Co-Med pokerde met huisartsenpraktijken, en de patiënten verloren

Hoe kon Co-Med drie jaar lang ondermaatse zorg leveren zonder dat iemand aan de bel trok? Geld voor patiëntenzorg werd gebruikt om uit te breiden en voor excessieve privé-uitgaven van de directie. NRC sprak met artsen, patiënten en verantwoordelijke bestuurders.

featured-image

In de rommelige kantoortuin in Maastricht klinkt het geratel van toetsenborden. Stapels papier liggen verspreid over bureaus. Het is najaar 2022.

Een jonge vrouw laat zich achter haar scherm zakken en denkt: „Waar zijn we mee bezig? Kán dit wel?” De vrouw werkt voor de commerciële huisartsenketen Co-Med en een paar dagen eerder lag er plots een pak papier op haar bureau. Duizenden patiëntendossiers, geprint. Ze las beschrijvingen van mensen die bij hun huisarts zijn geweest, of met de assistent hebben gebeld.



Een man met buikpijn, hij wordt doorverwezen naar een specialist. Iemand die duizelig is, een ander die al weken diep somber is. De afspraken vonden plaats in huisartsenpraktijken van Co-Med, overal in het land.

Maar bij de declaraties was er iets misgegaan, had haar baas gezegd. Een ICT-probleem. Nu moet de hele stapel opnieuw worden ingediend bij de verzekeraar – waar mogelijk tegen een hóger tarief.

Een enkel consult wordt soms een dubbel consult, een korte visite wordt een lang bezoek. En een herhaalrecept is ineens wel declarabel als je eraan toevoegt dat de arts ook een medisch advies heeft gegeven. In theorie kun je best wel eens wat hebben gemist, denkt de vrouw aanvankelijk.

Een afspraak met een patiënt van 85 jaar, die lichamelijk is onderzocht, en dat dat dan toch de boeken ingaat als een kort consult, daar moet haast wel een fout zijn ingeslopen. Voordat iemand van die leeftijd zich heeft uitgekleed en op de behandeltafel ligt, ben je al vijf minuten verder. Het is heel goed mogelijk, denkt ze, dat er per ongeluk een kort consult is ingeboekt.

Maar structureel consulten uit het verleden aanpassen? Consulten waar je zelf niet bij was? Niet alleen de jonge vrouw krijgt deze klus. Verschillende medewerkers krijgen een dikke stapel papier op hun bureau. Tik, tik, tik, tik.

Het aandachtig lezen van dossiers wordt al snel achterwege gelaten. In enkele weken tijd werken ze op het hoofdkantoor van Co-Med een meter papier weg. Stapels afspraken van patiënten worden omgezet naar een hoger tarief.

Dit stinkt, denkt een collega van de jonge vrouw. Meerdere medewerkers krijgen wroeging. De manier waarop huisartsen bij zorgverzekeraars declareren, is voor een belangrijk deel gebaseerd op vertrouwen, op de afspraak dat dokters hun werk eerlijk in rekening brengen.

Huisartsen krijgen het geld vrijwel direct op hun rekening gestort. Zo gaat dat ook in Maastricht. Als het geld binnenkomt, gaat op het hoofdkantoor van Co-Med de vlag uit.

„Het werd als een overwinning gevierd”, vertelt de jonge vrouw. „Het is gelukt!” De opbrengst volgens interne schattingen: anderhalf miljoen euro. Deze zomer kwam er een eind aan het bestaan van Co-Med, één van de grootste commerciële huisartsenketens van Nederland.

Tienduizenden mensen verloren van de één op de andere dag hun huisarts. Dat was in Nederland niet eerder gebeurd. Al zeker twee jaar was Co-Med in opspraak.

Lokale en landelijke media schreven over praktijken waar geen artsen waren, waar de spoedtelefoon niet werd opgenomen en diagnoses werden gemist. Ook NRC schreef over de gebrekkige zorg, die niet alleen patiënten trof. Ingehuurd personeel werd niet of laat betaald en moest werken onder risicovolle omstandigheden.

Zonder arts in de buurt voelden assistentes zich genoodzaakt om patiënten ongezien naar huis of juist naar het ziekenhuis te sturen. Hoe kon dat? Nog begin dit jaar kocht de keten een huisartsenpraktijk in Amsterdam Zuid-Oost. Waarom greep niemand in? Bij Co-Med ging groei boven alles.

In de zucht naar meer praktijken en meer omzet werden niet alleen declaraties lukraak aangepast en opnieuw ingediend, Co-Med misleidde ook toezichthouders, zette medewerkers onder druk, blies winstcijfers op en paste contracten met terugwerkende kracht aan. Premiegeld dat bedoeld was voor patiëntenzorg werd door de directie gebruikt om nieuwe praktijken te kopen en voor excessieve privé-uitgaven. En hoewel er honderden serieus onderbouwde klachten binnenkwamen bij toezichthouders en opsporingsdiensten, waren het uiteindelijk de medewerkers van Co-Med zelf die de keten een halt toeriepen.

