In de voedselindustrie zijn ze ondertussen gemeengoed, maar niet in de (Belgische) muziekbusiness: de coöperatieven. Het Brusselse Capitane Coop breekt die ban. Het is geen geheim dat de muziekindustrie goeddeels gedomineerd wordt door drie grote spelers: Universal, Warner en Sony.
Samen verdelen zij drie vierde van de koek. Daarnaast spelen streaming- reuzen als Spotify, Apple Music en Amazon Music een cruciale rol in hoe muziek wordt ontdekt, beluisterd en gedeeld. Die labels en platforms hebben een enorme invloed op trends en consumentengedrag, met hun algoritmes kunnen ze de zichtbaarheid van artiesten vergroten, maar ook beperken.
De inkomsten uit streaming, dat een antwoord moest bieden op de teruglopende fysieke verkoop, zijn klein: ongeveer 0,0004 dollar per stream. Je moet al véél streams hebben om er iets aan te verdienen. Het Brusselse Capitane Coop wil daar een antwoord op bieden met een duurzaam model, gebouwd naar de werking van de korte keten.
De coöperatieve wil niet alleen een alternatief bieden voor de streamingdiensten, maar streeft ook naar een billijkere vergoeding voor alle spelers in de muzieksector, van muzikanten, tot geluids- en beeldtechnici en muziekliefhebbers. “Het coöperatieve model is weinig ontwikkeld in de culturele sector, in tegenstelling tot hernieuwbare energie of biologische landbouw,” zegt de Brusselse muzikant en oprichter Nicolas Michaux. “Wij hebben ons bijvoorbeeld laten inspireren door initiatieven zoals Vin de Liège, een wijncoöperatie uit Luik.
” Capitane Coop groeide uit Capitane Records, een label dat Michaux en zijn kompaan Grégoire Maus vijf jaar geleden oprichtten. “Ik werkte al jaren samen met gelijkgezinde muzikanten, maar we brachten onze muziek afzonderlijk uit via verschillende labels. We waren onafhankelijk in productie, maar afhankelijk in distributie.
We besloten om ons ook daarin te organiseren.” Dat ging goed, maar Michaux en co beseften al snel dat een eerlijkere distributie noodzakelijk was. “Van streamingplatformen als Spotify profiteert enkel de toplaag van de artiesten, terwijl de rest nauwelijks wordt beloond.
In 2005 had ik meer inkomsten uit de verkoop van 12.000 cd’s dan nu uit 150.000 maandelijkse luisteraars.
” Samen met Febecoop, een adviesbureau voor de sociale economie, werkten Michaux en co een directer model uit, dat steunt op de verbinding tussen producent en consument. “We streven we ernaar dat artiesten mede-eigenaar zijn van de productie- en distributiemiddelen zodat ze hun werk volledig kunnen beheersen. Bij een groot label ben je eerder een werknemer dan een onafhankelijke artiest.
Je hebt geen enkele inspraak in de koers die het bedrijf vaart, bij Capitane Coop is dat net het omgekeerde.” “Ik voelde vanaf het begin dat integriteit voor hun keuzes superbelangrijk was,” zegt Lukas Somers van de Antwerps-Brusselse indiepopband Solak, die net zijn nieuwe album Atlas uitbracht bij Capitane Records. “Nicolas heeft een duidelijke visie en scherpe idealen, maar hij maakt ze ook concreet.
Het Amerikaanse businessmodel dat wij nu hanteren, kan ginds werken omdat de markt groter is en er dus ook meer fysieke ruimte voor verscheidenheid. Maar in een klein land als België leidt het tot verschraling.” Michaux gelooft in een alternatieve economie, niet alleen in de muziekindustrie.
“Klopt. Wij zien een toekomst in bedrijven die eigendom zijn van de mensen die er werken en de gebruikers, in plaats van grote investeringsfondsen. Ons model geeft artiesten autonomie over hun werk en brengt ons dichter bij onze idealen.
Wij zijn de eerste muziekcoöperatieve in België, maar je ziet dat er dingen veranderen. Misschien is het geen revolutie, maar wel een tegenbeweging.” De intenties van Capitane Coop zijn ambitieus.
De coöperatieve wil een onafhankelijk muzieklabel omvatten, een muziekuitgeverij, een afdeling voor boekingen, management en evenementenproductie, een opnamestudio, een reparatiedienst voor muziekapparatuur, een afdeling voor ethische merchandising en een muziekschool. “Het is geweldig dat Capitane Coop zo’n totaalpakket aanbiedt,” zegt Somers. “Ze zoeken antwoorden op alles waar artiesten die niet-commercieel gericht zijn mee worstelen.
Als kleine band kan zo’n coöperatieve je financiële situatie echt verbeteren.” Dit najaar werd een financieringsronde gelanceerd via een oproep voor coöperanten en fondsenwerving bij institutionele partners, zoals BruSoc en FinCommon. Professionals (‘Music Makers’) kunnen een aandeel van 500 euro kopen, fans (‘Music Lovers’) kunnen het initiatief steunen met 125 euro per aandeel.
In ruil krijgen ze korting op concerten, merchandising enzovoort. “We hebben een campagne voor burgerkapitaal gelanceerd en hebben al bijna 50.000 euro opgehaald sinds september,” zegt Michaux.
“Ons doel is om tegen februari 100.000 euro te bereiken. Bovendien hebben we via Brussoc, een investeringsfonds van de Brusselse regio, een eerste lening gekregen om onze projecten verder te ontwikkelen.
Op 10 januari vieren we onze lancering met een groot feest in Atelier 210. Ik voel de noodzaak, ik krijg héél véél telefoontjes van geïnteresseerde artiesten.”.
Bovenkant
Brussels eerste muziekcoöperatieve : ‘Streven naar een eerlijker verdienmodel’
In de voedselindustrie zijn ze ondertussen gemeengoed, maar niet in de (Belgische) muziekbusiness: de coöperatieven. Het Brusselse Capitane Coop breekt die ban.