David Dekker moet weg bij Arkéa-B&B Hotels: “Het speelt dagelijks in je hoofd”

David Dekker moet aan het einde van het seizoen het Franse Arkéa-B&B Hotels verlaten. De 26-jarige Nederlander is momenteel bezig aan zijn tweede seizoen bij de Franse WorldTour-formatie en bovenal nog steeds op zoek naar een nieuwe ploeg. “Het is toch een last die je meedraagt”, vindt de sprinter voor onze camera. Dekker sluit zijn [...]The post David Dekker moet weg bij Arkéa-B&B Hotels: “Het speelt dagelijks in je hoofd” appeared first on WielerFlits.

featured-image

Video David Dekker moet aan het einde van het seizoen het Franse Arkéa-B&B Hotels verlaten. De 26-jarige Nederlander is momenteel bezig aan zijn tweede seizoen bij de Franse WorldTour-formatie en bovenal nog steeds op zoek naar een nieuwe ploeg. “Het is toch een last die je meedraagt”, vindt de sprinter voor onze camera.

Dekker sluit zijn jaar op WorldTour-niveau af in de Tour of Guangxi. Als je zijn resultaten erbij neemt, dan zou je zeggen dat Dekker niet altijd even consistent presteert. Er was immers vorig jaar zijn tweede plaats in een massasprint in de Giro d’Italia na Jonathan Milan , of afgelopen seizoen derde plekken in de GP Monseré en de openingsrit in de Région Pays de la Loire Tour.



Maar heel vaak lijkt Dekker niet aan sprinten toe te komen: dat vraagt om enige verduidelijking van de man himself. “Ik kijk op dit seizoen terug met een beetje gemengde gevoelens”, reageert hij. “Het voorjaar was zeker wel goed.

Ik heb een paar keer voor mezelf gereden, en goed werk voor de ploeg geleverd. Daarbij werden echt wel goede resultaten werden gehaald. Nadien vond ik het heel jammer dat ik de Giro d’Italia niet kon uitrijden.

In het tweede deel van het seizoen kwam ik in de Ronde van Polen aan met een goede vorm. Ik ben daar hard gevallen en sindsdien is het iets minder geweest. Ik hoop er nog een goed einde van te maken in Guangxi.

” Maar juist dat lijkt bij een ploeg als Arkéa-B&B Hotels niet gemakkelijk. Arnaud Démare is er de grote man in de sprints, maar daarachter zijn er veel renners – vooral sprinters – die nagenoeg op hetzelfde niveau zitten. Dekker is één van hen.

“Het is wel lastig om met zo veel renners op hetzelfde niveau te rijden. Als ik zou zeggen dat het allemaal wel meevalt, dan sta ik te liegen. Het is vaak ook een beetje onderling geven en nemen en het elkaar gunnen.

Zo van: als ik vandaag jou help, krijg ik dan morgen mijn kans? En dan vertrouwen hebben dat die ploeggenoot ook de dag nadien alles voor 100% doet om jou aan een goed resultaat te helpen. Als dat het geval is, dan valt het een stuk meer mee om het af te dwingen.” Toch kreeg Dekker slecht nieuws van de ploegleiding.

“Ik zal niet bij Arkéa-B&B Hotels blijven in 2025. Maar tegelijkertijd weet ik ook nog niet waar ik volgend jaar wel zal rijden, jammer genoeg. Mijn manager is op dit moment hartstikke druk.

Er zijn wel wat dingen die spelen, maar er staat nog niets zwart-wit op papier. En tot die tijd ga je er zelf als renner nog geen conclusies uit trekken.” Heeft hij de indruk dat hij zich voldoende heeft kunnen bewijzen? “Ik denk dat ik af en toe heb laten zien dat ik het voor mezelf zou kunnen.

Maar ik weet ook dat ik in dienst van een veel betere sprinter ook heel goed tot mijn recht kan komen, als laatste man of de man daarvoor. Ik denk dat ik dat zeker ook kan, dat heb ik hier in de ploeg al een aantal keer laten zien. Ik heb al een aantal koersen met Arnaud Démare gereden in het najaar.

Maar hij heeft ook al zijn vaste lead-out, waardoor ik niet zomaar de rol van de laatste man kon worden. Ik moest vaak vroeger aan het werk, maar dat is ook werk dat ik leuk vind en waar ik goed kan in zijn. Op dat vlak is het jammer dat zoiets niet op andere ploegen uitstraalt, blijkbaar.

” 16 okt Lees ook Arkéa-B&B Hotels houdt rekening met einde ploeg na 2025, paar kopmannen mogen weg 16 okt 18 Het zijn ook die aspecten die Dekker in een droomscenario zou vinden bij een eventuele nieuwe ploeg. “Het wordt idealiter in de grotere sprints werken voor een kopman, liefst een topsprinter uit de WorldTour. En dan in de kleinere eendaagse koersen of een keer in een etappekoers, als je een keer niet met een topsprinter op pad bent, dat je een keer voor jezelf sprinten.

” Intussen blijven het bange tijden. “In de koers zelf speelt dat niet zo. Ik probeer er dan zo weinig mogelijk mee bezig te zijn, omdat ik ook denk dat het je alleen maar op een negatieve manier kan beïnvloeden als je te geforceerd gaat rondrijden en altijd maar met die stress zit.

Maar het speelt wel dagelijks in je hoofd rond. Dat is zeker een last die je hebt. Ergens zit het nu wel in je achterhoofd.

De wielersport is op dat vlak best opportunistisch, dat als je één of twee goede resultaten op dit moment neerzet, er heel veel ploegen die misschien nog twijfelen over die twee laatste plekken toch opeens overgehaald zijn.”.