Co-Med wordt opgericht in 2019. De oprichter, Guy Schulpen (dan 47) is een in Limburg geboren basisarts. Hij geeft samen met Caro van Uden (dan 48), fysiotherapeut, leiding aan een grote zorgorganisatie in Maastricht.

Daar zien zij hoe de druk op de huisartsenzorg oploopt. Terwijl mensen meer hulp nodig hebben neemt het aantal huisartsen met een eigen praktijk juist af. Jonge dokters willen liever (parttime) in loondienst werken, en niet dag in dag uit verantwoordelijk zijn voor alles wat het runnen van een praktijk met zich meebrengt: de administratie, de bedrijfsvoering, het personeel.

Schulpen en Van Uden voorspellen dat huisartsen geen opvolger meer zullen vinden. Hun praktijken komen leeg te staan, en het risico bestaat, dat er straks voor veel mensen geen goede zorg meer zal zijn. Het plan is dat Co-Med zulke praktijken gaat overnemen.

Co-Med zal voor personeel zorgen, de administratie doen, de afstemming met de zorgverzekeraars doen die alles betalen, en de financiële risico’s dragen. Dan kan de huisarts zich weer volledig op de patiënten richten, in de spreekkamer of digitaal. Ze vragen ondernemer Guy Vroemen (dan 37) erbij voor het zakelijke gedeelte.

Hij wordt samen met zijn echtgenoot de belangrijkste aandeelhouder van Co-Med, ze krijgen samen 50 procent van de aandelen in handen. Het ondernemingsplan van Co-Med is ambitieus en optimistisch. Co-Med moet een landelijk bekend merk worden.

In Nederland zijn zo’n vijfduizend huisartsenpraktijken. Binnen vijf jaar wil Co-Med er driehonderd overnemen, schrijven de oprichters. Op termijn kunnen dat er vijfhonderd tot duizend worden.

Ze rekenen op een omzet van twee miljard, dat is bijna de helft van alle omzet van huisartsen in Nederland, en op een winst van 400 miljoen per jaar. Zorgverzekeraars zijn enthousiast. Ook zij zien regio’s, zoals in Zeeland en de kop van Noord-Holland, waar nu al te weinig dokters zijn.

En het huisartsenprobleem is bij uitstek hún probleem: verzekeraars moeten patiënten die premie betalen zorg garanderen. Co-Med lost hun problemen op. VGZ maakt een promotiefilmpje , waarin manager zorginkoop Marieke van Hees de „samenwerking” met Co-Med publiek maakt.

De verzekeraar zal praktijken aandragen van huisartsen die geen opvolger kunnen vinden, aldus het Co-Med-businessplan. In 2020 nemen de eerste medewerkers hun intrek in het Bassin, een bedrijfsverzamelgebouw aan een voormalige binnenhaven in Maastricht. Guy Vroemen heeft de dagelijkse leiding.

Op het hoofdkantoor heerst vanaf dag één de sfeer van een start-up. Overal liggen snoeren en papiersnippers uit de shredder. Een aangebroken zak potgrond, gebruikt voor kantoorplanten, staat maandenlang in een hoek.

Guy Vroemen neemt zijn honden mee naar kantoor – ze springen op tafel en zwemmen in de vijver voor het pand. Vroemen heeft een eigen werkkamer, grenzend aan de centrale werkvloer. Als hij niet achter zijn bureau zit, kijkt hij mee over de schouders van zijn medewerkers.

Of hij hangt rond voor een landkaart waarop hij met speldjes bijhoudt welke huisartsenpraktijken de keten heeft gekocht. Guy Vroemen, zeggen medewerkers, kan álles verkopen. Hij is charmant, voortvarend en sluit deals voor je er erg in hebt.

Ze zijn ook onder de indruk van zijn cv. Vroemen bluft dat hij bij de special forces heeft gezeten, een team speciaal getrainde militairen. In de jaren daarna boekte hij succes met een bedrijf in dubbelzijdig plakband.

Hij zou miljoenen hebben verdiend, vertelt hij, de onverwoestbare lijm vind je nog overal ter wereld in producten terug. Wat fantastisch, denken medewerkers, dat iemand met zoveel potentie zich nu gaat inzetten voor de zorg. Vroemen valt op door zijn uitbundige levensstijl.

Hij laat tussen de middag sushi brengen. Soms stuurt hij medewerkers op pad om whisky of sigaren te halen. De versnellingspook van zijn BMW X7, een van de duurdere Duitse SUV’s, is ingelegd met Swarovski-kristal.

Bij praktijkovernames is hij de man van het grote gebaar. Huisartsen – die dikwijls jarenlang vruchteloos gezocht hebben naar een opvolger – kunnen aan Vroemen vragen wat ze willen. Drieënhalve ton voor twee praktijken in Breda, twee ton voor een andere praktijk in Brabant.

Voor dat bedrag koopt Co-Med niet het pand van de huisarts, maar alleen het patiëntenbestand en de inventaris. Huisartsen die hun praktijk willen verkopen melden zich zelf bij Vroemen. Of VGZ draagt partijen aan.

