrien. En in ‘Prinses Oena is oerslim’ krijgt student-oereend Oena zowaar college van een vrouwtjesvogel en een teefje, maar die geven dan wel de niet-exacte vakken (psychologie en Engels), terwijl twee reuen stoer de paleontologie en geologie mogen doceren. Ik hou zó van strips, ik ben dól op de Ducks, maar dit is allemaal zo rolbevestigend als de Duckstadse Damesclub.

En ja, ik heb het excuustruushoekje van een weetjespagina gezien waar vijf (echte) vrouwelijke wetenschappers heel kort worden besproken. Goed bedoeld, niet genoeg. Op die weetjespagina stond verder over „taal, gebouwen, kunst, muziek of de ruimte”: „Ook dat is wetenschap.

” Dat is alleen niet het soort wetenschap dat je in deze special vindt. De „wondere wetenschap” waar oom Otto over vertelt, is in acht van de negen verhalen een exacte wetenschap, meestal natuurkunde (en dan is er nog een verhaal over de zeven wereldwonderen van de klassieke oudheid). En klopt de wetenschap in de special? Nou, je moet er niet te veel uit willen leren.

Eén weetjespagina meldt dat een leugendetector „redelijk betrouwbaar” is – quod non . In een strip legt Otto de structuur van een atoom met evenveel stelligheid uit als verderop uitvinder Willie Wortel de rol van een wormgat bij tijdreizen. Deze special dient om nieuwsgierigheid te wekken zodat je wilt opzoeken hoe iets echt zit.

Al is één feitje wel heerlijk: als Kwik, Kwek en Kwak ontdekken dat zij, vogels immers, eigenlijk dino’s zijn. Heel grappig. Nu nog moderniseren, dino’s!.