Een echte lockdownband is het, de Rotterdamse postpunkgroep Tramhaus. Ze hadden tijd, wilden graag iets maken en besloten alles wat ze wisten om te gooien. „In het Nieuwe Normaal begon Tramhaus aan een offensief waarbij sjofele punkholen gestaag veranderden in steeds grotere zalen en festivalpodia, en dat in héél Europa”, schreven we in de vijfballenrecensie van hun debuutalbum The First Exit .
Ja debuutalbum, want die hele zegetocht ervoor was op basis van één EP’tje en een paar singles. Tramhaus trapte zichzelf, een hele scene en een publiek ver daarbuiten wakker. Daar zijn wij gevoelig voor, zeker als je het in zulke puntige, sterke songs verpakt.
Tramhaus maakte met recht de beste Nederlandse plaat van het jaar. Maar er is veel meer. Wat nou als de ene boezemvriend, een wereldberoemde componist, een eerbetoon componeert voor de gestorven andere boezemvriend, een wereldberoemde blokfluitist – en dat die componist na dat componeren zelf ook overlijdt.
Dat gebeurde na May , dat Louis Andriessen voor Frans Brüggen componeerde. Op Tales of song and sadness van Cappella Amsterdam en het Orkest van de Achttiende Eeuw komt nu het moderne werk van Andriessen samen met oude opnames van Brüggen. Door de talloze verrassende dwarsverbanden valt je mond steeds open; alles klopt aan dat album.
De Nederlandse muziekwereld is onverminderd op stoom. En ook al letten we het hele jaar lang op wat er van eigen bodem komt, toch is de internationale muziekwereld soms wat overschaduwend. Vandaar de derde editie van deze lijst, die vorig jaar werd aangevoerd door Robin Kester , en het jaar ervoor door Lucky Fonz III .
Overdonderd werden we opnieuw door de releases dit jaar – we hadden ook wel een top-100 kunnen maken met geweldige platen. Maar we moesten het bij 25 houden, waar toch alles in zit: edgy rock, sterke jazz, prachtige klassieke muziek, experimentele dance, metal, stevige hiphop, punk, indiepop en veel meer. Zij een gevierd jazz-zangeres (achterin de zestig), hij technoproducer (voorin de dertig), samen maakten ze een tweede album, met muziek die past op zowel ADE als Le Guess Who?.
De coronasamenwerking tussen de stemkunstenares en de dj blijkt gelukkig geen gelegenheidsprojectje, maar een voortdurende muzikale vriendschap, die opnieuw een meeslepende, ongrijpbare plaat voortbracht. Musicoloog en journalist Thiemo Wind vond een wonderkind terug: de 17de-eeuwse Adriana van den Bergh, een tiener die muzikaal Nederland met haar blokfluit verbaasde. Hij schreef een boek over haar en over de wereld en tijd waarin ze leefde: een mengsel van woord, beeld en noten.
Niet alleen haar levensverhaal is een mooie ontdekking, dat geldt ook voor de zelden gehoorde 31 stukken die bezield tot leven worden gebracht. Je zou de zachte, meanderende sound van saxofonist Kika Sprangers kunnen onderschatten. Dat is ook prima; je kunt je laten meevoeren op haar ruimtelijke nachtjazz zonder dat er een wekker aan hoeft voor de volgende ochtend.
Maar let op, en je hoort de rijke instrumentatie, de smaakvolle details, prachtige vocalen. En dan wringt het soms ook eigenwijs, in samenspel met haar Large Ensemble vol sterke solisten. Het is een op papier bizarre combinatie.
Keiharde stonerrock met poëtische, Nederlandstalige teksten. Alsof Queens of the Stone Age speelt met Spinvis achter de microfoon. Toch is dat de beste omschrijving van de sound van de Amsterdamse band Het Universumpje, en de muziek rockt net zo hard als dat het catchy is.
Pas op, ‘Voodoo’ krijg je nooit meer uit je hoofd. Het lijkt wel, ehm, voodoo. Een stel dat hardop ruzie maakt, en iedereen mag het horen.
Pijnlijk openhartig zijn Nichowell Nicholas, en Reanny Hortencia. Hij: „Word je de moeder van m’n kind, of word ik vanavond geblockt?” Zij: „Ik zag je staan, maar ik zag je niet zitten”. Au! De liefde wordt hier bezongen met bloedend hart.
Soms gemeen, maar ook wordt duidelijk hoe ze niet zonder elkaar kunnen. Cirkelend rond de vraag wat voor iemand een thuis kan zijn, hoe en waar te aarden valt, is dit Newboulds meest persoonlijke album. De Brit, die ook een master filosofie heeft, heeft gemerkt hoe zijn gevoel van ‘thuis’ als muzikale immigrant in Amsterdam met de jaren veranderd is.
Het leverde een gelaagd album op, met filmische, verhalend opgebouwde composities die volop licht doorlaten. Ze had The Voice gewonnen, scoorde hit na hit, won prijzen, speelde grote shows. Wat wilde Maan de Steenwinkel nog meer? Iets nieuws.