„Wij gebruiken Co-Med waar onze zorgplicht in het geding komt”, zegt een inkoper van VGZ begin 2022 tegen de Groene Amsterdammer . „Als er een acuut probleem is omdat een praktijk bijvoorbeeld niet wordt opgevolgd, dan gaan we het gesprek aan [met Co-Med, red.]: „Jongens, zijn jullie geïnteresseerd om ons te helpen hier een oplossing te bieden?” Vroemen stapt dan in z’n eentje in de auto, of neemt voor de onderhandelingen Guy Schulpen mee.

Medewerkers die zijn aangenomen om de overnames in goede banen te leiden, krijgen er nauwelijks grip op. Ze hebben maanden nodig voor zo’n traject, maar krijgen die tijd niet. Praktijken gaan al onder Co-Med draaien voordat alles geregeld is.

De roosters zijn niet rond, het personeel niet ingewerkt en de patiënten niet ingelicht. Waarom moet het toch zo gehaast, vragen medewerkers zich af. Op het hoofdkantoor weet niemand precies wie wat moet doen.

Artsen bellen na de overname voor van alles naar Maastricht, zelfs als het wc-papier in hun praktijk op is. In een poging structuur aan te brengen, legt één van de managers in die periode een overname-handboek aan. Ze drukt de directie op het hart dat die haar op tijd moet inlichten bij nieuwe overnames en ook dat de vertrekkende huisartsen daarna nog een periode beschikbaar moeten blijven, zodat de overname soepel kan verlopen.

In plaats daarvan loopt ze voortdurend achter de feiten aan. Overnamecontracten ontbreken of zijn onvolledig, afspraken over overnamesommen blijven vaag. Of er staat helemaal niks op papier.

En de arts die zijn praktijk verkocht, is ook vaak al uit beeld. Als een Zwolse arts het hoofdkantoor belt met vragen over de verkoop, tast ze in het duister. Zwolle? Een Co-Med-praktijk? Op welk adres dan? Guy Vroemen prikt ondertussen de één na de andere speld in zijn landkaart.

In de eerste maanden van 2021 koopt de keten praktijken in Reusel, Oirschot en Breda. Wie al die overnames op een rij zet, ziet één constante. De overnamesom wordt niet in één keer overgemaakt, maar in delen.

En die stortingen lopen gelijk met de kwartaalgelden van de zorgverzekeraar. De reden? Er is nauwelijks eigen geld, het startkapitaal van Co-Med mag geen naam hebben. Het bedrijf financiert nieuwe aanwinsten met premiegeld.

Dat zit zo: huisartsen krijgen ieder kwartaal een bedrag voor elke patiënt die bij hun praktijk staat ingeschreven, afhankelijk van de leeftijd en het type wijk. Voor mensen die in achterstandsbuurten wonen krijgen huisartsen extra geld. Op die manier komt er per patiënt gemiddeld 25 euro per kwartaal binnen.

Daarbovenop mag de huisarts consulten declareren. Zo kan het dat een doorsnee praktijk al gauw zo’n 60.000 euro per kwartaal aan inschrijfgeld ontvangt.

Geld dat bedoeld is voor het salaris van de arts en assistent, of voor de huisvesting. Maar Co-Med gebruikt het inschrijfgeld van de ene praktijk voor de aankoop van een volgende. Om die geldstroom in stand te houden is dus voortdurende groei vereist.

Bij overnames is er bovendien haast, managers moeten ze steeds rond zien te krijgen voor het volgende kwartaal ingaat. De ondernemers mikken op grote praktijken, met veel patiënten. Co-Med koopt niets in Limburg: geen gedoe in de buurt van het hoofdkantoor.

En de keten mijdt gebieden waar verzekeraar DSW veel verzekerden heeft. DSW staat bekend als een verzekeraar die ingrijpt en inschrijfgeld terugvordert als een huisarts zijn werk niet doet. Bij DSW, klinkt het intern, blijf je uit de buurt.

Niet alleen de overnamesommen, ook het het hoofdkantoor drukt steeds zwaarder op de begroting. De directie keert zichzelf al gauw salarissen uit die bij gevestigde instellingen passen. Binnen een jaar groeit de maandvergoeding van CEO Vroemen van 8.

500 euro naar 21.780 euro, of ruim 260.000 euro per jaar.

Als later blijkt dat zulke hoge salarissen wettelijk niet zijn toegestaan voor zorgbestuurders, wordt het bedrag verlaagd naar ruwweg 180.000 euro. Voor de patiëntenzorg blijft niet genoeg geld over.

Co-Med maakt in praktijken gebruik van waarnemers, artsen en assistentes die zich als zzp-er laten inhuren. In de derde maand van een kwartaal is het soms kiezen wie van hen betaald wordt en wie nog even niet. Al vanaf de eerste maanden van 2021, vertellen medewerkers, bellen zorgverleners en leveranciers van medische hulpmiddelen naar het hoofdkantoor, om te vragen waar hun geld blijft.

De directie belooft beterschap, en hamert op vertrouwen. Cashflowproblemen en betalingsachterstanden? Ach, die horen bij een beginnend bedrijf. Eén collega ziet dat anders.

