DEN HAAG - De vrede van Den Haag werd de overeenkomst tussen de 'wilde' voetbalbond NBVB en de KNVB genoemd. Dankzij de krabbel van beide voorzitters kon in november 1954 het profvoetbal in Nederland van start. Daarmee verdween profclub Den Haag, een vereniging die een half jaar heeft bestaan.
Zeventig jaar geleden werd er voor het eerst officieel professioneel gevoetbald in Nederland. Den Haag speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van amateursport naar betaald voetbal. In drie delen blikken we terug op die periode.
In deel 3: Profclub Den Haag Lees hier deel 1 over VUC-speler Kees van der Zalm Lees hier deel 2 over het Franse Nantes FC Anderhalf jaar had de KNVB uiteindelijk nodig om in te zien dat men het profvoetbal in Nederland niet kon tegenhouden. Ondanks het succes van de Watersnoodwedstrijd van 12 maart 1953, waarbij Nederlandse profs in het buitenland Frankrijk versloegen, bleef de bond fel voorstander van het amateurisme. Spelers die over de grens gingen voetballen of clubs die op de een of andere manier hun spelers beloonde, kregen te maken met zware straffen vanuit de bondsburelen.
Het zaadje van betaald voetbal was bij pers en publiek al wel geplant. Men zag dat het spelpeil in het buitenland veel hoger was. Niet alleen door de overwinning van de Nederlandse profs op Frankrijk, maar ook door een demonstratiewedstrijd van bijvoorbeeld het FIFA-elftal, met onder andere de latere ADO-trainer Ernst Happel in de gelederen.
Die verzameling internationale sterren nam het in september 1953 in het Olympisch Stadion op tegen Barcelona. De pers raakt niet uitgesproken over de kwaliteiten van de voetballers die ze zagen schitteren. Zeker als je dat vergelijkt met de prestaties van het 'gewone' Nederlands elftal een paar dagen eerder.
Een ratjetoe aan spelers verloor toen met 4-0 van Noorwegen. Slechts één Oranjespeler uit de selectie had meer dan tien interlands gespeeld. De KNVB dacht nog steeds dat de drang naar betaald voetbal uiteindelijk zou overwaaien.
De geest ging echter niet meer in de fles. In december 1953 werd in Amsterdam de NBVB opgericht, oftewel de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond. Een tegenhanger van de KNVB.
Voorzitter werd oud-scheidsrechter Piet Swart, oud-international Jan de Natris werd de technisch leider en voor de propaganda werd Harry van Lent aangesteld. De nieuwe 'wilde bond' vond tien clubs die mee wilden doen aan de competitie. Al lang vergeten verenigingen met namen als Twentse Profs, Fortuna '54 en BVC Rotterdam stonden daarmee aan de wieg van het Nederlandse profvoetbal.
Ook Den Haag had een club met de weinig creatieve naam BVC Den Haag. De clubs betaalden voor die tijd prima. Zo kregen spelers tekengeld en ongeveer 25 gulden als ze doordeweeks trainden.
Daarnaast waren er winstpremies van veertig gulden. Bij gelijkspel en verlies was het bedrag dat werd opgehaald respectievelijk twintig en tien gulden. Vlak na de oorlog een prima bedrag, waardoor clubliefde even niet bestond.
Want de spelers die de nieuwe aanwas van de profclubs vormden, speelden daarvoor bij de grote namen uit die tijd. Zo haalde BVC Den Haag zeven spelers weg bij ADO. VUC zag drie voetballers naar het nieuwbakken initiatief vertrekken.
Grootste naam die BVC Den Haag binnenhaalde, was Bertus de Harder. De kopsterke spits kwam na vijf jaren in Frankrijk terug naar zijn geboortestad. Trainer van het geheel was Vilmos Halpern, een man met een louche levenswandel waarbij verzinsels en realiteit weleens door elkaar liepen.
Hij was een paar weken eerder weggestuurd bij Schalke '04 in Duitsland na één training. De Duitsers waren er achter gekomen dat zijn cv voor geen meter klopte. Onder andere de 33 interlands die hij zou hebben gespeeld voor Hongarije waren uit de duim gezogen.
De KNVB verkneukelde zich dat dit soort lieden zich onder de paraplu van de nieuwe bond schaarden. Want Halpern was niet de enige man met een op zijn minst bijzonder verleden die zich tot de NBVB aangetrokken voelde. Veel figuren die fout waren geweest in de oorlog zochten een plek om maatschappelijk weer relevant te worden.
Bij kerk, voormalig club of politieke partij waren ze vaak niet welkom omdat ze bijvoorbeeld NSB'er waren geweest. Daarnaast was het eerste bestuur van de NBVB alweer vertrokken. Gesjoemel en leugens zorgden voor hun val.
Op het moment dat de NBVB het lastig had, kwam de Limburgse zakenman Gied Joosten op het toneel. Dankzij zijn inspanningen ging de betaald voetbal-trein die met kuren was gestart als een intercity van perron naar perron. Ondertussen klopten de benadeelde clubs aan bij de KNVB.