Iets anders. Minder commercieel, meer diepgang. Ze werd ervoor neergesabeld, maar uiteindelijk win je met zo’n zoektocht naar artistieke vrijheid altijd van snedige commentatoren.
Zo’n breuk met haar eerdere werk is het niet eens, eerder een verdere exploratie van stijlen. Daartussenin fonkelt haar stem. Neomi Speelman was niet voor niets NRC ’s poptalent in januari dit jaar.
Ze werd opgepikt na een Facebookfilmpje, nadat ze op haar muziekopleiding te licht was bevonden. De spring-in-het-veld maakt folkpopliedjes waar steeds meer pop in is geslopen, zonder dat ze de warmte verloor. Live is Néomi met haar sterke band bovendien niet te missen.
Onder de handen van de Russische (in Nederland wonende) Olga Pashchenko krijgt de fortepiano iets onweerstaanbaars. Haar eerste noten na de stormachtige inleiding van Mozarts Twintigste Pianoconcert tonen al meteen een kwetsbaar karakter dat tastend een weg lijkt te zoeken door een duister doolhof. Pashchenko deelt met Mozart een diep begrip van de filosofische en emotionele diepte van het menselijke drama en bezit de uitdrukkingskracht en dynamiek om vorm te geven aan deze eeuwige strijd tussen binnen- en buitenwereld.
Zangeres Charlotte Wessels verloor haar band en dus haar baan, toen de symfonische metalband Delain – een heel grote in het genre – uiteenviel. Maar bij de pakken neerzitten zag ze niet zitten, en dus musiceerde ze online een nieuwe, lucratieve baan bij elkaar. Dat ontwikkelde zich tot dit echte eerste album (na twee compilaties), vol heel openhartige, persoonlijke teksten op uiteenlopende lekker heavy en meeslepende songs.
Onder de typische paddingiaanse titel Greatest Hits (So Far!) brengt label Attacca drie soloconcerten van Martijn Padding bijeen. Padding excelleert in die dialoogvorm van solist versus ensemble. Hier laat hij cello, basfluit en piano in gesprek treden met een ensemble van Haagse conservatoriumstudenten.
Schitterende, fijnzinnig geïnstrumenteerde, geestig-diepgravende stukken zijn het, voortreffelijk gespeeld. Nee, Stickert gaat het niet rustiger aan doen. De Zwolse rapper, die lang lang geleden doorbrak met de groep Opgezwolle, bracht vorig jaar al twee albums uit waarop hij zijn hersenspinsels uitgesponnen uit probeerde te leggen.
Daar is nu nóg een album bijgekomen, waarop Junte ‘Sticks’ Uiterwijk het leven beschouwt, met de mooie dingen, maar zeker ook de andere kant: deze plaat gaat over het verlies van zijn moeder. „Wacht niet op zonneschijn, het kan over in een seconde zijn.” Ze bestaan ruim dertig jaar en hebben aan niets en niemand nog iets te bewijzen.
Misschien klinkt Johan daarom zo relaxed op dit zesde album, hoewel achter die lome gitaarpop vaak duistere, diep persoonlijke verhalen schuil gaan. Alzheimer, angsten, eenzaamheid, twijfels. Jacob de Greeuw kreeg hulp van nieuwe gitarist Robin Berlijn (Moke, Kane, Ellen ten Damme) en die impuls maakt de sound van Johan ook na drie decennia fris als een hoentje.
De band rond punkzanger Ray Fuego geeft woeste optredens. Hun tweede album DSM-5 (naar het handboek van psychische aandoeningen) is weer sneller en strakker, zonder franje, maar vol staccato woede (‘Ik pis in je soep’). Spinvis fulmineert ironisch mee in twee nummers, tegen mensen die zogenaamd interessant doen (in ‘Interessant’) en tegen ‘Mensen In Het Algemeen’.
Voor de klassieke traditie is volksmuziek een onmisbare schakel. Van de groeiende groep klassieke musici uit niet-westerse culturen zoeken sommigen een plek in de westerse canon voor hun muzikale erfgoed. In die ontwikkeling past ook het mooie debuutalbum Srikandi van het Duo Saraswati: twee broers, twintigers, cello en piano, geboren uit een Nederlandse vader en een Balinese moeder.
Vooral hun bewerkingen van de Indonesische volksmelodieën vormen een mooie verrijking voor de klassieke canon. Jazzmatties for life. Gitarist Reinier Baas en saxofonist Ben van Gelder weten elkaar al sinds hun jazzstudies blind te vinden in evenwichtig, intuïtief samenspel.
Wat opvalt aan hun sterke, alweer derde duoalbum This Is Water is de diepte en focus. In sax en snaar draaien de Nederlandse jazzleeuwen van deze tijd om elkaar heen in moderne ruimtelijke stukken. De toevoeging van interessante gastmuzikanten daagt ze uit en voorkomt eenvormigheid.
Froukje Veenstra is jonger dan Wikipedia, maar het leek soms of de last van het hele muziekland op haar schouders rustte: dé grote popbelofte, werd ze overal constant genoemd. Na heel wat EP’s kwam er na een rusteloze periode eindelijk een debuutalbum en lijkt er iets van balans te zijn gekomen in die onstuimige carrière. Het hóéft niet zo hard meer te gaan, lijkt het.