Het is voorjaar 2021. John Jongen, dan net acht weken in dienst als extra directie-lid, besluit zijn observaties op een rij te zetten en roept oprichters Caro van Uden en Guy Schulpen bij zich. Jongen ziet een ‘piramidespel’ met premiegeld.

Hij legt de oprichters uit dat er bedragen voor praktijken worden betaald, terwijl dat geld er niet is. De boekhouding is een wirwar van posten, er wordt geschoven met geld. Wie goed kijkt, zegt Jongen, ziet dat Vroemen niet alleen betaald wordt voor zijn werk, hij verstrekt ook leningen aan het bedrijf.

Co-Med bouwt een schuld op bij de CEO, waar Jongen niets van begrijpt. Van Uden en Schulpen reageren onderkoeld, herinnert Jongen zich. Jongen schrijft een rapport waarin hij concludeert dat er geld bij moet van de aandeelhouders of van een investeerder om als bedrijf te overleven.

Als de directie daar niet in meegaat, trekt Jongen zijn conclusies. Hij vertrekt. Guy Vroemen strooit ondertussen met geld.

Hij levert zijn lease-auto vervroegd in voor een ander exemplaar, de boete van 12.100 euro is voor rekening van Co-Med. Op de creditcard van het bedrijf doet hij uitgaven van tienduizenden euro’s bij restaurants en hotels.

Bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die toezicht houdt op de zorg in Nederland, meldt zich op 26 november 2021 een klokkenluider die waarschuwt voor fraude met zorggeld. De NZa „is niet bevoegd tot opsporing van fraude” laat een medewerker aan de beller weten. De inspecteur overlegt intern en met de Arbeidsinspectie, dat is „de aangewezen opsporingsinstantie”.

De buitenwereld merkt niets van dat alles. Co-Med groeit en de directie barst van vertrouwen. Begin 2022 maakt CEO Vroemen journalisten van de Groene Amsterdammer wijs dat Co-Med dan al 24 praktijken in Nederland runt en zorg draagt voor ruim honderdduizend patiënten.

In werkelijkheid draaien op dat moment hooguit tien praktijken onder de vlag van Co-Med. Vroemen denkt groot. Hij overweegt het hoofdkantoor naar het centrum van Maastricht te verhuizen en bekijkt een pand aan het Vrijthof.

Er worden nog meer managers aangesteld, om praktijken aan te sturen en personeel te vinden. In het voorjaar van 2022 richt de keten in het voormalige Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam een eigen callcenter in. Tijdens die groeispurt loopt Co-Med tegen allerlei obstakels aan.

Zo heeft iedere huisartsenpraktijk een speciale code nodig om zorg te declareren bij de verzekeraar. Deze ‘AGB-code’ hoort bij de arts die normaal gesproken de praktijk runt. Maar Co-Med heeft geen artsen die praktijken runnen, dat doet het hoofdkantoor.

De verzekeraars en toezichthouders weten geen oplossing en dus bedenkt Co-Med er zelf één: de concernarts. De persoonlijke code van deze dokter gaat Co-Med voor álle praktijken van de keten gebruiken. Anne Jan van der Veen wordt als eerste voor die rol gevraagd.

Deze Groninger werkt als huisarts voor Co-Med, en ontvangt dan naar eigen zeggen een „fantastisch salaris” van 150.000 euro per jaar. Omdat Van der Veen ook wel ziet dat er tuchtrechtelijk nogal wat risico’s aan de constructie zijn verbonden, wil hij dat wel terugzien in zijn beloning.

Hij vraagt één euro extra voor iedere ingeschreven patiënt. Assistentes werken vanaf dat moment onder zijn verantwoordelijkheid, redeneert hij. En omdat in Co-Med-praktijken lang niet altijd een arts aanwezig is, schuilt daarin een reëel gevaar.

Van der Veen onderhandelt met succes. Hij krijgt voortaan twee ton per jaar, ruim het dubbele van het CAO-tarief voor ingehuurde huisartsen. Niet lang daarna volgt de jonge Amsterdamse huisarts Hanna van der Sluijs hem op en staan vanaf 2022 tienduizenden patiënten op haar naam ingeschreven.

Hoe groter Co-Med wordt, hoe meer die constructie begint te kraken. Niet alleen declaraties, ook veel andere administratie is aan die ene ‘AGB-code’ gekoppeld. Patiënten die met een verwijzing naar het ziekenhuis komen, krijgen een brief mee die op naam staat van de concernarts, een arts van wie ze meestal nog nooit hebben gehoord.

En medisch specialisten die de huisarts willen informeren over een patiënt weten niet bij welke Co-Med-vestiging ze moeten aankloppen. En hoe kunnen ze dat ook weten? Verwijsbrieven en recepten raken zoek. Berichten van de huisartsenpost komen bij de verkeerde dokter of de verkeerde vestiging terecht.

In de praktijken krijgt de concernarts nog een taak: als arts op afstand. Op momenten dat er geen dokter aanwezig is, moeten assistentes volgens een nieuw spoedprotocol met Hanna van der Sluijs bellen. Praktijkmanager Mirlanda Moors uit Oirschot krijgt het er benauwd van.

