Catalonië als nationale ploeg: in het korfbal kan dat Het Nederlands korfbalteam speelt vrijdag in de halve finale van het Europees kampioenschap tegen Catalonië. De Spaanse autonome regio speelt, zoals al jaren gebruikelijk in het korfbal, als nationale ploeg op het door henzelf georganiseerde EK. Als een ware aanvoerder, met nummer 14, voert korfballer Javier Navarro Sánchez (37) zijn troepen al aan bij het volkslied voor de eerste EK-wedstrijd tegen Engeland.
Meezingend met de Catalaanse hymne Els Segadors vertegenwoordigt hij met zijn teamgenoten in hun gele shirts hun volk, niet het land waar zij deel van uitmaken. “Veel Catalaanse atleten in andere sporten hebben de mogelijk niet om voor Catalonië te spelen, zij moeten voor Spanje uitkomen. Wij kunnen dat wel.
Dat is een grote verantwoordelijkheid, maar ik ben blij dat we in het korfbal onze taal, onze cultuur kunnen uitdragen.” Dat Catalonië en niet Spanje als korfbalnatie is vertegenwoordigd bij de Internationale Korfbal Federatie (IKF) heeft onder meer te maken met goed speurwerk naar een manier om in sport de Catalaanse trots uit te dragen. Aan het eind van de jaren negentig ontdekte een groep Catalanen dat in deze oer-Hollandse sport de mogelijkheid bestond om een eigen bond op te richten die volgens de regels van de IKF erkend zou kunnen worden.
“En die kans hebben we aangegrepen”, zegt Francesc Serra, toernooidirecteur van dit EK. “Op die manier kreeg de Catalaanse regering meer reden om ons te ondersteunen. De Spaanse regering wilde niets van ons weten.
We waren voor hen – en zijn nog steeds wel – a pain in the ass .” De Catalanen zijn korfbal sinds die periode als hún sport gaan beschouwen. De bond is onderdeel van de Unie van Catalaanse Sportfederaties, waar behalve grote bonden ook onbekendere sporten zoals pilota (een Catalaanse variant van kaatsen) en pitch and putt (golf), deel van uitmaken.
In de regio zijn vijftien korfbalclubs. “De meeste kinderen komen op scholen in aanraking met korfbal”, aldus Serra. “Maar we krijgen de ouders meestal niet mee om dat verder uit te bouwen, er komt weinig financiële steun en we hebben geen locaties.
Die zijn voor basketbal of handbal.” De groei van korfbal blijft in de vier Catalaanse provincies uit, al zijn er voorzichtige pogingen om urban korfball – een snelle variant met één paal in het midden – van de grond te krijgen. De ‘nationale’ ploeg speelt vrijdag de halve finale tegen Nederland.
Een stunt tegen de profs uit Nederland is uitgesloten, Oranje gaat dit weekend vrijwel zeker de negende Europese titel op rij pakken. Maar het verrassende optreden van Catalonië zou wellicht voor een nieuwe impuls kunnen zorgen en zelfs op kunnen vallen bij de Spaanse overheid. Wat zou er gebeuren als Spanje opeens wel interesse heeft in de sport die zij niet kennen? “Dat is al eens gebeurd”, weet Serra.
“Vanuit de basketbalfederatie heb ik jaren geleden meegeholpen om te kijken of we een Spaanse bond konden oprichten. Maar die vonden het idee eigenlijk niks. De wet om een federatie op te richten is ook anders.
In Catalonië kun je aan de slag als je in een periode van drie tot vijf jaar minimaal tien clubs kunt stichten, in Spanje heb je zeventig clubs nodig, die in minimaal tien verschillende provincies moeten spelen. De basketbalbond liet het plan al snel weer vallen. Sindsdien interesseert het me eigenlijk geen fluit meer of Spanje iets met korfbal wil.
” De Catalanen vinden het wel best dat Spanje zich niet met hun sport bemoeit. Sowieso vindt een deel van hen dat Spanje zich zo min mogelijk met hen bezig moet houden. Het betekent wel dat de korfballers uit de streek nooit op de World Games – de Olympische Spelen voor niet-olympische sporten – kunnen uitkomen.
Dat toernooi wordt georganiseerd onder de vlag van het IOC en dat erkent Catalonië niet als land. “De jongere generatie vindt dat echt wel jammer”, zegt Luis Rossa, technisch directeur van de Catalaanse korfbalbond. “Maar wij hebben geen eigen olympisch comité en kunnen alleen meedoen als we worden uitgenodigd.
” Serra: “Het enige land dat dat kan doen vanwege ons paspoort is Spanje en raad eens: dat gaat nooit gebeuren! Het zou ook een raar zooitje worden; Catalaanse korfballers die opeens het Spaanse volkslied gaan zingen. Dat past niet.” En dus zingt Navarro Sánchez de komende dagen nog twee keer met volle overtuiging het Catalaanse volkslied.
Hij krijgt de gewenste afsluiting van zijn carrière, met mogelijk zelfs een EK-medaille. “Vorig jaar wilde ik na het WK in Taiwan stoppen”, zegt hij. “Maar toen bekend werd dat het EK hier in ons Catalonië zou worden gehouden, moest ik er natuurlijk nog een jaar aan vastplakken.
Schitterend dat ik voor eigen publiek mijn korfbalcarrière mag beëindigen.” Dat Julian Frieswijk komende week met het Nederlands korfbalteam aan het EK in Spanje begint, had hij lange tijd niet gedacht. Na een depressie kwam hij met behulp van therapie terug op het hoogste niveau .
.
Bovenkant