De bouw is nu voorspelbaarder en vooral: winstgevend

Na jaren van onrust door risicovolle megaprojecten is de bouwsector in rustiger vaarwater terechtgekomen. Dat is te zien bij beursgenoteerde bouwbedrijven.

featured-image

De grote aannemers hadden er de afgelopen tien jaar allemaal wel eentje. Een bleeder , een ander woord voor een risicodragend megaproject dat een gat slaat in de winstgevendheid. Zo was er de grote renovatie van de Afsluitdijk (BAM, Van Oord), de Zeesluis IJmuiden (VolkerWessels, BAM) het Zuidasdok (onder meer Heijmans) en de renovatie van de A-Pier bij Schiphol (Ballast Nedam).

De projecten zorgden voor slepende rechtszaken, jarenlange vertraging en vele honderden miljoenen euro’s aan kostenoverschrijdingen waarvoor de bouwers contractueel verantwoordelijk werden gehouden. ‘De Afsluitdijk’ bracht BAM zelfs op het randje van een faillissement. De aannemers hebben geleerd van de afgelopen tien jaar.



Bij aanbestedingen gaan de winstmarge en het risico voortaan vóór de omvang van het project. Bouwers zeggen vaker ‘nee’ tegen grote contracten. De bouw in Nederland is daardoor voorspelbaarder geworden, en winstgevender.

Hoe goed het gaat, is te zien bij de presentatie van de halfjaarcijfers van de beursgenoteerde bouwbedrijven. BAM rapporteerde afgelopen week een omzet van 3,1 miljard euro – 6 procent groei op jaarbasis. Concurrent Heijmans kon na een omzetgroei van 30 procent de winstdoelen voor dit jaar omhoog bijstellen naar 7,5 procent.

Ook beleggers is het succes in de bouwsector niet ontgaan. De koers van BAM is sinds begin dit jaar met ruim 60 procent gestegen, die van Heijmans ruimschoots verdubbeld. De afgelopen jaren draaide alles om het beheersen van ris.