Zij is ook opgeleid als doktersassistente en zit wel eens achter de balie in de praktijk. Wat nu als er op zo’n moment iemand overlijdt? Wie gaat er de doodsoorzaak vaststellen? Op het hoofdkantoor geven ze haar de instructie dan maar de GGD te bellen. „Maar de forensisch arts van de GGD laat je niet zomaar opdraven”, zegt ze.

„Die vraag je alleen als je twijfelt of er sprake is van een natuurlijke dood.” Moors probeert in die dagen vooruit te blijven kijken. Ze staat vierkant achter het concept van Co-Med.

En was haar baan niet altijd al druk? Ze moest wel vaker improviseren. Zo ervaren meer collega’s dat. Ze schuiven steeds een stukje verder mee – ongemerkt hun morele grens over.

Het is september 2022 als de telefoon van praktijkmanager Mirlanda Moors overgaat. Guy Vroemen belt, hij vraagt haar of ze naar Maastricht wil komen. Diezelfde middag nog.

Als Moors uitlegt dat dat niet gaat – ze staat achter de balie van de praktijk in Oirschot en komt nu al handen te kort – springt Guy Vroemen in de auto. Guy Schulpen rijdt met hem mee. In Oirschot nemen de mannen plaats in een vergaderruimte achterin de praktijk.

En dan wordt Moors duidelijk waarvoor ze gekomen zijn: zij moet aan haar leidinggevenden uitleggen hoe ze declaraties opnieuw bij de zorgverzekeraar kunnen indienen. Moors is thuis in het systeem, en kan hen toegang en instructies geven. Vroemen en Schulpen vertellen haar dat de helft van de consulten in de afgelopen twee jaar verkeerd is gedeclareerd.

Met zorgverzekeraar VGZ zou zijn afgesproken dat Co-Med de declaraties opnieuw mag indienen, dit keer tegen een hoger tarief. Moors geeft Vroemen en Schulpen uitleg. In de maanden die volgen gaat op het hoofdkantoor een clubje medewerkers aan de slag, om de duizenden declaraties te verwerken.

Moors weet dat praktijken soms geld laten liggen. Dat er best wel eens tegen verkeerde tarieven wordt gedeclareerd. Maar als ze weken later in het systeem van haar praktijk in Oirschot kijkt, ziet ze dat er gekke dingen zijn gebeurd.

Consulten die niet declarabel waren, zijn dat nu ineens wel. En ze ziet ook dat er aanpassingen zijn gedaan door collega’s zonder medische achtergrond. Wat hebben die te zoeken in een patiëntendossier? Het declareergedrag valt ook patiënten op.

Op 24 oktober 2022 komt er een klacht binnen bij toezichthouder NZa. Een patiënt schrijft dat Co-Med twaalf declaraties van de huisarts indiende bij zijn zorgverzekeraar. „Ik ben er in totaal drie keer geweest.

(...

) Het lijkt alsof ze elk telefoontje declareren, ook al gaat het helemaal nergens over.” De patiënt vreest dat er sprake is van „een serieus probleem” met „spookdeclareren”. De NZa adviseert „Case 1534107594” te klagen bij de huisarts en contact op te nemen met de zorgverzekeraar.

De patiënt haakt nijdig af. „Jullie zijn de vijfde waar ik aan de bel trek en heb er nu geen zin meer in”, schrijft hij terug. „Blijkbaar vindt niemand het een probleem dat we met z’n allen bestolen worden.

[...

] Iedereen blijft maar wijzen. Heel vermoeiend en irritant.” De patiënt is niet de enige die klaagt.

Bij de NZa en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) komen vanaf begin 2021 honderden klachten binnen over de keten, blijkt uit vrijgegeven documenten. Medewerkers van Co-Med beschrijven gedetailleerd onder welke omstandigheden ze moeten werken (behandelkamers zonder stromend water) en welke risico’s dat oplevert (doktersassistentes die buik- en longonderzoek doen op instructie van een arts aan de telefoon). Artsen uit omliggende ziekenhuizen treffen patiënten die ongezien zijn doorgestuurd, of niet bij de huisarts terecht konden.

„Een patiënte moest een maand wachten op een afspraak bij een huisarts en ligt hier nu heel slecht op de afdeling.” Wat opvalt is dat de inspectie de oorzaken aanvankelijk niet bij de keten zoekt. Nee, Co-Med gaat gebukt onder een collectief probleem: het landelijke huisartsentekort.

De inspectie stuurt klagers naar de zorgverzekeraars, want die zijn verantwoordelijk „voor de beschikbaarheid van voldoende (huisartsen)zorg”. „Hierbij dient u zich wel te realiseren”, schrijft een medewerker aan een klager, „dat ook de zorgverzekeraars te maken hebben met het tekort aan (waarnemend) huisartsen in Nederland.” En als de inspectie wel tot stappen overgaat, is de impact ervan beperkt – dat ziet de instantie zelf ook.

In een standaardbrief schrijft de inspectie aan klagers dat meldingen gebundeld worden, de IGJ voert „één onderzoek” uit. „Het onderzoek bestaat vooralsnog uit het aanspreken van het bestuur van Co-Med”. Omdat dat „verbeterproces moeizaam” verloopt, gaat de IGJ „de komende maanden nauw contact” met de keten onderhouden.

