Club Raum op ADE: de sfeer is niet anders te beschrijven dan ongelooflijk lief

Tussen de oorspronkelijk activistische wortels van dance en de commercie op het Amsterdam Dance Event bestaat spanning. Maar queerclub Raum protesteert juíst door te bestaan. Verslag uit de club waar de LGBTQIA+-gemeenschap zichtbaar thuiskomt.

featured-image

Een jaar moest de nieuwe queerclub Raum wachten op zijn eerste Amsterdam Dance Event (ADE). Toen Raum, in een industrieel jarenzestiggebouw nabij station Sloterdijk, na twee jaar bakkeleien met de provincie, vorig jaar op het punt stond om open te gaan tijdens ADE, bleek op het laatste moment toch ‘gedoe’ rondom vergunningen. Dus bleef de club gesloten, tot ieders verdriet.

Na sluiting van clubs als De School en Kanaal 40 (tijdelijk) was de behoefte aan een nieuwe queervriendelijke club voor elektronische dancemuziek groot. Afgelopen april opende de club eindelijk. En nu is Raums eerste ADE een feit, met direct een heuse weekender – een non-stop feest van zaterdagmiddag tot maandagochtend.



En druk dat het is aan de Humberweg. Hier heeft het Amsterdamse nachtleven duidelijk op gewacht. Vanaf zaterdagmiddag begroet een zachtaardig mens aan de deur met prachtige make-up de bezoekers en legt hen de huisregels uit.

Geen foto’s en video’s. Consent is essentieel (toestemming voor bepaalde intieme handelingen). En mocht je grensoverschrijdend gedrag ervaren dan lopen er mensen met gele hesjes rond naar wie je toe kunt.

Eenmaal binnen valt de aangename indeling en inrichting van de club op. Het is donker maar niet duister, vanwege twee grote door smaakvol figuurglas afgeschermde ‘chill’-ruimtes om in op adem te komen. De rijen bij de bar zijn de hele avond kort, de grote zaal boven en de kleine zaal rechts zijn van elkaar gescheiden op een manier die de verbinding tussen de twee niet doorknipt.

In de expozaal en de studiozaal warmen respectievelijk dj’s High Future en Peach de nacht op met vrolijke, laid back house, die langzamerhand steeds ruiger wordt. Op zondag draaien er nog meer local heroes als Job Jobse, Afra en Mary Lake – de rij buiten wordt steeds langer, en slingert rond een uur of één zelfs de hoek om. Dit belooft wat.

Eerder deze week, tijdens een panel van het Amsterdam Dance Event in het Stedelijk Museum dat gaat over het nieuw opgerichte Institute for Night Culture (INC), stelde Sven Bijma, medeoprichter van queerclub Raum, dat het Amsterdamse nachtelijk ondernemersklimaat „een neoliberaal hell hole ” is. Het gedoe rondom de vergunningen en de jarenlange zoektocht van Bijma en compagnon Diego Meijers, die met hun queercollectief SPIELRAUM een eigen vast ruimte zochten, laat zien dat een dergelijk instituut hard nodig is. Bijma en Meijers hadden graag begeleiding gekregen vanuit de gemeente bij hun zoektocht.

Toch is het panel in het Stedelijk, dat onder meer bestaat uit Touria Meliani (wethouder Cultuur, GroenLinks) en nachtondernemers van Sexyland en Garage Noord, ook alert op ‘het gevaar’ van het institutionaliseren van het nachtleven. Er bestaat namelijk spanning tussen de activistische wortels en het ‘do-it-yourself’ karakter van dancemuziek, en de huidige enorme populariteit van het genre. House, disco en techno ontstonden in de jaren zeventig en tachtig als protestmuziek in steden als New York, Chicago en Detroit.

Voor zowel de LGBTQIA+- als Afro-Amerikaanse gemeenschappen waren nachtclubs plekken om te ontsnappen, om in vrijheid zichzelf te zijn. Tegenwoordig is dance echter ook een van de meest commerciële genres ter wereld, waar wereldwijd bijna 12 miljard euro in omgaat. Die spanning tussen activisme en commercie liep dit jaar ook door het Amsterdam Dance Event, het grootste dancefestival ter wereld.

Zo stonden zaterdag housepioniers Kerri Chandler, Moodymann en DJ Deep in het HEM, op hetzelfde moment dat EDM-dj Martin Garrix voor de vijfde keer tot beste dj van de wereld werd uitgeroepen in een volle Johan Cruyff ArenA (een record dat hij nu deelt met Armin van Buuren). En een paar uur daarvoor trok er door het centrum van de stad een luide protestmars van duizenden dansers, krakers en activisten: ADEV – Amsterdam Danst Ergens Voor, een tegenreactie op het (in de ogen van de activisten) te commerciële ADE. In Club Raum heeft het ritme van dansende halfnaakte lijven een hypnotiserende werking.

Het stoomt op de dansvloer, en niet alleen vanwege de hitte: het publiek loopt rond in prachtige, opvallende outfits, vaak van weinig tot geen stof. De sfeer is niet anders te beschrijven dan ongelooflijk lief. Onder de ingenieuze lichtinstallaties, tussen de conceptuele kunst en in de kantine en de rij voor de wc, wordt er gelachen, gekletst, gezoend en gedanst – heel veel gedanst.

De temperatuur, vooral in de bovenzaal, klimt en klimt. De horizontale raampjes die uitkijken over de industriële Westrandweg zijn de hele nacht ondoorzichtig beslagen. Het is haast ontroerend om te zien hoe het publiek thuiskomt in Raum, elkaar begroeten als op een huisfeestje.

De LGBTQIA+-gemeenschap is hecht, maar lijkt ook gastvrij naar nieuwkomers. In Raum wordt de heteronormatieve norm van de dag uitgedaagd in de geest van hoe dancemuziek begon, in vrijheid en verzet. „Nachtcultuur wordt collectief beleefd”, zei Sven Bijma van Club Raum een paar dagen eerder in het Stedelijk.

„Je komt niet consumeren, maar deelnemen. Je bént de club als je naar ons toekomt.” Zo blijkt Raum een protestclub, simpelweg door te bestaan, en is het misschien wel juist die spanning tussen activisme en commercie die van het ADE zo’n spannend succes maakt.

.