Vindt hij het niet wat zorgelijk dat hij opeens zo populair is? Acteur-regisseur Brady Corbet (36) veert op van zijn stoel en grinnikt. „Inderdaad! Normaliter hoefde ik maar twee weken mijn grot uit om mijn films te promoten, nu ben ik al bijna een half jaar onderweg. Ik woon in New York maar vlieg continu naar Los Angeles en pendel naar Europa.
Het lijkt wel een blockbuster. Heel raar.” Brady Corbet voert half beduusd Oscarcampagne voor The Brutalist , zijn historische epos van drieënhalf uur dat op het filmfestival van Venetië onthaald werd op een staande ovatie van dertien minuten.
Oscarmateriaal, besefte je daar al direct: grandioos, evocatief en diep, met prachtrollen van Adrien Brody als bezeten architect László Tóth, Guy Pearce als patriarch Harrison Lee Van Buren en Felicity Jones als gehandicapt echtgenote Erzsébet. Recentelijk won The Brutalist drie Golden Globes voor beste drama, regie en acteur, straks is hij op IFFR te zien. En dat alles voor een filmbudget van nog geen 10 miljoen dollar.
Brady Corbet is een gewezen kindacteur uit Arizona die neigt tot weerbarstige arthouse. Als acteur kon hij het regisseren afkijken van de besten: hij speelde de hoofdrol in Michael Hanekes remake van Funny Games (2007) en acteerde in Lars von Triers Melancholia (2010). Corbet: „Lars is de grootste vernieuwer van filmtaal in de laatste halve eeuw, ze jatten nog dagelijks van hem.
En dan ook zo’n fantastisch persoon, lief en grappig en bedachtzaam en sardonisch op een heel aardige manier.” In Corbets enigmatische, op Jean-Paul Sartre gebaseerde regiedebuut The Childhood of a Leader (2015) groeit een androgyne, kleine huistiran uit tot een populistisch dictator. De film haalde hier de bioscoop niet, maar bleek vlak voor de opkomst van radicaal-rechtse demagogen heel visionair.
In Corbets omstreden drieluik Vox Lux (2018) overleeft de frêle tiener Celeste een schietpartij op school om dat trauma om te zetten in een breekbaar liedje dat het hart van Amerika verovert. Waarna we haar twintig jaar later treffen als egocentrische, benevelde en afgestompte popdiva: haar verdriet inspireerde en perverteerde, werd herverpakt en doorverkocht. Celeste belichaamt de kapitalistische bulkhandel in emoties.
Corbets interesse lijkt historisch: hoe is iets zo gegroeid? In The Brutalist draait het om een beroemde, multifunctionele betonkolos op een heuveltop in Pennsylvania, gebouwd ter meerdere eer en glorie van het geslacht Van Buren. We volgen de Hongaars-Joodse Bauhaus-architect László Tóth, die Buchenwald overleeft en in 1947 emigreert naar de VS. Daar vindt hij een mecenas in patriarch Harrison Van Buren.
Tóth mag een monument voor zijn ijdelheid bouwen en doet dat volstrekt compromisloos, terwijl allerlei krentenwegers aan zijn visie knabbelen. Pas in de finale begrijpen we echt waar die bezetenheid vandaan komt. The Brutalist stipt van alles aan: de Joodse immigratie in de VS, hoe zij Amerika vormden en Amerika hen.
Maar vooral: de tango van mecenas en kunstenaar. Voor Brady Corbet zelf begon de film met fascinatie voor de naoorlogse ‘stille’ generatie, vertelt hij in een Zoomgesprek van een half uur. „We schreven deze film tijdens het eerste tijdperk-Trump.
De conservatieve agenda romantiseert de jaren vijftig enorm, een tijd van repressie en misogynie waarin vrouwen werden uitgerangeerd en mannen elk gevoel leerden onderdrukken. Ik herinner me mijn opa en zijn tweelingbroer, die afschuwelijke dingen meemaakten in de Tweede Wereldoorlog, mijn opa werd met zijn vliegtuig neergehaald. Tijdens familiediners werden dat vrolijke anekdotes.
‘Wat mij toen toch voor iets geks overkwam! Opeens had die man geen hoofd meer!’ Maar ik zag als kind dat hij er erg onder leed. Hij las een hoop filosofie en droeg zijn leven lang een existentiële last op zijn schouders. „Ik wilde een film maken over het trauma van zijn generatie, en ook over hun seksualiteit.
Ze oogden zo fris en netjes en proper, maar ze neukten er duidelijk als konijnen op los. Iedereen had zes tot tien kinderen. The Brutalist geeft László Tóth al na tien minuten een seksscène die narratief vaststelt dat de oorlog hem impotent maakte, maar hem ook erotiseert.
Holocaust-overlevers worden vaak neergezet als altruïstisch, lijdend en seksloos. Tóth is dol op zijn vrouw én een schuinsmacheerder, volstrekt normaal in de jaren vijftig.” Tóth overleeft het nazisme en zet daarna het kapitalisme naar zijn hand.
