De bodem van de diepzee is ook militair terrein

China vordert snel in onderzoek naar diepzeemijnbouw. Maar dit onderzoek kan ook een militair doel dienen, waarschuwen experts. Een kennisvoorsprong over de diepzee is voor China ontzettend aantrekkelijk.

featured-image

中, schreef het Chinese onderzoeksschip Xiang Yang Hong 10 in het water. In mei vorig jaar tekende het met zijn traject dit Chinese karakter in het water van de exclusieve economische zone van Vietnam. Op één streepje na, maar de boodschap leek duidelijk.

„Zhong” stond er, het eerste karakter van Zhongguo, de naam voor China in het Mandarijn. Het schip, eigendom van het Chinese ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, is bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek. Tegelijkertijd werd het ingezet voor deze provocatie richting Vietnam, een van de landen waarmee China in de clinch ligt over zeggenschap over de Zuid-Chinese Zee.



Geregeld zijn er confrontaties tussen kustwachtschepen en vissersboten. Daarnaast leggen beide landen buitenposten met landingsbanen op eilandjes aan en bouwen ze zelfs kunstmatige nieuwe eilandjes. Ditmaal werd het machtsvertoon uitgevoerd met een schip dat wetenschappelijk onderzoek zou moeten doen.

Het voorbeeld laat zien, zegt Harrison Prétat van de Amerikaanse denktank Center for Strategic & International Studies, dat Chinees zeeonderzoek een militair randje kan hebben. „De meeste andere landen maken een sterk onderscheid tussen militair, wetenschappelijk en commercieel onderzoek”, zegt hij per e-mail. „Maar in China bestaan er nauwe banden tussen instanties als het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, het leger en staatsbedrijven.

Dat betekent dat de informatie die onderzoekers verzamelen zeer waarschijnlijk toegankelijk is voor de krijgsmacht.” Ook bij de jongste tak van zeeonderzoek, dat naar de mogelijkheden voor diepzeemijnbouw, zal dat vermoedelijk zo zijn, waarschuwt Prétat. Hij ziet grote militaire waarde in dit onderzoek, bijvoorbeeld voor de werking van onderzeeërs en onbemande onderwatervoertuigen.

Diepzeemijnbouw is een ontwikkeling waar je hartgrondig voor of tegen kunt zijn, maar dit is een schaduwzijde die bijna niemand lijkt op te vallen. De bodem van de diepzee is voor de mens nog grotendeels onbekend terrein. Onderzoek ter plaatse, vaak kilometers diep, is moeilijk door de duisternis en de enorme waterdruk.

Die ontoegankelijkheid zorgde er tot nu toe voor dat de metalen die er in bodemafzettingen en keien te vinden zijn – mangaan, koper, kobalt, nikkel, ijzer, goud, zilver, zeldzame aardmetalen – onontgonnen bleven. De laatste jaren zijn er echter grote stappen gezet in de ontwikkeling van de benodigde technologie. Eén bedrijf, het Canadese The Metals Company (TMC), wil zelfs al een vergunning aanvragen voor commerciële mijnbouw in de Clarion-Clipperton Zone, een gebied tussen Hawaï en Mexico in de Grote Oceaan.

Dat roept grote weerstand op bij milieubeschermers. Zij wijzen erop dat er te weinig bekend is over de gevolgen voor het zeeleven. Volgens TMC zijn de voorraden van de zeebodem onmisbaar voor onder andere accu’s voor elektrische auto’s en is mijnbouw op land schadelijker.

Beide kanten zetten grote druk op de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) , de organisatie die conform het in 1982 gesloten Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties de regels voor diepzeemijnbouw moet opstellen. TMC wil komend jaar zijn vergunning aanvragen, de milieubeweging, hierin gesteund door een groeiend aantal staten, wil dat de ISA een tijdelijk veto op diepzeemijnbouw plaatst. Veel aandacht is er ook voor Noorwegen, dat vorig jaar besloot om als eerste land ter wereld een deel van zijn eigen wateren in de Groenlandzee open te stellen voor commerciële diepzeemijnbouw.

Vorige week stelde de minderheidsregering dat plan uit in een deal met de groene partij SV die anders de kabinetsbegroting zou weten te blokkeren. Tegelijkertijd probeert het Wereldnatuurfonds via de rechter in Oslo de staat te dwingen meer ecologisch onderzoek te doen. Wat China op het gebied van diepzeemijnbouw doet, wordt in het publieke debat nauwelijks besproken.

Dit terwijl de Chinese investeringen in de sector groot en divers zijn én dus mogelijk militair-strategische neveneffecten hebben. Effecten die andere landen aangaan. China heeft nu al de sterkste marine ter wereld en wil zijn invloed in met name de Grote Oceaan steeds verder uitbreiden.

Een kennisvoorsprong over de diepzee is voor China ontzettend aantrekkelijk. Prétat: „Als je het onderwaterlandschap en de kenmerken van de waterkolom en de zeebodem in kaart kunt brengen, weet je beter waar onderzeeërs kunnen opereren en kun je ze ook beter detecteren, bijvoorbeeld met akoestische technologieën of andere sensors.” China is het land dat van de ISA de meeste exploratievergunningen heeft gekregen: 5 van de 31 in totaal, goed verspreid over de wereldzeeën.

Drie van deze exclusieve onderzoekszones liggen in de Clarion-Clipperton Zone, één ten zuidoosten van Japan in de Grote Oceaan en één midden in de Indische Oceaan. Van alle landen geeft China de grootste financiële bijdrage aan de ISA, het levert functionarissen voor de belangrijkste organen binnen de ISA en opende in 2021 een gezamenlijk opleidingscentrum in havenstad Qingdao. Deze zomer lukte het de Shanghai Jiao Tong Universiteit voor het eerst om met een onderwatervoertuig metaalhoudend gesteente naar boven te halen van meer dan vier kilometer diepte.

Komend jaar staan twee vergelijkbare missies gepland. Juist dit voorbereidende onderzoek biedt tal van militaire mogelijkheden, zegt Isaac Kardon , senior onderzoeker bij de denktank Carnegie Endowment for International Peace en voormalig docent aan het U.S.

Naval War College. „De intensieve hydrografische onderzoeken en dieptemetingen met onbemande systemen zijn intrinsiek dual-use ”, mailt hij, waarmee hij bedoelt dat ze een civiel én een militair doel kunnen dienen. „Het levert waardevolle inlichtingen op, en mogelijkheden voor surveillance en verkenningen.

Daarnaast biedt het de gelegenheid om zeemijnen te plaatsen, of zogeheten upward-falling payloads .” Dit zijn containers met militaire goederen – van communicatiemiddelen tot drones – die jarenlang ongedetecteerd op de zeebodem kunnen liggen, om ze op een gewenst moment van afstand naar het oppervlak te sturen. „Dit onderwerp wordt over het hoofd gezien”, zegt Kardon.

„Er is enige aandacht voor in de gemeenschap van experts in onderzeese oorlogvoering, maar het diepzeemijnbouwdebat gaat vooral over het milieu en grondstoffen.” Een bijkomend probleem, zeggen beide deskundigen, is dat de Verenigde Staten niet zijn aangesloten bij het Zeerechtverdrag en geen lid zijn van de ISA. Zij zitten dus niet aan de tafel waar de toekomst van diepzeemijnbouw wordt bepaald.

.