Coalitie van EU-landen maakt zich sterk voor onafhankelijke chipindustrie

Negen Europese landen, waaronder Nederland, sluiten een pact om de chipindustrie en troeven als ASML te steunen.

featured-image

Met een symbolische ondertekening in Brussel hebben negen Europese landen, waaronder Nederland, Frankrijk, Duitsland en België, zich woensdagochtend geschaard achter een nieuw plan om de Europese chipindustrie te versterken. Deze ‘Semicon Coalition’ wil dat Europa zijn eigen broek gaat ophouden als het gaat om de productie van chips en bepleit extra innovatie en een aangescherpte opvolger van de huidige Chips Act. Nederland zou dan ook niet langer in zijn eentje de druk hoeven te weerstaan van de VS rond de export van de chipmachines van ASML.

De samenwerking is een initiatief van de Nederlandse minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts (PVV). Hij is sinds afgelopen najaar in Europa op zoek naar gelijkgestemde economieministers in andere industrielanden. Die vond hij in België, Finland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Polen en Spanje.



Het duurde even voordat Robert Habeck, de Duitse minister van Economie, ook aan boord was. Niet omdat er twijfel was over de inhoud, aldus Beljaarts, maar omdat de Duitse politiek tot aan de recente verkiezingen op slot zat. Duitsland is het Europese land dat het meeste geld uittrekt voor de uitbreiding van de chipindustrie, met miljardensteun voor nieuwe fabrieken.

Het meest concrete project is ESMC, de joint venture van de Taiwanese chipfabrikant TSMC met de Europese partners NXP, Infineon en Bosch. Duitsland had ook 10 miljard euro gereserveerd voor een megaproject van Intel in Maagdenburg, maar die plannen zijn door de Amerikaanse chipfabrikant bevroren. Intel, dat in financiële problemen zit, had ook een fabriek gepland in Polen.

Dat land reserveerde een locatie en de benodigde energievoorziening en mankracht, en hoopt nu dat een andere chipfabrikant in het gat wil springen. Ook Italië rekende op een miljardeninvestering van Intel, maar zag dat project in de koelkast verdwijnen. De Europese investeringhausse in halfgeleiders vindt zijn oorsprong in de coronacrisis.

Toen een chiptekort ernstige productieproblemen in de autoindustrie veroorzaakte, raakte de EU ervan doordrongen dat het te afhankelijk is van chips uit Azië, met name van chipgigant TSMC. De geopolitieke spanningen rondom Taiwan dwingen de EU om een zelfstandigere chipproductie te ontwikkelen. Want als China zou besluiten Taiwan te blokkeren of te annexeren, dan liggen de Europese autofabrieken weer plat.

In 2022 besloot de EU 43 miljard euro vrij te maken voor een vijfjarig subsidieplan om buitenlandse chipfabrikanten naar Europa te lokken. De oorspronkelijke doelstelling van deze Chips Act was om het Europese aandeel in de wereldwijde chipproductie te verhogen van 8 naar 20 procent. Die ambitie, aangejaagd door voormalig Eurocommissaris Thierry Breton, bleek niet realistisch, zeker niet omdat Intel het laat afweten.

Daarom wil de Semicon Coalition dat streefpercentage schrappen in het vervolg op de Chips Act. Hoeveel geld Europa daarvoor zou moeten vrijmaken, is niet aan de nieuwe coalitie, zegt Beljaarts in een telefonische toelichting. „Maar de doelstelling van 20 procent vinden we te breed en te algemeen”, stelt hij.

De Semicon Coalition pleit voor uitbreiding van de productiecapaciteit op Europese grondgebied, maar wil nu nog geen bedrag noemen dat de nieuwe Chips Act beschikbaar zou moeten stellen. Dat is een taak voor de Europese Commissie. Vicevoorzitter Virkkunen was om die reden bij de ondertekening aanwezig.

„Stap voor stap wordt het plan concreter”, zegt Beljaarts. Een uitbreiding van de Chips Act past in het rapport van Mario Draghi, de voormalige president van de Europese Centrale Bank. In zijn aanbevelingen voor de concurrentiepositie van de EU stelt hij dat Europa weerbaarder moet worden om niet „gechanteerd” te worden door grootmachten China en de VS.

Dat is ook het tweede speerpunt van de Semicon Coalition: het sterker maken van de ‘chokepoints’, bedrijven als ASML die onmisbaar zijn voor de hele chipindustrie. De VS zetten Nederland al enkele jaren onder druk om exportrestricties op te leggen aan ASML, waarvan de meest geavanceerde chipmachines niet naar China uitgevoerd mogen worden. Nederland werkt daar deels aan mee, maar is bang China tegen zich in het harnas te jagen.

Om niet omvergeblazen te worden door het oplaaiende diplomatiek geweld uit Washington, probeert Nederland andere Europese landen bij de discussies met de Amerikanen te betrekken om samen een vuist te kunnen maken. Het duurt echter lang om alle Europese lidstaten te verenigen, vandaar dat Beljaarts een coalitie wilde smeden met de landen die onderdeel uitmaken van ASML’s toeleveranciersketen – Duitsland voorop. Daar zitten bedrijven als Zeiss en Trumpf, die onmisbare onderdelen voor de lithografiesystemen van ASML maken.

Andere landen zijn welkom om zich aan te sluiten, stelt Beljaarts. „Dat geldt ook voor het Verenigd Koninkrijk”. Ondertussen proberen de VS met hun eigen subisidiepot van 52 miljard dollar om chipfabrieken naar de VS te lokken.

Donald Trump gelooft niet in subsidies, wel in dreigen met importtarieven op chips. Die aanpak lijkt te werken: TSMC kondigde vorige week aan 100 miljard dollar extra te investeren in vijf nieuwe Amerikaanse fabrieken..