Naast ADO waren ook Feyenoord, Excelsior, Sparta allesbehalve blij dat hun selecties werden leeggeroofd door de nieuwe betaald voetbal-verenigingen. Daarom spraken de voorzitters van die vier clubs op 30 juni 1954 met een afvaardiging van de KNVB in het Utrechtse hotel Terminus. In het overleg dat later bekend zou worden als de slaapkamerconferentie, legden de voorzitters van de gerenommeerde clubs harde eisen op tafel; ook de KNVB moest het amateurisme laten varen en premies toestaan.
De bond ging overstag. De voetbalbestuurders hadden de publieke opinie tegen, onder meer door de slechte resultaten van Oranje. Zo werd er een maand eerder met 6-1 verloren van Zweden.
De bondsbobo's zagen dat Nederland rijp was voor betaald voetbal. Alleen de andere bond, vaak aangeduid als de 'wilde' bond, had haar plannen al ontrold. Eind juli 1954 was in Wassenaar de eerste training van een Nederlands profteam.
Op terrein Duinhorst, waar nu een camping zit, liepen de eerste profvoetballers van Nederland hun rondjes. Sportpark Duinhorst was toentertijd het onderkomen van SVV Scheveningen en bevond zich op particulier terrein. Tijdens de eerste training kon men nog niet vermoeden dat dat gegeven in de wittebroodsweken van de NBVB-competitie van belang zou zijn.
De KNVB zag namelijk dat het hek van de dam was en dat er in september twee profcompetities van start zouden gaan. Ze wendden zich tot een laatste redmiddel om de NBVB te dwarsbomen: het besmet verklaren van de terreinen. Clubs die onder de vlag van de KNVB vielen, mochten hun velden niet verhuren aan profclubs.
Ook probeerde men op gemeentebesturen in te spelen, door te voorkomen dat er op accommodaties werd gespeeld die buiten de tentakels van de bond vielen. In het begin leek het te werken. Niet dat er wedstrijden werden afgelast, maar dat clubs problemen hadden om een veld te vinden.
Zo speelde BVC Amsterdam haar eerste thuiswedstrijd in Hilversum en speelde BVC Rotterdam in IJmuiden. Die club had sowieso de grootste problemen. Voor een thuiswedstrijd werd de havenstad verlaten om helemaal in Drenthe voetbalclub Den Haag te ontvangen.
Dit terwijl de Hagenaars wel over een eigen terrein beschikte. Duinhorst was in het bezit van de Herbert Jochems en hij stelde het open voor de Haagse beroepsvoetballers. In totaal zou men er zes competitiewedstrijden spelen.
Toen hield de NBVB op met bestaan. Want de toeschouwersaantallen vielen tegen, sommige clubs zwierven door het land en de beste spelers kwamen niet terug uit Frankrijk of bleven de clubkleuren trouw. Aan de andere kant kreeg de KNVB steeds meer weerstand van gemeentes en publiek over hun beleid ten opzichte van de profclubs.
In Jutphaas waar bijvoorbeeld profclub Utrecht speelde en in Doetinchem bij De Graafschap, deed de burgemeester doodleuk de aftrap van een NBVB-duel. Uiteindelijk hadden beide bonden het besef dat ze tot elkaar moesten komen. Dat gebeurde op het hoofdtoernooi van de KNVB aan de Verlengde Tolweg nummer 6 in Den Haag.
Daar in de wijk Zorgvliet werden de plooien tussen de NBVB en de KNVB gladgestreken. De bond zou opgaan in de KNVB en men zou voortaan betaald voetbal toestaan in Nederland. Ook zou de Limburgse zakenman Joosten toetreden tot het bestuur van de KNVB.
Op 25 november 1954 werd uiteindelijk de Vrede van Den Haag getekend. Nederland had officieel betaald voetbal. Hetzelfde weekend begon de nieuwe competitie met maar liefst 56 profclubs, verdeeld over vier poules.
Daaronder twee Haagse: ADO en de Flamingo's. Die laatste club was een fusie van BVC Den Haag met BVC Rotterdam. Een samensmelting die al was beklonken in de weken voorafgaand aan de fusie van de bonden.
De clubnaam hield een paar maanden stand. Daarna wordt het Holland Sport, omdat in Rijswijk ook een vereniging zat die de naam Flamingo's droeg. Het eerste seizoen van Holland Sport verliep tot de laatste speeldag voorspoedig.
De club speelde op Houtrust en ging met de topper tegen NAC in het vooruitzicht aan kop. Alleen bij winst zou NAC naar de kampioenscompetitie gaan, bij gelijkspel Holland Sport. De Brabanders wonnen met 3-1 en mochten het opnemen tegen provinciegenoten PSV, Eindhoven en Willem II.
Die laatste won de mini-competitie en mocht zich als eerste Nederlands kampioen betaald voetbal noemen..
Sporten
Dankzij de vrede van Den Haag begint het Nederlands profvoetbal
De vrede van Den Haag werd de overeenkomst tussen de 'wilde' voetbalbond NBVB en de KNVB genoemd. Dankzij de krabbel van beide voorzitters kon in november 1954 het profvoetbal in Nederland van start. Daarmee verdween profclub Den Haag, een vereniging die een half jaar heeft bestaan.