Buurtbewoners verliezen rechtszaak, aanleg warmtebuizen mag doorgaan

De aanleg van een hoofdtransportleiding voor heet water richting Leiden kan gewoon doorgaan zoals gepland. De Raad van State heeft twee bezwaren van twee omwonenden langs het traject tussen Rijswijk en Leiden aan de kant geschoven. Gasunie kan daarom verder met de aanleg van WarmtelinQ. Dat zijn ondergrondse buizen die warm restwater uit de haven van Rotterdam naar onze regio brengen om daarmee huizen en bedrijven duurzaam te verwarmen.

featured-image

LEIDSCHENDAM - De aanleg van een hoofdtransportleiding voor heet water richting Leiden kan gewoon doorgaan zoals gepland. De Raad van State heeft twee bezwaren van twee omwonenden langs het traject tussen Rijswijk en Leiden aan de kant geschoven. Gasunie kan daarom verder met de aanleg van WarmtelinQ.

Dat zijn ondergrondse buizen die warm restwater uit de haven van Rotterdam naar onze regio brengen om daarmee huizen en bedrijven duurzaam te verwarmen. De aanleg van de buizen wordt op dit moment voorbereid door Gasunie en Provincie Zuid-Holland. Het gaat om een traject van 23 kilometer dat loopt van Rijswijk naar Leiden.



De warmtetransportbuis wordt parallel aan de A4 aangelegd langs de Meerburger Watering, die aan de oostkant van de snelweg ligt. Bewoners die in de buurt van de dijk van de Meerburger Watering wonen zijn bang dat een bepaald onderdeel van de transportbuizen, de zogenaamde expansielus, het veengrond te veel zal uitdrogen. Daardoor zou de dijk verzwakt kunnen worden en daarom zou de ligging van van het tracé niet goed zijn.

Bovendien zou het leefgebied van de weidevogels er worden aangetast, omdat ze moeilijker voedsel zouden kunnen vinden. Omdat in de zomer van 2025 al wordt begonnen met 'onomkeerbaar werk' bij Leidschendam, vind de rechter dat hier sprake is van een spoedeisend belang. Voor die tijd zou een andere wens van de bezwaarmakers, een andere route van het tracé, sowieso niet uit te voeren zijn, omdat dat ook gevolgen heeft voor de buizen in de buurt van Leiden.

Provinciale Staten stellen volgens de Raad van State dat de zogenaamde expansielussen geen gevolgen hebben voor de stabiliteit van de dijk. Er is volgens het provinciebestuur voldoende representatief onderzoek gedaan, bijvoorbeeld door Deltares, om tot deze conclusie te komen. 'De dijk ligt met een afstand van ten minste veertig meter ver buiten de beïnvloedingszone van maximaal vijf meter rond de warmteleidingen', stellen Provinciale Staten.

Volgens de provincie blijkt uit deze onderzoeken dat de warmteleidingen geen significant effect hebben op het vochtgehalte in de bodem waardoor geen sprake is van uitdroging van de bodem. Omdat de provincie zoveel onderzoek heeft gedaan, vindt de rechter dat het niet aannemelijk is dat de warmtebuizen en expansielussen de stabiliteit van de dijk zullen aantasten. De rechter vindt ook dat Provinciale Staten ervan uit mogen gaan dat de expansielussen het foerageergebied (een gebied waar dieren voedsel kunnen zoeken) van de weidevogels niet aantasten.

Er zou sprake zijn van een beperkt aantal lussen die op ruime afstand van elkaar liggen aan de rand van het veenweidegebied. Als er al sprake zou zijn van een grotere verdroging van de grond als waar het provinciebestuur vanuit gaat, dan is dat slechts op een paar plekken aan de rand van het vogelgebied. Voor de rechter is dat geen reden om het plan te schorsen.

.