Co-Med-manager Erik Holtrop verwondert zich daar nog altijd over. „Ze lieten zich het bos insturen”, zegt hij. „Als de inspectie vond dat we niet goed bereikbaar waren, zei Guy Vroemen: volgende week is het geregeld.

Daar bleef het bij.” Eén oud-werknemer besluit in 2022 een andere route te nemen en meldt zich bij de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD). Hij doet aangifte van fraude en schrijft dat de inspectie en zorgverzekeraars niet ingrijpen bij de keten omdat zij zich blindstaren op het huisartsenprobleem.

De declaratiesessie op het hoofdkantoor in Maastricht is niet de enige manier waarop Co-Med probeert de gaten in de begroting te dichten en te overleven. De keten stelt structureel allerlei betalingen uit. Zo draagt Co-Med niet op tijd pensioenpremies af voor zijn personeel.

Er wordt te weinig btw afgedragen. En coronasteunregelingen worden zo ver opgerekt, dat Co-Med voor een deel van de medewerkers jarenlang geen loonbelasting betaalt. Twee jaar later, als Co-Med failliet is, zal blijken hoe hoog de schulden zijn.

Pensioenfonds Zorg en Welzijn wacht nog altijd op 279.000 euro. Bij de fiscus staat een schuld open van 2,7 miljoen.

Voor de buitenwereld is het chronische geldgebrek op dat moment niet zichtbaar. Sterker, in de jaarrekeningen presenteert Co-Med miljoenenwinsten. In werkelijkheid zijn die cijfers opgepompt.

Co-Med verstopt allerlei kosten in andere vennootschappen. In de huisartsenpraktijken van Co-Med gaat het vanaf de laatste maanden van 2022 snel slechter met de zorg. Huisartsen en assistentes die te laat of niet betaald worden, verliezen hun loyaliteit.

Ze komen soms pas tegen de middag een praktijk binnenlopen. Of ze komen helemaal niet meer. Co-Med voelt zich op veel plekken in het land tegengewerkt door de gevestigde huisartsen en laat dat ook aan de inspectie en de NZa weten.

Directieleden reppen van een hetze, pesterijen, gecoördineerde acties van regionale samenwerkingsverbanden en zelfs van een „cordon sanitaire”. Het werven van personeel wordt moeilijker, en áls mensen voor de keten willen werken, vragen ze de hoofdprijs. Salarissen van artsen stijgen van 65 euro per uur naar 100 tot 130 euro per uur.

Regiomanagers maken zich zorgen. Onderlinge inkomensverschillen leiden tot wrevel op praktijken. Assistentes ergeren zich aan artsen die opscheppen over de bedragen die ze krijgen.

Als één van de regiomanagers een salarisplafond probeert in te stellen, doorkruist het hoofdkantoor in Maastricht die strategie. De directie belooft artsen een opslag of een bonus, zonder de managers of de financiële afdeling daarvan op de hoogte te brengen. De reden? Alles is erop gericht om de geldstromen aan de gang te houden.

Het infuus van de zorgverzekeraars is voor Co-Med van levensbelang. Co-Med belooft aan een huisarts zeker één keer een bedrag van 25.000 euro, bovenop zijn uurtarief (100 euro), op voorwaarde dat hij vier maanden lang, vier dagen per week voor een Co-Med praktijk in Den Haag beschikbaar is.

Zonder arts zal die praktijk de deuren moeten sluiten, en dan is Co-Med in één klap duizenden patiënten – en dus de kwartaalpremie voor hen – kwijt. Dat goede zorg en de patiënten van ondergeschikt belang zijn, wordt de assistente van de Haagse praktijk al gauw duidelijk. De arts krijgt een bonus aangeboden, maar zijzelf krijgt in die vier maanden niets uitbetaald.

Regiomanagers proberen medewerkers gerust te stellen. Ze beloven dat het salaris komt als de kwartaalgelden van verzekeraars binnen zijn, of storten alvast een deel, in de hoop de rust te bewaren. Erik Holtrop wil de directie eind 2022 achter de schermen een halt toe roepen, herinnert hij zich.

Koop géén nieuwe praktijken meer zolang alle andere met bezettingsproblemen kampen. In de praktijk in Reusel (Noord-Brabant) ziet hij dat de situatie onhoudbaar is. Hij stelt voor de locatie „netjes af te bouwen”, maar volgens hem valt dat bij Guy Vroemen verkeerd.

„Sluiten was onbespreekbaar. Nu snap ik pas goed waarom. Omdat ze die centen van de zorgverzekeraar gewoon heel hard nodig hadden.

” Vooral Guy Vroemen, zeggen medewerkers, wordt vanaf die maanden steeds dwingender. Gooide hij eerst nog plagerig snoepjes uit de snoeppot naar je, nu roept hij vanuit zijn werkkamer naar collega’s of iets al geregeld is. Hij duldt geen tegenspraak, slaat met deuren en smijt met iPads.