En dat is ook zo, want met een album vol ijzersterke songs zoals ‘Zonder Liedjes’, ‘Als ik God Was’ en ‘Naar het Licht’ hoeft ze voorlopig toch ook even niets anders? We kennen Personal Trainer als frisse, jonge rockband uit Amsterdam. Maar wat voor publiek trekken ze bij hun (vele) shows in Engeland? Ouwe lullen. Boomers.
Vaders! Heeft te maken met hun populariteit op een ouwe-lullen-muziekzender in de UK, en ach, wat zou het. Het succes is ze gegund, met dit tweede album vol energieke indiepop die je telkens heel prettig op het verkeerde been zet (ook als je niet zo lang op één been kan blijven staan). Met haar vorige album oogstte Eefje de Visser twee Edisons, een 3voor12 Award voor beste Nederlandse album van het jaar en de hoogste positie op de eindejaarslijst van muziekblad OOR .
Of dat nu weer lukt moet blijken, Heimwee is op het eerste gehoor ingetogener, en laat zich net wat minder makkelijk kennen. Dat is ook de kracht: die extra moeite levert uiteindelijk net zoveel op. Misschien wel meer.
Met zijn Musica Temprana heeft de Nederlands-Argentijnse musicus Adrián Rodriguez van der Spoel altijd een goed oor gehad voor de weemoed van de meerstemmigheid. In Tierra Aliena bevat veelal anonieme gezangen. Musica Temprana schetst heimwee in allerlei verschillende gedaanten en weet de kern te vinden van de oerklank van dat verlangen dat de plek ophemelt waar je niet meer bent en de tijd verafgoodt die nooit meer vanuit het verleden zal terugkeren.
Op haar tweede album Drift vond de Amsterdamse Bente Fokkens diepte in zowel muzikale begeleiding als in haar zang, en in de vanzelfsprekende openhartigheid van haar woorden. Ze knoopte de losse eindjes van haar jeugd samen en ging van zoekend naar blootleggend. Op dit verrassend sterke album kreeg haar muziek focus, en heeft haar zang aan zeggingskracht gewonnen.
Zelfs zonder naar de woorden te luisteren hoor je optimisme, maar ook gelatenheid en melancholie. Wat zou er gebeurd zijn met Bente tussen haar debuut en Drift ? Ze is zowel volwassen geworden als kind gebleven. Hun festivalhit ‘Shirt Uit’ zagen ze deze zomer niet aankomen: Jungle by Night bestaat vijftien jaar, maar door samenwerkingen met rapper Sef of Spinvis bereiken ze nu een nieuw publiek.
Zo openden ze Lowlands, en een recordaantal streams volgde – ook dát zagen ze niet aankomen. Ze ontwikkelden hun jazzy sound met pop en dance, nodigden bekende vocalisten uit en braken uit hun schulp. Waarom het zo werkt? Juist omdat ze geen hits wíllen.
Vrij experimenterend zoiets bereiken, dat is heerlijk. Hoe bekend Raven van Dorst ook is, als het om Dool gaat, dan gaat het ook om Dool, en dan moet het niet de Van-Dorst-show worden. En terecht, want Dool verdient het op zichzelf te staan – niet voor niets een van de beste livebands van het land.
Toch krijgt ook het persoonlijke verhaal van Van Dorst (geboren met hermafroditisme) enorm veel kracht op dit derde album, tussen de ijzersterke hooks en refreinen. Bij elkaar maakt dat het hun beste plaat tot nu toe. Haast te veel om op te noemen, is dit geweldige album.
Op de eerste plaats een eerbetoon aan twee boezemvrienden, twee grootse musici, die in 2014 (Frans Brüggen) en in 2021 (Louis Andriessen) overleden. Het bevat Andriessens zwanenzang, het koor- en orkestwerk May , maar ook ander koorwerk van Andriessen, een bedwelmend mooi gezongen elegie van Josquin en, niet in de laatste plaats: verbijsterende oude opnames van blokfluitist Brüggen. Een uniek, divers, briljant vertolkt document: alles klopt aan dit album, dat diepe muzikaliteit, liefde en toewijding ademt.
Er is altijd hoop, en die komt uit Rotterdam, schreven we in september. In een maand waarin het traditioneel grote albumreleases regent, viel de nieuwe van een Rotterdams bandje op, uitgekomen op een klein Amsterdams label. „Precies wat een debuut moet zijn: spetterend, onstuimig en stuiterend van stemmingswisselingen”, inclusief „mission statement over authenticiteit en eigen koers varen”, schreven we.
En daar bleef het niet bij: Tramhaus’ The First Exit bleef de rest van het najaar bij ons, en dwong deze eerste plaats af..
Vermaak
De 25 beste Nederlandse albums van 2024 volgens NRC
De makers van het beste Nederlandse album van 2024 trapten zichzelf, een hele scéne en een publiek ver daarbuiten wakker. Dit zijn de beste Nederlandse albums van het afgelopen jaar.