In Branden , de internationale theaterhit van de Canadees-Libanese toneelschrijver Wajdi Mouawad, volg je simultaan twee verhaallijnen. In de ene gaan Jeanne en Simon, een tweeling, op zoek naar hun vader en hun broer. Pas sinds de dood van hun moeder weten ze, dankzij haar testament, dat hun vader vermoedelijk nog leeft, en dat die broer überhaupt bestaat.
De andere verhaallijn is de chronologische levensloop van de moeder, Nawal. We volgen haar vanaf haar veertiende, als ze zwanger is en dolverliefd op de vader van het nog ongeboren kind. Bij Toneelschuur Producties ensceneert Abdel Daoudi het stuk als onderdeel van zijn missie zijn publiek tot ‘radicale empathie’ te bewegen.
Daoudi toont zich een genereuze regisseur. Zijn Branden is clean, onopgesmukt; alles stelt hij in het werk om Mouawads tekst zo helder mogelijk over het voetlicht te brengen. Die tekst is nogal behendig geschreven.
Met vaste hand voert Mouawad zijn personages (en het publiek) steeds een stapje dichter naar de apotheose die Nawals geschiedenis van z’n nevelen ontdoet. Mouawad bouwt zijn stuk op als een thriller, tweeënhalf uur lang stapelt hij partjes informatie totdat, wanneer het laatste brokje achtergehouden informatie naar voren wordt geschoven, bij personages én publiek het kwartje valt. Het is een ambachtelijk stuk.
De tijd vliegt om; als het een Netflix-serie was, zou je hem bingen. Het verhaal van Nawal speelt zich af in een niet nader genoemd land, waar een burgeroorlog woedt. Nawal is er getuige, en slachtoffer, van gruwelijke oorlogsmisdaden.
Een bus met burgers, kinderen ook, die in vlammen opgaat. Een moeder die gedwongen wordt te kiezen wie van haar drie zoons mag blijven leven. Folteringen en verkrachtingen in een gevangenis.
Branden wil toeschouwers eraan herinneren dat een oorlog, hoezeer die ook door politieke machten mag worden aangestuurd, uiteindelijk wordt uitgevoerd door mensen. Mensen die, meestal onvrijwillig, onderdeel zijn geworden van een ‘monsterlijke optelsom van verdriet’; een zichzelf bedruipende keten van kwetsuur en wraak. Het stuk laat zien hoe mensen zodanig worden beschadigd dat het na te voelen is dat ze naar geweld grijpen om wat hen lief was te wreken, ook al maakt dat hen tot dader, en zet dat een nieuwe stroom aan wraakgevoelens in gang.
Aan de hand van Nawals levensloop werkt het stuk toe naar het ietwat platgetreden, maar hier tot een bombastische climax opgestuwd inzicht dat dader en slachtoffer zich soms verenigen in een en dezelfde persoon. Het leven is complexer dan een simpele onderverdeling in ‘goed’ en ‘kwaad’, lijkt Mouawads onweerlegbare boodschap. Maar in de praktijk simplificeert ook Mouawads tekst de werkelijkheid wellicht wat al te zeer.
‘Radicale empathie’ is een prettige levenshouding voor de in vrede levende buitenstaander, allicht, ook een beul is een mens – maar wat koopt die moeder ervoor, die twee van haar zoons uit puur sadisme geliquideerd ziet worden? Wat heeft inlevingsvermogen haar te bieden? Niemand zal bestrijden dat een ‘keten van geweld’ zou moeten worden doorbroken. Mouawad legt de verantwoordelijkheid van de oorlogsgruwelen impliciet bij de burgers die er met hun levens voor betalen en houdt politieke machthebbers consequent buiten beeld. Wat vooral wringt in Branden , is de vorm waarin Mouawad zijn vertelling giet, die ondanks Daoudi’s bemoeienissen om pathos tot een minimum te beperken, op beslissende momenten naar effectbejag neigt.
Het stuk zit, plat gezegd, ‘te lekker’ in elkaar. Een burgeroorlog is geen thriller. Geen Netflix-serie.
De catharsis waar Branden naartoe werkt, geeft de dubieuze boodschap af dat we oorlog kunnen beschouwen als een persoonlijke queeste, en dat we het monster enkel in de ogen moeten durven kijken om het te overwinnen. Wat zou het mooi zijn als dat waar was..
Vermaak
‘Branden’ laat zien dat dader en slachtoffer zich soms verenigen in een en dezelfde persoon
In theaterhit Branden laat regisseur Abdel Daoudi zien hoe mensen zodanig kunnen worden beschadigd dat het voorstelbaar is dat ze naar geweld grijpen om te wreken wat hen lief was. Wat wringt, is dat de vertelling op beslissende momenten naar effectbejag neigt.