Medewerkers raken overspannen, melden zich ziek of stappen op. Anderen schuiven mee en kijken op den duur nergens meer van op. Dat artsen die dwarsliggen uit rancune niet betaald worden bijvoorbeeld, of dat zij dreigmails ontvangen, met als strekking dat de directie naar de inspectie stapt als ze zich niet voegen.

Dat niemand echt ingrijpt of doorvraagt, komt wellicht ook door de hechte banden op het hoofdkantoor. De vrouw van Guy Schulpen is inmiddels aangenomen als manager. Oud-collega’s van Schulpen en Van Uden hebben belangrijke functies in het managementteam.

Erik Holtrop en zijn vrouw huren een appartement van Vroemen. Collega’s komen bij Vroemen thuis over de vloer, hij neemt ze mee uit eten. Erik Holtrop: „Alle problemen werden met geld opgelost.

Als er ruzie was, werd dat goed gemaakt met een sjiek diner.” Als in het voorjaar van 2023 de Co-Med praktijk in Reusel onverwacht de deuren sluit, loopt bij de NZa een emmer over. Bij vrijwel alle praktijken spelen problemen, zien de NZa-medewerkers, en Co-Med wil in de hoogste versnelling blijven doorgaan.

Co-Med is inmiddels zo groot dat er voor iedere overname toestemming nodig is van de NZa. Die kijkt of er voldoende personeel is, of de plannen kloppen, en of de patiënten zijn ingelicht. Normaal gesproken neemt de NZa genoegen met de antwoorden.

Maar vanaf de zomer van 2023 wil de toezichthouder onderbouwing en bewijsstukken zien – zoals roosters en arbeidscontracten. Het gedonder moet stoppen. Wat volgt is gedoe met contracten.

Voor de overname van een praktijk in Waalwijk laat Co-Med aan de NZa weten dat er een deal is met Defensie. Een „militair arts” zal „op detacheringsbasis” in de praktijk gaan werken, de bezetting is geregeld. De overname gaat door.

Maar die bezetting is niet geregeld, er blijkt geen afspraak met Defensie te zijn. Als Co-Med enkele maanden later een praktijk in de Amsterdamse Bijlmer probeert te kopen, wil de NZa niet alleen precies weten wélke overeenkomsten er zijn, de NZa wil ze nu ook allemaal zien . Co-Med stuurt twee overeenkomsten die de bezetting van de praktijk in de Bijlmer moeten garanderen.

Eén daarvan stuurt de NZa retour – de overeenkomst is verlopen. Als dat is opgelost met nieuwe documenten, kan de NZa niet anders dan de overname goedkeuren. Maar wat de toezichthouder niet weet is dat er nog andere, geheime afspraak bestaat.

De belangrijkste arts voor deze locatie tekende ook een bijlage, die de NZa niet te zien kreeg. In dat ‘addendum’ – ondertekend door Guy Vroemen – staat dat het contract ontbonden zal worden, zodra de arts wordt toegelaten tot een bepaalde medische opleiding. Kortom, de bezetting is veel wankeler dan aan de toezichthouder wordt gemeld.

Op de server van Co-Med slingeren meer arbeidsovereenkomsten rond, waarmee gerommeld is. De naam van een arts uit Breda, staat op een contract voor een praktijk in Amsterdam. Het lijkt alsof ze daar drie dagen per week gaat werken.

„Dat klopt niet en dat kan ook helemaal niet”, zegt die huisarts nu. In diezelfde periode gaat bij de IGJ een inspecteur met pensioen. De man was eindverantwoordelijk voor het medisch toezicht op Co-Med, en zijn opvolger pakt het dossier anders aan.

Inspecteurs voeren de praktijkbezoeken op, ze vallen onaangekondigd binnen, en vragen de directie om opheldering. In juni 2023 concludeert de IGJ dat de zorg in de praktijken van Co-Med echt beter moet. De toezichthouder wil Co-Med een „aanwijzing” opleggen, een officiële waarschuwing waarop een boete kan volgen.

Maar dan volgt druk uit onverwachte hoek. Zorgverzekeraar CZ belt met de toezichthouder, zo blijkt uit een uitvoerig gespreksverslag van de IGJ, en lobbyt om dit niet te doen. Als de inspectie Co-Med publiekelijk aanpakt, zou het wel eens afgelopen kunnen zijn met de keten, waarschuwt CZ.

En dan hebben de verzekeraars een veel groter probleem met „55.000 patiënten” die zonder huisarts zitten. De verzekeraar vraagt zich af „of het middel niet erger is dan de kwaal”, en concludeert „dat we Co-Med eerder zouden moeten helpen dan afstraffen”.

VGZ heeft een paar maanden eerder een kwart miljoen euro extra aan Co-Med overgemaakt, uit een potje voor innovaties, bedoeld om de zorg in Zuid-Nederland te verbeteren. In het najaar van 2023 komt daar noodsteun bij, VGZ en CZ schieten een paar ton aan Co-Med voor. Ze eisen wel inzicht in de cijfers en willen vanaf september 2023 wekelijks een overzicht van de financiën en de bezetting van de praktijken.

