De actieve dorpskerk, die bestaat heus nog wel - hier en daar Leo Fijen e.a Geloven in de dorpskerk, de kracht van nabijheid en gemeenschapszin Uitgeverij Adveniat; 160 blz. 24,99 euro ★★★ De portretten van de protestantse gemeenten zijn gemaakt door diverse auteurs, voornamelijk kerkgangers en predikanten die betrokken zijn bij de beschreven gemeente.
Oud-RKK-journalist Leo Fijen nam in zijn eentje alle katholieke parochies voor zijn rekening. Het boek vertelt 24 vergelijkbare verhalen over protestantse dorpskerken en katholieke parochies, verspreid over de verschillende provincies in Nederland. Uit elk portret blijkt hoe de kerkelijke gemeenschap probeert aansluiting te vinden bij de rest van het dorpse leven.
Soms blijkt dat wonderwel goed te lukken. Bijvoorbeeld in Westbroek (gemeente De Bilt), waar de kerk jaarlijks een goedbezochte tentdienst houdt. De kerk van Huizinge, zo’n fraaie oude Groninger kerk, groeit zelfs uit zijn voegen.
Vooral bij cantatediensten is de kerk tot de laatste stoel bezet. Elders is het lastiger, daar is de wil er wel, maar blijkt de praktijk weerbarstig. Neem Lettele (dorp bij Deventer) waar ondanks de inzet van kerkelijke vrijwilligers voor de buurtwinkel tussen de regels door te lezen valt hoe moeilijk het is om de katholieke kerk open te houden.
De actieve dorpskerk - het is een wereld die hier en daar bestaat, nóg wel. Het boek roept met vlagen een sfeer op van een voorbije tijd, waarin de kerk een vanzelfsprekende plaats in de samenleving had. De makers lijken zich hiervan ook bewust.
Door teruglopende ledenaantallen en financiële middelen hebben kerkgemeenschappen nog weleens de neiging om zich terug te trekken op eigen erf, schrijft René de Reuver, de scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in het voorwoord. In dit boek zijn tegenvoorbeelden te zien. Het boek, dat zorgvuldig is uitgegeven (ingenaaid, harde kaft), bevat veel fraaie foto’s waarvan de meeste gemaakt zijn door predikant-fotograaf Maarten Boersema.
Veel genrefoto’s: sfeervolle eeuwenoude kerkinterieurs en historische bedehuizen in pittoreske Hollandse landschappen. Met zoveel beeldmateriaal is het opvallend dat op de cover een landbouwvoertuig staat afgebeeld dat een overdadige nevel (landbouwgif?) over een aardappelveld sproeit. De teksten zijn over het algemeen goed leesbaar, maar wel van wisselend niveau.
Een euvel is dat veel bijdragen zijn geschreven door dominees die een niet altijd even spannend kijkje achter de schermen geven. Een enkele auteur heeft de neiging tot preken (‘God gaat eigen wegen, ook in Hall’). In een van de verhalen zijn de namen gefingeerd.
Echt een faux pas . Of zouden de leden van de protestantse gemeente van Zwammerdam moeten vrezen voor hun lot als onthuld wordt dat ze staan in een stukje over hun kerk waarin werkelijk niet één onvertogen woord valt? Een meer journalistieke aanpak en distantie zouden het boek goed hebben gedaan. De betere verhalen zijn die waarin de kerkelijke gemeenschap een drama te boven is gekomen.
Neem de katholieke kerk van Hoogmade, die tot de grond toe afbrandde en na herbouw opnieuw werd ingewijd. Door de verwoesting werd opeens merkbaar dat er meer leven in de parochie zat dan werd gedacht. Een ander voorbeeld komt uit Makkum, waar de katholieke kerk de deuren sloot en de gelovigen nu een ‘deelwinkel’ runnen, een soort kringloopwinkel.
“Waar veel verenigingen, ook in dorpen, het moeilijk hebben, waar voorzieningen steeds meer verdwijnen, daar laten dorpskerken mensen thuiskomen.” Welk groter verhaal wordt hier verteld? Ja, de plaatselijke kerken werken stuk voor stuk met hart en ziel om de boel draaiende te houden, maar wat betekent dit alles in kerkelijk Nederland? Wijken de dorpskerken af van stedelijke gemeenten? En wat is het toekomstperspectief? Missen de dorpen écht heel veel als de kerk sluit, of is dat vooral het perspectief van de gelovigen. Het zijn vragen die de inhoud van het boek naar een hoger plan hadden kunnen tillen maar helaas niet aan bod komen.
Al met al blijft het toch een presentatie van een serie geïsoleerde momentopnamen vanuit een gelovige invalshoek. Vooral voor betrokken kerkleden is dit een fijn boek met een bevlogen, warme toon. Een hart onder de riem in tijden van achteruitgang.
Er staan bovendien mooie voorbeelden in van kerkelijke experimenten: van een weggeefwinkel tot en met een moestuin. Een van die mooie verhalen komt uit Erica, katholiek dorp in Drenthe. Daar metselde Johan Hemel zes jaar geleden eigenhandig een Mariakapel bij de kerk.
Een relatief veronachtzaamd facet uit de protestantse traditie komt ook aan bod: kindertheologie. In Kraggenburg (Noordoostpolder) leidt dat tot creatieve bijeenkomsten, waarbij kinderen met lapjes en popjes aan de slag gaan en zodoende tot diepere inzichten blijken te komen. ‘Rooksignalen’ is een dikke middelvinger naar iedereen die ons probeert wijs te maken dat we niet goed genoeg zijn Boekrecensies van de week: Hugo Brandt Corstius, opium, een kunstenaarsepos, heel veel seks en liften naar de hemel Nieuwe editie van A.
F.Th.’s ‘Kastanje a/d zee’, nu voor iedereen.
Bovenkant