Champions League nieuwe stijl: langer spannend én lucratief, maar overkill ligt op de loer.

Met 51 procent méér wedstrijden en topclubs die elkaar al vroeg in het toernooi treffen, moest de Champions League meer spektakel bieden – en meer geld opleveren. Is dat gelukt? Woensdagavond is de ontknoping van de eerste ronde.

featured-image

„ Die Meister, die Besten, les grandes équipes. The champions. ” Wat in alle jaren Champions League hetzelfde is gebleven, is de Champions League-hymne.

Woensdagavond om iets voor 21.00 uur schalt het bekende openingslied op hetzelfde moment door achttien Europese stadions. Bij elkaar opgeteld staan er dan 396 voetballers en 54 scheids- en grensrechters klaar, terwijl een cameraman ze close-up in beeld brengt voor de miljoenen tv-kijkers.



Het is de apotheose van de eerste fase van de Champions League-nieuwe stijl. Om het Europese clubvoetbal aantrekkelijk en lucratief te houden, heeft de Europese voetbalbond UEFA de opzet van de drie toernooien dit seizoen flink veranderd. In de Champions League, Europa League en Conference League wordt niet meer met poules gespeeld maar met een competitieronde, die bepaalt welke clubs er naar de knock-out-rondes gaan.

Woensdag is de achtste en laatste speeldag in de competitieronde van de Champions League, die voor zowel liefhebbers van voetbal als statistiek een bijzonder vermakelijke avond kan opleveren. Na het laatste fluitsignaal weten de bovenste acht clubs zeker dat ze zijn geplaatst voor de volgende ronde. De volgende zestien clubs gaan naar een tussenronde om uit te maken wie de tegenstanders van de top-acht worden.

Voor de overige clubs zit het Europese seizoen erop. Maar tijdens de wedstrijden, die allemaal tegelijk om 21.00 uur beginnen, weet een aantal ploegen niet waar ze aan toe zijn.

Alleen voor Liverpool en Barcelona staat al vast dat ze bij de beste acht zitten. Voor de laatste plekken voor de tussenronde wordt het rekenen met doelsaldo: tussen PSV (plek 19) en Dinamo Zagreb (plek 26) zitten slechts drie punten verschil. Andere clubs, waaronder Feyenoord (plek 11), zijn nagenoeg verzekerd van deelname aan de tussenronde.

Door de spectaculaire 3-0 overwinning op Bayern München van vorige week lonkt voor de Rotterdammers zelfs nog een plek bij de beste acht. Spanning tot op de laatste dag dus. En dat is precies zoals de UEFA het wilde.

De bond presenteerde de nieuwe toernooiopzet in 2022, die lijkt bedacht volgens het adagium ‘meer is beter’. Zo gaan meer deelnemende clubs meer wedstrijden spelen, wat meer kaartverkoop en meer tv-gelden moet genereren. Voor de tv-kijker moet de nieuwe toernooiopzet voor meer spanning en spektakel zorgen.

Meer topwedstrijden bovendien. Wat valt er nu al te zeggen over het succes van de opzet? Een bezwaar van de Champions League ‘oude stijl’ was de voorspelbaarheid van de poulefase. De eindklassering per poule was vaak al op voorhand in te vullen.

Zeker in de laatste speelronden waren er ‘dode’ wedstrijden, waarbij er voor beide ploegen niets meer op het spel stond. Europese grootmachten die door waren naar de volgende ronde spaarden hun beste spelers en stuurden hun tweede garnituur het veld in tegen kleinere clubs. Door de oude opzet kwamen veel topclubs elkaar pas in de knock-out-fase tegen – en vaak pas vanaf de kwartfinale.

Commercieel gezien een gemiste kans. Want topwedstrijden, zo weten sportmarketeers, leveren het meeste geld op. In het geheim werkte een aantal Europese topclubs in 2020 samen aan de opzet van een eigen Super League .