De omvangrijke herdeclaratie-sessie op het hoofdkantoor is de zorgverzekeraars inmiddels ook opgevallen. Ze beginnen een fraude-onderzoek. Op het hoofdkantoor in Maastricht zijn er op dat moment andere zorgen.

De belastingdienst heeft een speciaal onderzoek naar achtergebleven omzetbelasting ingesteld. De brieven en bezoekjes maken indruk op de medewerkers van de financiële afdeling. Zij zien de omvang van de schuld snel oplopen en vrezen dat dit onderzoek het einde van Co-Med betekent.

Die zorgen spreken ze ook uit. Financieel medewerkers proberen hun bazen ervan te overtuigen dat het zo niet langer kan, dat de risico’s te groot worden. Zij wijzen erop dat de cijfers veel slechter zijn dan directeur Guy Vroemen intern toont.

Er is extra geld nodig, zeggen ze, en een betere organisatie. Zij moeten hun leidinggevenden aanspreken op mismanagement. En dat valt ze zwaar.

„Niet schrikken!”, roept Guy Vroemen tegen zijn personeel op het hoofdkantoor. Het is dinsdagochtend 6 februari 2024 en een verdieping lager zijn zojuist zeker tien man van de NZa het pand binnengevallen. De toezichthouder vermoedt fraude met zorggeld.

Guy Schulpen is wel geschrokken. Hij had zich al langdurig ziek gemeld maar is vandaag toevallig op kantoor. Met trillende handen probeert hij collega’s uit te leggen wat er gaande is, maar hij komt niet uit zijn woorden.

Vroemen neemt het over, en legt uit dat de NZa onderzoek komt doen. „We werken overal aan mee”, zegt hij tegen het personeel. „We hebben niks te verbergen.

” Terwijl de NZa-medewerkers de trap op komen, vlucht Guy Schulpen naar beneden en verlaat schielijk het pand. De onderzoekers van de NZa blijven twee volle dagen op het hoofdkantoor van Co-Med. Ze eisen de administratie op en ondervragen medewerkers.

Guy Vroemen regelt dat hij bij ieder gesprek mag aanschuiven. Een week na de NZa-inval schuift Guy Vroemen ook aan bij Brasserie Foresta, voor oesters en kreeft. Hij bestelt driemaal een fles Chardonnay, Montrachet uit de Bourgogne à raison van 125 euro, en eenmaal een Italiaanse Barbaresco van 168 euro per fles.

Terwijl zorgverleners, verhuurders en toeleveranciers van Co-Med zich melden met betalingsachterstanden, hebben restaurants aan Guy Vroemen nog een goede klant. Op 18 maart bestelt de directeur in een Vlaams etablissement een fles Antinori Tignanello van 300 euro, een rode Toscaanse wijn. Hij dineert er met twee gasten en rekent 740 euro af met de creditcard van Co-Med Holding BV.

De NZa-medewerkers die zich in de weken na de inval op het fraude-onderzoek storten, zullen de keten uiteindelijk geen halt toeroepen. Ook de inspectie niet. Dat doen medewerkers van Co-Med zelf.

Personeel dat niet betaald wordt, stapt in april dit jaar naar de rechter. Zij willen dat het bedrijf met alle werkzaamheden stopt. Het callcenter van Co-Med gaat failliet.

Op vrijdagmiddag 14 juni is het de leiding van de keten zelf die alarm slaat. Guy Vroemen vertelt in een ingelast Teams-overleg met CZ dat het geld op is en dat het bedrijf met grote schulden kampt. Een bericht dat haaks staat op financiële informatie die Co-Med nog de week ervoor met CZ heeft gedeeld.

Manager Erik Holtrop belt met een eindverantwoordelijke bij CZ. Holtrop heeft zich net ziek gemeld en wil de verzekeraars niet alleen op de financiële problemen wijzen, maar ook voorkomen dat ze een nieuwe bulk kwartaalgelden storten. „Dan was er nog een keer 1,7 miljoen overgemaakt, en in rook opgegaan”, zegt hij.

„Ik vond dat dit gestopt moest worden.” En dan gaat het snel. CZ realiseert zich die middag dat diverse praktijken na het weekeinde misschien niet eens meer open zullen gaan.

Hetzelfde weekeinde besluiten de zorgverzekeraars Co-Med onder scherp toezicht te plaatsen. Op donderdag 20 juni schorten de verzekeraars hun contracten met Co-Med op en staken ze de betalingen. Alle huisartsenpraktijken gaan per direct dicht.

Een week later stuurt de inspectie een persbericht rond dat zij Co-Med een last onder dwangsom opleggen. De keten moet voor iedere dag van ondermaatse zorg een boete gaan betalen. Afgelopen week, 14 oktober, meldde toezichthouder NZa dat Co-Med bij overnames in onder meer Den Haag, Eindhoven en Zwolle de regels heeft overtreden.

De toezichthouder legt geen boete op vanwege het faillissement van Co-Med. Guy Schulpen is in februari uit het bedrijf gestapt. Zijn functie bij Co-Med is van zijn Linkedin-profiel verdwenen.

Guy Vroemen neemt de telefoon niet meer op..