Brusselse onderhandelingen: 'Het grote, zwarte niets'

In de Brusselse regeringsvorming is er gewoon helemaal ... niets. Politiek is de situatie nog net zo onuitgesproken als de avond na de verkiezingen. De situatie zit muurvast.

featured-image

Geen crisettes in de Brusselse regeringsvorming, geen grote clash de laatste weken zoals bij de federale regering. Er is gewoon helemaal ..

. niets. Politiek is de situatie nog net zo onuitgesproken als de avond na de verkiezingen.



De situatie zit muurvast. Er wordt wel gepraat. Dat wel.

Ook tussen de Nederlandstalige ‘formateur’ Elke Van den Brandt en de Franstaligen. Op zoek naar convergenties. Het pad dat bewandeld wordt, is nog steeds dat van een Groen-Open VLD-Vooruit-­meerderheid, aangevuld met CD&V.

De PS heeft zich intussen ook achter een soort van startnota geschaard van ‘formateur’ David Leisterh. Les Engagés was al mee aan boord. Om CD&V’er Benjamin Dalle over de streep te krijgen, wordt nog altijd gedacht aan een functie als regeringscommissaris.

Dat zou een soort regeling ‘à l’amiable’ zijn, waarbij Dalle bevoegdheden krijgt, en ook mee aan de regeringstafel kan aanschuiven. In het andere geval zou hij gevraagd worden om vanuit het parlement de ‘minderheidsregering’ van Van den Brandt te steunen. Dalle buigt echter niet.

Hij wil liever écht minister worden binnen die Brusselse regering. En zo zit de situatie dus muurvast. Dat is niet om vrolijk van te worden.

Politici beseffen te weinig hoeveel kwaad bloed dat zet bij de bevolking. Die verwacht resultaat na de verkiezingen. Boter bij de vis.

Een oud CD&V-politicus zei het onlangs zo op de radio: er is een periode voor de verkiezingen én er is er één erna. Die laatste is het moment dat iedereen water in de wijn moet doen. Dat er naar het belang van de bevolking moet worden gekeken, en dat het partijbelang op de achtergrond komt.

Voor de Brusselaar staat er wel degelijk veel op het spel. Er moet een miljard euro gevonden worden om de begroting sluitend te maken. De uitdagingen in Brussel, dat kreunt onder de armoede en het drugsgeweld, zijn huizenhoog.

De werkloosheid blijft stijgen. Ook de Brusselse administraties worden zenuwachtig omdat er geen richting wordt gegeven. Ze kunnen wel nog even voort, maar heel lang mag dat toch niet meer duren.

Kijk maar naar de exportsubsidies, of de Renolution-premies die niet langer worden uitbetaald. Iedereen kan intussen ook wel zien dat die andere meerderheid, met Team Fouad Ahidar, niet langer een serieuze optie is. Niet voor de Franstaligen, niet voor ‘aartsvijand’ Vooruit, maar ook niet voor Groen.

Sinds Ahidar eerste opvolger Ange-Raïssa Uzanziga heeft weggeplukt bij Groen, is de kans dat Groen überhaupt nog met Ahidar in zee wil gaan zo goed als nul geworden, hoewel Groen dat niet met zoveel woorden wil zeggen. Uzanziga krijgt bovendien een sleutelrol voor Team Fouad Ahidar in de fractie van het Brussels parlement. Vertrouwen is king in een regeringsvorming.

Dat is nu helemaal weg. Ahidar zet intussen zot van glorie zijn ‘roverstocht’ in de Brusselse politiek rustig voort, surfend op het succes van de regionale verkiezingen. Pogingen van lokale PS-afdelingen om Team Fouad Ahidar mee op de lijst te krijgen, zijn mislukt.

De PS moest al met lede ogen aanzien hoe ze bij de regionale verkiezingen een zetel kwijtspeelde aan Team Fouad Ahidar. De appetijt bij de PS om nog iets met Ahidar samen te doen zal nu wel helemaal verdwenen zijn. En zo riskeert Ahidar zich stap voor stap buitenspel te zetten in de Brusselse politiek.

Over een week barst de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen volop los. De kans dat er ook nog maar een begin van een stap in de richting van een nieuwe Brusselse regering is gezet, slinkt met de dag. Wachten kán een strategie zijn bij een regeringsvorming, in de hoop dat er van buitenaf bepaalde zaken in beweging worden gezet.

Maar de voorbije periode heeft toch vooral aangetoond dat dat niet de weg is. Het is intussen een raadsel hoe de gemeenteraadsverkiezingen wel een duw kunnen geven aan de Brusselse regeringsvorming. De dag na 13 oktober zitten de onderhandelende partijen opnieuw in precies dezelfde situatie als de dag na 9 juni.

Dus zit er voor de partijen niets anders op dan samen te zitten en te onderhandelen tot er een akkoord is. In het belang van de Brusselaar. En liever vandaag dan morgen.

.