/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127874183-e5cb15.jpg)
De debuutvoorstelling van Yunus Aktaş (31) begint en eindigt met Tsjaikovski en Beethoven. „Ik weet zeker dat de meeste mensen denken: hij luistert geen klassieke muziek”, aldus de cabaretier. „Of: hij weet niks over Van Gogh.
” In zijn debuut speelt Aktaş met de verwachting van het publiek. „Mensen kijken op een bepaalde manier naar iemand zoals ik. Ik heb een accentje, ik zie er Turks uit.
” Het is komisch hoe hij op een verrassende manier wijst op de onzin van bepaalde stereotypes. In het programma van Arjen Lubach deed hij eens iets vergelijkbaars . Hij zei toen: „Laatst hoorde ik iemand zeggen: Turken stelen.
Maar dat klopt niet: Marokkanen stelen. En ik zeg niet dat Marokkanen stelen, maar dat is het stereotype. Het is een beetje alsof je zegt: Belgen zijn gierig.
Klopt ook niet. Belgen zijn dom, Nederlanders zijn gierig. Turken toeteren.
En ik zeg niet dat Turken toeteren, maar als Turken toeteren, dan stelen Marokkanen.” In 2022 won Aktaş het Cameretten-festival en op 14 februari gaat hij in première met Maakt niet uit . Vanachter een microfoon vertelt hij met ogenschijnlijk licht ongemak en ondoorgrondelijke blik anekdotes vol oneliners.
De lach komt vaak voort uit de ijzeren timing waarmee verrassende wendingen en een onbewogen gezicht worden gecombineerd. Zogenaamde deadpan -humor, waarmee hij in de traditie stata van komieken als Herman Finkers en Rowan Atkinson. In Maakt niet uit horen we verhalen over Aktaş’ overzichtelijke leven in de Turkse bubbel in zijn geboorte- en woonplaats Barneveld: voetballen, hangen met zijn vriendengroep.
Maar ook over pogingen om zijn blikveld te verbreden. Zo probeert hij meer algemene kennis op te doen, want: „Misschien ben ik wel een genie, maar heb ik dat niet door.” „Ken je YouTube-kanaal Pursuit of Wonder?”, vraagt Aktaş op een maandagmiddag in Amsterdam.
In korte filmpjes van een kwartier komt telkens een andere filosoof aan bod. Aktaş: „Ik lees niet veel, maar dit soort dingen vind ik boeiend. Een verhaal over een schrijver die in Portugal is opgegroeid, naar Zuid-Afrika verhuist en daar een boek over schrijft.
Waarom zou ik dat niet willen weten?” Hij heeft het gevoel dat hij altijd achterloopt, vertelt hij. Op de middelbare school was hij een beetje gameverslaafd en speelde hij eindeloos fantasygame World of Warcraft . Aktaş: „School boeide me niet, het sociale boeide me niet.
Ik heb daardoor wat stappen overgeslagen, dingen gemist die ik nu moet inhalen.” In zijn jeugd zag hij veel buitenlandse stand-upcomedy en sitcoms. Jaren tachtig-show Married with Children keek hij altijd samen met zijn vader, wiens eigen vader in de jaren zeventig van Turkije naar Barneveld was verhuisd om te werken als gastarbeider in een kippenfabriek.
Toen Aktaş na een mislukte mbo-studie zijn comedydroom ging najagen, begon hij met googlen: hoe word je comedian? Met open podiumavonden, en zo kwam hij eens in de Amsterdamse comedyclub Toomler terecht. Gewoon een bar met podium, vermoedde hij. Aktaş: „Toen ik daar kwam, waren er allemaal comedians.
Die zaten in een collectief waar je lid van kon worden.” Twee jaar later, in 2018, werd hij zelf lid van dat collectief, de Comedytrain. Na je opkomst ga je achter een microfoon staan en dan beweeg je de rest van de voorstelling niet meer.
Welk idee zit daarachter? „Bewegingen op het podium zijn ruis. Overbodige woorden ook. Ik wil een show met niets dat niet écht nodig is.
Als het materiaal goed is dan is al het andere alleen maar afleidend.” Je komt een beetje ongemakkelijk over op het podium. Is dat een rol? „Nee, ik ben een ongemakkelijk persoon.