Uw film heeft harde woorden voor Amerika, toch blijft dat ‘the land of opportunity’. „Mijn vrouw is Noors [filmmaker Mona Fastvold], dus ik heb een redelijk scherpe blik op het leven in zowel een kapitalistisch als een socialistisch land – mijn dochter zat in beide op school. Ik heb een voorkeur, maar het is helaas gemakkelijker je een leven na de dood voor te stellen dan een leven na het kapitalisme.
Noorwegen exporteert olie en gas over de hele wereld zodat men zich kan veroorloven in Tesla’s rond te rijden en de zaken schoon en rechtvaardig te houden. Ook dat idealisme leunt uiteindelijk op kapitalistische transacties.” Voor mij ging ‘The Brutalist’ vooral over de relatie van mecenas en kunstenaar.
U eindigt de film met La Bionda’s hit ‘One for you, one for me’. „Grappig genoeg had ik bij deze film een fantastische ervaring met mijn financiers. Zonder hun grenzeloze loyaliteit was The Brutalist nooit gelukt.
Weet je: zeven jaar werken aan een film van drieënhalf uur in antiek Vista Vision-formaat – dat is geen commerciële pitch. En na de pitch werd het pas echt ingewikkeld en doodvermoeiend en lastig en soms pijnlijk. Er waren conflicten, mensen die vertrokken met slaande deuren en toch terugkwamen.
Er was de Covid-pandemie. Er was een plan te draaien in Polen tot het belastingkrediet daar wegviel door de Russische invasie in Oekraïne. Van alles liep mis, maar niemand trok de stekker eruit.
” U moest als László Tóth eindeloos buffelen om uw magnus opus te realiseren? „Bij eerdere films was de relatie met zekere financiers een bezoeking. Iedere filmmaker heeft verhalen over een interne vijand die zijn project saboteerde, denk ik. Dat gaat vaak niet eens over geld, maar over macht en controle.
Heb je met grote moeite twee draaidagen geschrapt om 150.000 dollar vrij te maken voor extra celluloid, incasseren ze die twee dagen zonder je dat budget terug te geven. Dus moet je smeken.
.. Enfin, met zulke shit moest ik jarenlang dealen, en mijn vrouw bij haar films ook.
In dat opzicht is The Brutalist inderdaad een exorcisme van al onze wrok en woede. Dus ja, mecenas en kunstenaar.” Dus u bént László Tóth! „Ja, maar mijn vrouw, met wie ik het script samen schreef, nog ietsje meer.
Zij is een immigrant en heeft haar eigen portie frustraties over alle bloedzuigers en idioten en acteercoaches van sterren die rond je filmproject zwermen om er hun stempeltje op te drukken. Je hebt 250 mensen nodig voor een film en dan is het een kwestie van statistiek dat één totale schurk alles saboteert. Het is eerder verbazingwekkend dat alle 249 anderen zo getalenteerd en toegewijd en briljant zijn.
Daar zou ik meer op moeten focussen, hoewel: razernij lijkt mijn creativiteit te stimuleren. En paniek. Ik heb enorme angstaanvallen, maar ik ging nooit in therapie omdat dat mij maakt tot wie ik ben, en mijn werk tot wat het is.
” Het is interessant dat u brutalisme kiest, een strenge bouwstijl die weinig opdrachtgevers echt wilden. Het bezorgde ze prestige, maar persoonlijk zagen ze vermoedelijk liever suikertaarten met colonnades..
. „Ik weet dat er veel brutalistische meesterwerken bestaan, maar heb geen speciale voorkeur voor de stijl. Sommige gebouwen zijn gewoon lelijk en niet eens functioneel.
Modernisme en brutalisme waren volgens mij een reactie op die curieuze obsessie van autocraten en tirannen met neoklassieke bouwstijlen. Ik ben er 99 procent zeker van dat Donald Trump niet weet wie Albert Speer is, toch is hij zijn grootste fan. Modernisme is te herleiden tot Bauhaus in de jaren twintig en dertig.
Dat het na de oorlog zegevierde, is deels een reactie op besmette historische en romantische bouwstijlen.” Ik begrijp dat u de film voor minder dan 10 miljoen dollar maakte, ook nog op duur celluloid. Hoe kan dat? „Er is nog maar één bedrijf in de wereld dat 65mm-film maakt, PhotoCam in Los Angeles.
En maar twee filmlabs die het ontwikkelen. Niets komt ook maar in de buurt van het visuele resultaat, toch is celluloid het eerste wat sneuvelt bij het budgetteren. „Ik vind het idioot om exorbitant veel geld uit te geven aan middelmatig eten voor vijftig man in een hotelbar en dan celluloid te schrappen.
Maken wij een film, dan persen we vijftig, zestig mensen gezellig in ons appartement, koken knoflookpasta met salades en bestellen een stapel pizza’s met een krat wijn. Ik hoor daar niemand over klagen, want op een filmset deelt iedereen een passie voor film en raakt men opgewonden van de ambitie iets te maken met serieuze culturele impact. Dat is pas goed voor de sfeer.
”.
Vermaak
Brady Corbet over grandioos architectenportret ‘The Brutalist’: ‘Razernij stimuleert mijn creativiteit’
‘The Brutalist’ draait vanaf 30 januari op het IFFR. Oscarmateriaal: een grandioos portret van een gevluchte Hongaarse architect, waar regisseur Brady Corbet zeven jaar aan werkte.