Een competitie buiten de UEFA om, waarin meerdere keren tegen elkaar gespeeld zou worden en niemand kon promoveren of degraderen. Zes keer per seizoen Juventus – Real Madrid via een betaalzender: het is de schrik van de UEFA, dat daarmee de waardevolle blikvangers uit de eigen Champions League zou zien weglopen. Het Super League-plan werd na flinke ophef in de voetbalwereld in de kiem gesmoord, maar de UEFA is er veel aan gelegen om de grote clubs tevreden te houden.

In de nieuwe opzet wordt er niet langer met de voorspelbare route naar de finale gewerkt, maar is er een competitievorm volgens het Zwitserse model: één competitie waarin alle 36 ploegen deelnemen – maar waarin niet iedereen tegen elkaar speelt. Op basis van de UEFA-ranking, die clubs rangschikt op hun Europese prestaties uit het recente verleden, zijn de clubs over vier sterktes ingedeeld. Elke club treft twee tegenstanders van alle vier de sterktes – bij de ene club uit en de andere thuis – dus ook topclubs spelen twee wedstrijden tegen hun gelijke.

Het moet per saldo meer wedstrijden opleveren tussen gelijkwaardige tegenstanders. De competitieopzet voorziet dus in de vurige wens van clubs, mediabedrijven en de bonden: meer onderling treffen van topclubs, terwijl een verliespartij niet meteen Europese uitschakeling betekent. Zo speelde Barcelona in oktober tegen Bayern München en stond Liverpool in november tegenover Real Madrid.

Paris Saint-Germain en Manchester City troffen elkaar vorige week. Doordat het deelnemersaantal is gegroeid en er ook een extra tussenronde is, worden er in de nieuwe Champions League nu 189 wedstrijden gespeeld. Een stijging van 51 procent.

Dat heeft ook nadelen: spelers in onder meer de Spaanse en Engelse competitie klagen al langer over de drukke speelkalender en het grote aantal blessures. Ook hebben de grotere Europese toernooien hun weerslag op de landelijke competities. In de Eredivisie worden clubs die Europees nog actief zijn vaak rust gegeven.

Vorige week werd bekend dat de play-offs voor promotie-degradatie naar de Eredivisie vanaf volgend seizoen worden ingekort wegens de drukke Europese speelkalender. Al die wedstrijden moeten ook worden uitgezonden. Bij Ziggo, dat voor Nederland de uitzendrechten van de Champions League heeft, wordt hard gewerkt aan een mega-schakelkanaal-uitzending voor woensdag.

Over exacte kijkcijfers is nog weinig bekend, behalve dat bij sommige wedstrijden „het miljoen kijkers” wordt overschreden, zo stelde het mediabedrijf. Dat is niet weinig, maar ook nog niet bijzonder veel. Het is nog te vroeg om vast te stellen of er meer mensen inschakelen dan in de afgepen jaren, nu er meer wedstrijden worden gespeeld en de eindklassering tot op de laatste speeldag onbeslist blijft.

„We zijn pas vier maanden onderweg en het is niet meer dan logisch dat mensen even moeten wennen dat ál het Europese clubvoetbal bij één sportzender zit en tegelijk op verschillende platformen te zien is”, aldus het mediabedrijf in een schriftelijke reactie. De verdeling van de miljoenen aan prijzengeld zijn erop geënt dat clubs tot het laatst hun best blijven doen. In het hoofdtoernooi van de Champions League is een totaalbedrag van 2,44 miljard euro te verdelen.

Iets meer dan een kwart van dat geld is voor startpremies; alle deelnemende clubs krijgen sowieso 18,6 miljoen euro. Een overwinning levert 2,1 miljoen euro op – een gelijkspel zeven ton. De plek op de ranglijst bepaalt hoe veel een club aan het einde van de groepsfase kan bijschrijven: hoe hoger je staat, hoe meer je verdient.

Het ongeslagen Liverpool komt al op ruim 98 miljoen uit, Feyenoord wist tot op heden ruim 50 miljoen bij elkaar te spelen – inclusief recettes. Rechtstreekse plaatsing door bij de beste acht te eindigen levert 12 miljoen op. Voor plaatsing via de tussenronde verdient een club in twee stappen hetzelfde bedrag.