Maar ik overdrijf het een beetje. Mijn comedy-stijl heeft meer effect als mensen weten dat ik een ongemakkelijke gast ben.” Veel van je anekdotes en grappen gaan over algemene kennis en ontwikkeling.
Waarom? „Ik ben daar veel mee bezig. Ik ben leergierig, maar ook lui. Een lastige combinatie.
En het is een leuk onderwerp. Het publiek onderschat me denk ik een beetje en ik vind het leuk om dan verrassend uit de hoek te komen.” Waarom denk je dat het publiek je onderschat? „Ze hebben bepaalde verwachtingen van Turken.
En ik denk dat ik daar niet helemaal aan voldoe: qua muzieksmaak, hoe ik praat, hoe ik beweeg.” Je Turkse achtergrond komt in verschillende verhalen terug. Is dat omdat het dankbaar comedymateriaal is? „Ja, maar ook omdat het deel is van wie ik ben.
Een comedian uit Friesland heeft het waarschijnlijk veel over Friesland. Mijn ouders zijn Turks, ik heb eerst Turks geleerd, zat op een zwarte school. Altijd als ik ergens kwam werd er tegen me gezegd: ‘Je bent een Turk’.
Op een gegeven moment voel je je dan een Turk. Nederlander heb ik me nooit gevoeld.” Veel cabaretvoorstellingen hebben een duidelijk thema.
Jij vertelt ogenschijnlijk losse verhalen. Is er een verbindende factor? „Het heeft met elkaar te maken omdat het allemaal over mij gaat. Ik hou niet van shows met een boodschap.
Het is leuker en interessanter als het publiek door grappen en verhalen heen een beeld krijgt van hoe ik ben. Ik heb geen zin in een show waarin ik vertel hoe het is om in Barneveld op te groeien.” Veel comedians verhuizen naar de stad.
Jij woont nog steeds in Barneveld. „Ik denk dat veel comedians denken dat er in de stad wat gebeurt in je leven. Dat het iets triggert .
Maar ik denk dat het feit dat er in Barneveld een stuk minder gebeurt juist inspireert. Veel filosofen leefden ook geïsoleerd. Het zorgt voor ruimte om goede dingen te schrijven.
” Je maakt een aantal grappen over dikke mensen. Wat voor reacties krijg je daarop? „Daar worden mensen weleens boos over. Ik vind het niet mijn taak om daar rekening mee te houden.
Ik maak over zoveel mensen grappen, ook over mezelf. Het valt mij op dat mensen die boos worden altijd klagen over iets waar ze zelf mee te maken hebben. Dat vind ik hypocriet.
Dan denk ik: klaag eens over iets waar je niet zelf mee te maken hebt.” Ergens zeg je in een bijzin: ‘Ik ben pro-Palestina, maar heb niks tegen Joden.’ Vind je het belangrijk om zoiets gezegd te hebben? „Het is wel mijn standpunt, maar het gaat me puur om de grap die later komt.
Ik vind het leuk om de gespannen sfeer te voelen die zo’n onderwerp oproept. Je voelt het publiek denken: ‘Waar gaat dit heen..
.’ Vervolgens blijkt mijn verhaal helemaal niet over dat conflict te gaan. Ik weet daar ook te weinig van.
Twee keer kreeg ik applaus nadat ik zei dat ik pro-Palestina was. Dat kapte ik af, dat wil ik niet. Ik wil geen dingen zeggen waar mensen het mee eens zijn.
Het is een comedyvoorstelling, geen protest.” Politiek moet altijd buiten comedy blijven? „Weet je wat virtue signalling is? Doen alsof je goed bent, zodat andere mensen voelen: hij is een van ons, hij is ook goed en vervolgens gaan klappen ofzo. Ik vind dat nogal lelijk bij comedy.
” De titel van je voorstelling is ‘Maakt niet uit’. Waarom? „Eerst had ik als titel Het Dunning-Kruger-effect , omdat veel verhalen erover gaan dat ik meer kennis wil opdoen. Dat vond mijn impresariaat te ingewikkeld.
Maar niemand zegt volgens mij: ‘Ik ga naar ‘ Het Dunning-Kruger-effect .’ Ze zeggen: ik ga naar Yunus Aktaş. Toen we op vakantie in Frankrijk waren, zei ik tegen Sezgin [ Sezgin Güleç , Comedytrain-collega] dat een titel volgens mij helemaal niet uitmaakt.
Dan noem je het toch zo, zei hij.”.