Nog eens ruim een derde van de grote pot, ruim 853 miljoen euro, wordt verdeeld op basis van de internationale tv-inkomsten. Zo vangen clubs uit landen met veel kijkers, zoals Arsenal, een groter bedrag dan de clubs uit bijvoorbeeld Slovan Bratislava. Daarbij speelt ook de UEFA-coëfficiënt mee: hoe beter de club in eerdere jaren presteerde, hoe hoger de tv-premies.

Op deze praktijk is al jaren kritiek; clubs uit grote nationale competities worden beter gespekt dan de kleintjes. Bovendien ontstaat er door de Champions League-miljoenen ongelijkheid binnen de nationale competities. Dit wil de UEFA tegengaan door voor alle niet-spelende clubs solidariteitsbijdragen uit te delen – al komt dat niet in de buurt van deelname aan de Champions League zelf.

In het eerste seizoen Champions League-nieuwe stijl valt verder een aantal opmerkelijke uitschieters op. Op de laatste speeldag staan AS Monaco, Stade Brest en Lille OSC boven de Franse koploper Paris Saint-Germain. Manchester City staat nu op een plek die niet eens recht geeft op de tussenronde, en ook Juventus, Sporting Portugal en Real Madrid vallen tegen.

Zorgt de nieuwe opzet voor uitzonderlijke uitslagen? „Dat denk ik wel”, zegt Pieter Nieuwenhuis, die met zijn bedrijf Hypercube in opdracht van de UEFA de nieuwe opzet van de Champions League vormgaf. „Er staat meer druk op, omdat elke wedstrijd ertoe doet. Je speelt maar één keer tegen elke tegenstander.

” Ook wordt er vaker gescoord per wedstrijd. Tot op heden vielen er gemiddeld 3,23 goals per wedstrijd, waar dat over de vier voorgaande jaren gemiddeld 3,07 was. Nieuwenhuis: „Dit zou kunnen komen doordat bij een gelijke stand in de poule het doelsaldo de doorslag geeft.

” Het is mogelijk, al is het nog te vroeg om al te veel conclusies toe te schrijven aan de nieuwe opzet, zo zegt bijzonder hoogleraar sporteconomie Ruud Koning van de Rijksuniversiteit Groningen. „Het blijft toch een momentopname. Soms is de ene ploeg gewoon uit vorm en doet de andere het opmerkelijk goed – zoals Ajax een paar seizoenen geleden.

” Koning is wel te spreken over de nieuwe opzet, die de spanning er volgens hem langer inhoudt. „Als liefhebber en sporteconoom vind ik het fascinerend dat het zo lang spannend blijft”, zo zegt Koning. „Er zijn minder clubs die nu als kanonnenvoer dienen.

” Het wordt dus een avond van ‘erop of eronder’ in extremis, en niet voor de minste ploegen. Zo moet Manchester City met 8 punten uit acht wedstrijden vol aan de bak om überhaupt de tussenronde te halen. Paris Saint-Germain is met 10 punten ook nog niet zeker van de tussenronde, al is er bij die wedstrijd wel iets opmerkelijks aan de hand (zie inzet).

Een verliespartij tegen Juventus (12 punten) kan voor Benfica (10 punten) mogelijk uitschakeling betekenen. Mógelijk. Want uitslagen op allerlei andere velden kunnen invloed hebben op de ranglijst, en daarmee ook bepalend zijn voor het verdere verloop van het toernooi.

Het verschil tussen gelijkspel, winst of verlies kan onder sommige omstandigheden meerdere plaatsen op de ranglijst zijn. Voor de assistent-trainers die vroeger met een oortje naar ontwikkelingen op een ander veld luisterden, is dat nu nagenoeg zinloos – er zijn simpelweg te veel wedstrijden die de stand in beweging kunnen zetten. Er zit voor de clubs woensdag dus maar een ding op: winnen, het liefst met zo veel mogelijk doelpunten verschil.

.